Honderden Iraniërs zijn maandag de straat op gegaan om te protesteren tegen de kelderende waarde van de Iraanse munteenheid rial en de inflatie die daarmee gepaard gaat. Dat meldt persbureau AP. De demonstraties, die naast hoofdstad Teheran ook in andere Iraanse steden plaatsvinden, zijn volgens AP de grootste sinds de protestgolf die volgde op de dood van Mahsa Amini in 2022.

De demonstraties van maandag worden geleid door winkelhouders en marktkooplieden, die hun winkels hebben gesloten en de straat op zijn gegaan. De protesten in Teheran centreren zich rond een winkelstraat in het centrum en de buurt rond de grote bazaar van de stad. De politie heeft traangas ingezet om de demonstranten uiteen te drijven.

De demonstraties volgen op de kelderende waarde van de rial, en het vertrek van de directeur van de Iraanse centrale bank. Door de waardedaling gaan de prijzen van onder meer eten en benzine in Iran snel omhoog. Op maandag is een Amerikaanse dollar evenveel waard als ongeveer 1,4 miljoen rial, schrijft AP. Bij het aantreden van de directeur van de centrale bank in 2022 was een dollar in te ruilen tegen ongeveer 430.000 rial. De prijs van voedsel is in december 72 procent hoger dan een jaar eerder.

Demonstraties in Iran komen niet vaak voor vanwege de stevige repressie van het Iraanse regime. De laatste keer dat Iraniërs massaal de straat op gingen was in 2022 na de dood van Mahsa Amini, een Koerdisch-Iraanse vrouw die op 22-jarige leeftijd stierf nadat ze hardhandig was behandeld bij haar arrestatie door de Iraanse zedenpolitie omdat ze haar hoofddoek verkeerd gedragen zou hebben. De zaak kreeg veel aandacht en de Iraanse protestbeweging kreeg steun van vrouwenrechtenorganisaties wereldwijd. Amini groeide uit tot een symbool van verzet tegen het strenge islamitische regime van Iran.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

De journalistieke principes van NRC