Het is pikkedonker en Dick Oostindie weet niet in welke richting hij loopt. Toch is de 16-jarige vastberaden: hij moet en zal Amsterdam verlaten en Drenthe vinden. En dat lukt hem uiteindelijk, maar niet zonder slag of stoot.

De hongerwinter van 1944/1945 is in volle gang tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers staan er niet goed voor en uit rancune zijn voedseltransporten naar het westen van Nederland geblokkeerd. Een hongerramp van catastrofale omvang ontvouwt zich.

Henry, een bekende van Dick Oostindie, wil naar zijn opa en oma in Overijssel. Daar is het beter en is er voedsel. Oostindie ziet dat wel zitten en samen vertrekken ze richting het Noorden.

De reis is enorm zwaar, ruim 200 kilometer loopt Oostindie richting het Noorden. Hij heeft nauwelijks voedsel, het is enorm koud en hij wordt uiteindelijk ziek. Toch komt hij in Nieuwlande aan, waar hij wordt opgevangen.

“Hij deed er alles aan om te overleven”, vertelt Irwin Oostindie. Hij is de zoon van Dick en is opgegroeid in Canada. Hij is speciaal vanuit Vancouver overgekomen naar Nieuwlande. Bij het Onderduikersmuseum De Duikelaar vertelt hij het verhaal van zijn vader.

“In Amsterdam kreeg mijn vader te horen dat de boeren in Noord-Nederland meer voedsel hadden. Dat was voor hem ook de reden om de reis maken”, aldus zoon Irwin.

Tekst gaat verder onder de video