Amstelveen – Amstelveen staat in de top vijf van Noord-Hollandse gemeenten met de hoogste armoedecijfers. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2024 leefde 3,9 procent van de Amstelveners onder de armoedegrens. Daarmee scoort de gemeente hoger dan het landelijk gemiddelde van 3,1 procent.

Alleen Amsterdam (6,7 procent), Diemen (5,1 procent), Zandvoort (4,0 procent) en Hilversum (eveneens 3,9 procent) kenden vorig jaar een hoger aandeel inwoners dat in armoede leeft. In Zaanstad gaat het om 3,8 procent en in Haarlem om 3,5 procent. Aan de andere kant van de schaal behoren Edam-Volendam, Opmeer en Castricum met 1,3 procent tot de gemeenten met de laagste armoedecijfers van Noord-Holland.

Volgens het CBS gaat het om mensen die na vaste lasten zoals huur, energie en zorgverzekering te weinig overhouden voor noodzakelijke uitgaven zoals voeding, kleding en sociale activiteiten.

Landelijk half miljoen mensen in armoede

In totaal maakten vorig jaar 551.000 Nederlanders deel uit van een huishouden onder de armoedegrens. Dat komt neer op 3,1 procent van de bevolking. In 2023 was dit nog 2,7 procent. De stijging hangt volgens het CBS onder meer samen met het wegvallen van tijdelijke energietoeslagen.

Ruim 130.000 mensen waren drie jaar of langer aaneengesloten arm. Het gaat relatief vaker om alleenwonenden, eenoudergezinnen, jongeren en mensen met een laag opleidingsniveau.

Kinderen en werkenden

In 2024 leefden 93.000 minderjarige kinderen in een arm gezin, oftewel 2,8 procent. Dat percentage bleef gelijk aan een jaar eerder, mede door verhoging van het kindgebonden budget.

Ook werkenden hebben te maken met armoede. Van alle mensen met betaald werk leefde 2 procent onder de armoedegrens. Onder zelfstandigen zonder personeel is dat aandeel groter.

Noord-Holland scoort gemiddeld gunstig

Hoewel Amstelveen relatief hoog in de lijst staat, behoort Noord-Holland als geheel tot de beter scorende provincies. In 37 van de 44 gemeenten ligt het armoedecijfer onder het landelijk gemiddelde.

Het CBS kijkt bij de armoedegrens niet alleen naar inkomen, maar ook naar de financiƫle buffer die huishoudens beschikbaar hebben. Zo blijkt dat veel mensen weinig reserve hebben om tegenvallers op te vangen.