Nederland doet samen met 40 andere landen een beroep op het zogenaamde Moskou Mechanisme van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), waarin sinds 1975 afspraken worden gemaakt over veiligheid. De organisatie heeft 57 lidstaten, waaronder Rusland en de Verenigde Staten.
Tribunalen
“Er zijn inmiddels drie experts aangesteld met veel kennis van het oorlogsrecht. Zij gaan ter plaatse onderzoek doen en moeten dan binnen 3 weken met goed onderbouwde conclusies komen”, vertelt Marten Zwanenburg. Hij is hoogleraar Militair Recht aan de Universiteit van Amsterdam.
Volgens hem is het onderzoek cruciaal voor zowel de slachtoffers als voor toekomstige internationale rechtszaken. “Het is heel belangrijk om duidelijk te krijgen of Rusland systematisch krijgsgevangenen mishandelt. Voor de Oekraïners, voor de slachtoffers, maar ook voor eventuele aansprakelijkheid die later bij tribunalen ter sprake kan komen.” Tribunalen zijn tijdelijk ingestelde rechtbanken die toezien op de veroordeling van misdaden gepleegd tijdens oorlogen.
‘Barbaarse behandeling’
De Oekraïense soldaat Grigory zat een half jaar gevangen in Rusland. “Ik werd barbaars behandeld”, vertelt hij. “In het begin schoten de bewakers naast mijn benen en drukten ze de loop van hun geweer tegen mijn buik. Mijn handen werden zo strak vastgebonden dat na enkele uren de bloedtoevoer werd afgesneden en mijn vingers koud werden. Toen ik vroeg of de boeien wat losser mochten, kreeg ik alleen een hard ‘nee’. Ik zat 24 uur lang vast in die houding.”
De martelingen namen in hevigheid toe. “Ik kreeg elektroshocks toegediend op mijn geslachtsdelen en hoofd, mijn ribben werden gebroken en ik verloor een deel van mijn vinger. Ze sloegen me voortdurend. Vier uur lang lieten ze me lijden met elektriciteit, tot de batterij leeg was.”
Tijdverspilling
Grigory is niet de enige krijgsgevangene met zulke ervaringen. De kans dat er in het nieuwe onderzoek oorlogsmisdaden worden vastgesteld, is volgens Zwanenburg dan ook groot. “Op basis van de informatie die tot nu toe naar buiten is gekomen lijkt me die kans vrij groot dat het Mechanisme concludeert dat er systematische schendingen zijn van de rechten van krijgsgevangenen, onder het oorlogsrecht en onder de mensenrechten.”
In de Lisova Poliana-kliniek bij Kyiv worden voormalige krijgsgevangenen opgevangen en behandeld, waaronder Grigory. Daar wordt het nieuws over het onderzoek schouderophalend ontvangen. “Wéér een onderzoek”, verzucht directeur Kseniia Voznitsyna. “Ik vind het tijdverspilling. Is het dan nog niet duidelijk wat er gebeurt?”
Gebrandmerkt
Ze verwijst naar eerdere rapporten van Amnesty International en de Verenigde Naties, die vorige week nog vaststelden dat ook Russische artsen betrokken zijn bij marteling. Zo werd een Oekraïense krijgsgevangene na een operatie zelfs gebrandmerkt met de tekst ‘Glorie aan Rusland’.
Inmiddels zijn tweeduizend Oekraïense krijgsgevangenen in haar kliniek opgevangen. Ze weet als geen ander wat zij hebben meegemaakt. “We hebben inmiddels een groot archief met getuigenissen. Hoeveel bewijs is er nog nodig? Wat Rusland met onze krijgsgevangenen doet, is een enorme oorlogsmisdaad.”
Psychische littekens
Behalve sporen van martelingen op hun lichamen, hebben de patiënten ook veel onzichtbare wonden. Zoals stressgerelateerde stoornissen en traumatisch hersenletsel door artillerievuur (vuur van wapens, red.), legt Voznitsyna uit. “Onze patiënten kunnen er vrolijk en lachend uitzien, maar van binnen is het donker en leeg. Met een team van psychiaters, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers en logopedisten proberen we heel zorgvuldig een situatie te creëren waarin herstel mogelijk is.”
Dat geldt ook voor Grigory. De lichamelijke pijn was groot, maar de psychische littekens zijn minstens zo diep. “Je beseft pas hoe groot de schade is wanneer je weer vrij bent”, zegt Grigory. “Tijdens de gevangenschap voelde ik voortdurend dat de dood naast me stond. Je went eraan dat je elk moment doodgeschoten of doodgeschopt kunt worden.”
‘Niets werkt bij Poetin’
Volgens hem is de term ‘oorlogsmisdaad’ te zwak. “Het is groter dan dat. Het is de hel.” Over internationale onderzoeken zoals het Moskou Mechanisme spreekt Grigory zich voorzichtig uit. “Zolang de Russen niet veranderen en onverschillig blijven tegenover wat er gebeurt in Oekraïne en in de wereld, zal er niets verbeteren.”
Ook Voznitsyna heeft er een hard hoofd in. “We hebben te maken met iemand die alle conventies en internationale afspraken aan zijn laars lapt. Geen enkele conventie werkt bij Poetin.” Maandag werd daarbovenop bekend dat Rusland officieel uit het Europese verdrag is gestapt dat foltering moet voorkomen. “Toch hoop ik dat de folteraars gestraft worden. Dat is goed en belangrijk voor het mentale herstel van de mensen die zijn vrijgekomen uit Russische gevangenissen. Ik hoop echt dat Poetin binnenkort in de rechtszaal zal zitten. Mijn hoop is klein, maar ik hoop dat de oorlog wordt gestopt en dat het recht zal zegevieren voor alle Oekraïners.”
Belangrijk voor slachtoffers
Of Rusland zich iets van het onderzoek zal aantrekken, betwijfelt ook hoogleraar Zwanenburg. “Poetin zal hiervan niet onder de indruk zijn. Het is per slot van rekening de zevende keer dat het Moskou Mechanisme is ingeroepen sinds de inval in Oekraïne. Eerder is bijvoorbeeld gekeken naar burgers en kinderen. Toen werd ook al vastgesteld dat op grote schaal mensenrechten worden geschonden.”
Toch vindt Zwanenburg het onderzoek van groot belang. “Voor slachtoffers is het belangrijk dat hun verhaal wordt gehoord. Voor de internationale gemeenschap schept goed onderzoek duidelijkheid over wat er is gebeurd en hoe dat juridisch moet worden gekwalificeerd. Die feiten kunnen later worden gebruikt om Rusland of individuele Russen aansprakelijk te stellen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag.”