Al langer baart het Erik Scherder (73), hoogleraar klinische neuropsychologie aan de VU, zorgen dat kinderen en volwassen van 9 tot 18 uur, en soms nog langer, vrijwel ononderbroken achter een scherm zitten. „Dat is echt kwalijk. We zagen dat al gebeuren met de komst van de smartphone en sociale media, maar door AI gaan we nog veel meer tijd doorbrengen achter het scherm.”
Welke mechanismen zorgen ervoor dat we steeds meer tijd achter een beeldscherm doorbrengen?
„De aandacht van kinderen en jongeren wordt meestal opgeslokt door sociale media zoals TikTok en Snapchat. Daarnaast speelt gamificatie een rol. Vrijwel alles wat ze zien wordt gepresenteerd als een spel of een challenge. Dat speelt ook bij reclame-uitingen. Zo’n 70 procent van wat ze zien is gemaakt met kunstmatige intelligentie. Al die uitingen zorgen ervoor dat ze meer en meer het scherm worden ‘ingetrokken’ en steeds minder lichamelijk en geestelijk actief zijn. Het worden digitale zombies.
Een smartphone geeft doorlopend beloningen aan de hersenen. Elke keer een kort, grappig filmpje op TikTok of een short op YouTube houdt 30 seconden de aandacht vast. En dan komt de volgende. De ene gekkigheid na de andere. Dat geeft steeds weer een goed gevoel. En het kost nauwelijks energie; je hoeft niet eens te zoeken naar een volgend filmpje. Je kunt zo uren en uren blijven scrollen. Het is eindeloos en er zit geen rem op.”
Waar leidt dat surfgedrag toe?
„Tot brainrot of hersenrot. Als je moe en futloos urenlang het ene na het andere filmpje zit te kijken, ontwikkel je een gevoel van afstomping, mist in je hoofd en een gevoel dat je nergens meer zin in hebt. Je voelt je ontevreden vanwege de verspilde tijd. Maar ook stress, angst en een gevoel van doelloosheid. De taalontwikkeling blijft achter en de ontwikkeling van empathie en motivatie loopt schade op.”
Scherder. beeld Eran OppenheimerIs er wat aan brainrot te doen?
„Houd het simpel. Stel de 20-20-2-regel in voor kinderen: laat ze na 20 minuten achter een scherm 20 seconden naar buiten staren tegen bijziendheid en vervolgens 2 uur buiten spelen. Voor pubers, bij wie de hersenontwikkeling in volle gang is, geldt de 20-20-20-regel om brainrot te voorkomen: na 20 minuten schermtijd 20 seconden naar buiten staren naar iets dat 20 voet, oftewel 6 meter, bij hen vandaan staat. Ga niet doelloos scrollen, maar richt je aandacht op één ding tegelijk. En daag je hersenen uit door een boek te lezen. Ga puzzelen, schaken of dammen.”
Hoe zit dat bij volwassenen?
„Bij hen speelt de ”wet van de minste geestelijke inspanning” ook een belangrijke rol. Je kunt AI klussen laten uitvoeren. Dat is prima als je daardoor wordt uitgedaagd. Ik maak me dan ook geen enkele zorg over de cognitieve inspanningen van AI-programmeurs. Maar de praktijk leert ook dat de meeste mensen kiezen voor gemak: ze laten AI het werk doen, zonder zichzelf voldoende cognitief uit te dagen. Dat levert zonder veel inspanning meestal toch een aardig resultaat op. We zijn liever lui dan moe. Het argument daarbij is vaak: iedereen doet het, dus ik ook. Dat baart mij zorgen.”
Wie te veel achter een scherm hangt, wordt somberder, angstiger en impulsiever”
Erik Scherder, hoogleraar VU
Waarom?
„Doordat AI het werk doet, gaan de hersenen structureel onderpresteren – dat wordt ”underuse” genoemd. De netwerken die je inspant als je nadenkt, controleren ook onze emoties. Wie te veel achter een scherm hangt, verzwakt dit mechanisme. Je hebt minder controle over je emoties. Je wordt somberder, angstiger en impulsiever. Je geduld is snel op, je krijgt een kort lontje.”
Worden we ook massaal dommer?
„Wat je niet gebruikt, verdwijnt op den duur. Dat geldt voor spiermassa, maar ook voor de hersenen. Volgens sommige wetenschappers verdwijnen bepaalde hersenverbindingen als je die niet gebruikt. Het geheugen verslechtert, terwijl een student op zijn tentamen niet op zijn telefoon of AI kan vertrouwen. Je verliest sociale vaardigheden. De gerichte concentratie neemt af, terwijl begrijpen wat je leest essentieel is om het ook te onthouden. En we surfen ons suf, maar ervaren weinig diepgang. Daardoor holt het kritische denkvermogen achteruit.
Dit zijn allemaal symptomen van dementie. Let wel, het is geen dementie, maar het zijn de verschijnselen van dementie die optreden bij jongeren. We noemen dit ook wel ”digitale dementie”.”
Waarom hebben we dat niet in de gaten?
„Ik denk dat iedereen dit wel weet, maar het positieve gevoel van gemak door AI overheerst. We houden van simpel en snel. Dat werkt verslavend. En het is op de korte termijn gemakkelijk, maar het keert zich op de lange termijn tegen ons. Ik gebruik AI als afkorting van ”Afnemende Intelligentie”.
Mentale inspanning kan het moment uitstellen dat dementie gaat optreden. Mensen die veel tijd scrollend achter een scherm doorbrengen, bouwen minder cognitieve reserves op, waardoor ze eerder symptomen kunnen vertonen van ouderdomsziekten, zoals de ziekte van Alzheimer.”
Hoe hard is die relatie tussen cognitieve inactiviteit en afnemende intelligentie?
„Voorheen hielp de digitalisering ons om onze capaciteiten beter te benutten. Nu zie je het omgekeerde gebeuren. We laten het denkwerk steeds meer over aan AI, en benutten onze hersencapaciteiten onvoldoende. Dit verband is niet keihard, maar er lijkt wel enig verband te bestaan tussen toenemende technische ontwikkeling en een afname van het gemiddelde IQ.”
Interessant is dat ruimtelijk inzicht zelfs toeneemt, maar dat taalvaardigheden afnemen; het netto-effect is een mogelijke afname van het IQ. Let wel, ik baseer me in mijn boek uitsluitend op wetenschappelijk onderzoek.”
Lichamelijke inactiviteit is een andere risicofactor die op de loer ligt bij veel schermgebruik. Hoe slecht is dat?
„Lichamelijke en cognitieve activiteit beïnvloeden elkaar. Beweeg je meer? Dan gaat je hart sneller kloppen en wordt de doorbloeding van de hersenen beter.
De stofwisseling van het brein gaat omhoog: de activiteit van de neurotrofines –de voedingsstoffen van de neurotransmitters, zoals dopamine– gaat ook omhoog.
„De huidige versie van homo sapiens beweegt vooral de vingertoppen”
Erik Scherder, hoogleraar VU
Vele gebieden in de hersenen zijn betrokken bij zowel motoriek als denken. Bijvoorbeeld de hippocampus. Het gebied is bekend om zijn rol bij geheugen, maar speelt ook een belangrijke rol bij navigeren. En dat is logisch: als je door de ruimte beweegt, zijn je hersenen actief om je te navigeren.”
Wat zijn daar de gevolgen van?
„We hebben helaas ook te maken met de ”wet van de minste lichamelijke inspanning”. Ook hiervoor geldt: we zijn liever lui dan moe. De huidige versie van homo sapiens beweegt vooral de vingertoppen, kijkt tv en surft online. De robot stofzuigt of maait het gras. Ook de afwasmachine voorkomt dat we ons lichamelijk moeten inspannen. Ons eten wordt zelfs thuisbezorgd. Geen wonder dat overgewicht en chronische ziekten steeds vaker voorkomen, inclusief een verhoogde kans op dementie.”
Erik Scherder. beeld Eran OppenheimerIs het tij nog te keren?
„We moeten bewegen. Je hoeft echt niet per se naar de sportschool, als je maar matig intensief beweegt. Dus ga zelf de ramen lappen, het huis stofzuigen en het gras maaien. Laat de kinderen naar school fietsen op een gewone fiets. En ga elke dag minstens 20 minuten wandelen.”
Waarom is wandelen zo goed voor een mens?
„Dat ligt dicht bij ons, het is laagdrempelig. We stappen de deur uit en we wandelen. Zelfs iemand met een rollator kan nog wandelen; en dat is een beste inspanning. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat zo’n 7000 stappen per dag de grootste gezondheidswinst geeft.
Elke stap telt: meer is altijd beter. Dat was ook de gedachte achter de Ommetjes-app die ik tijdens de coronaperiode lanceerde.”
„Ouders zijn na een dag hard werken al blij dat de kinderen zoet zijn met een iPad”
Erik Scherder, hoogleraar VU
We moeten ook meer gaan lezen; liefst van papier. Maar hoe krijg je een puber aan een boek?
„Deze vraag stellen ouders mij het meest. Als je thuiskomt van een dag hard werken, ben je vaak al blij dat het kroost zoet op de bank zit met een iPad. Ouders laten het gebeuren, omdat ze de energie niet hebben om dan nog wat met hen te ondernemen. Maar ze moeten grenzen stellen: tot hiertoe en niet verder. Wil je kinderen aan het lezen zetten, dan moet lezen leuk zijn.
De ouders en de school zijn het grootste deel van de dag bij het kind en de adolescent. De opgave ligt bij hen om voor een zo hoog mogelijke cognitieve reserve van hun kind te zorgen, door de hersenen uit te dagen. Hoe hoger de cognitieve reserve, hoe meer veerkracht zij hebben voor de rest van hun leven. Wie wil dat nu niet?”
En hoe krijg je ze van de bank af?
„Iedereen kan zich inschrijven voor de Dertig Dagen Challenge, die van 1 tot 30 oktober loopt bij de Hersenstichting, om zich mentaal en fysiek uit te dagen. Wat kinderen en anderen van de activiteiten leuk vinden, kunnen ze blijven doen. Er hebben zich al ruim 2000 mensen voor aangemeld.”
\