Regie: Martijn Smits | Scenario: Paul de Vrijer | Cast: Caro Derkx (Mirthe), Emma Josten (Nasha), Sem Ben Yakar (Ishmael), Bart Oomen (Boer Jonas), Derron Lurvink (Jacco), Sweder de Sitter (Jonathan), Chardonnay Rillen (Donna), Tommy Zonneveld (Humphrey), Juliƫtte van de Weerdt (Jerrienne), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2025

“De bloederigste Nederhorror aller tijden”. Naar verluidt durfde geen enkele Nederlandse distributeur het aan om Vleesdag, de nieuwste film van Martijn Smits, uit te brengen. Uiteindelijk toonde nieuwkomer ND Pictures wel dat lef. En dus kan na de enthousiaste reacties uit Amerika nu ook het Nederlandse publiek gruwelen van het expliciete geweld en de vele liters bloed. De belofte wordt volledig ingelost.

Grijs muisje Mirthe is dol op dieren en heeft zich listig binnengepraat bij de varkensslachterij van boer Jonas. Met stiekeme opnames van de wantoestanden in het bedrijf hoopt ze indruk te maken op het radicaal-activistische Animal Army, geleid door de meedogenloze Nasha, die haar boerenhaat niet onder stoelen of banken steekt.

Samen met andere leden van de groep – stoere hunk Ishmael, Nasha-adept Donna en softie Humphrey – ondernemen Nasha en Mirthe een gewaagde bevrijdingsactie. Tot hun verbazing treffen ze echter lege stallen aan, waarna hun woede zich richt op de twee zoons van de boer. Wanneer vader thuiskomt, kan het slachtfestijn beginnen.

Het had voor de hand gelegen (zeker gezien de huidige maatschappelijke spanningen) om de boeren als slechteriken neer te zetten en de activisten als helden. Regisseur Smits en scenarist Paul de Vrijer maken daarentegen de gewaagde keuze om halverwege de focus te verschuiven en beide kampen te bevolken met zowel sympathieke als onsympathieke personages. Nasha predikt over martelaars en moordenaars, maar ze is geen haar beter dan haar opponenten. Ze laat nota bene zelf het eerste (menselijke) bloed vloeien.

Alleen de met haar geweten worstelende Mirthe maakt nog enige karakterontwikkeling door zodra de situatie verschrikkelijk uit de hand loopt. Ook twee korte achtergrondverhalen (over een overleden moeder en een obligate liefdesrelatie) voegen wat diepgang toe aan de steeds groteskere en absurdere acties van de personages. Uiteindelijk wens je iedereen het gruwelijke lot toe dat hen te wachten staat.

Vanaf de eerste minuut trappen Smits en De Vrijer het gaspedaal in en laten niet meer los. Ze weten precies waarvoor hun publiek komt. Met het arsenaal van een slachterij kun je vele nare kanten op: opengesneden kelen, door zuur verminkte gezichten, opengereten en doorgezaagde borstkassen, realistische ingewanden, haken en messen die vlees en huid doorboren of een overvloed aan rode lichaamssappen. Vleesdag biedt het allemaal en de zesentachtig minuten vliegen voorbij.

De film kreeg veel media-aandacht door de strenge leeftijdskeuring van achttien jaar en ouder, een unicum voor Nederlandse horror. Veel kijkers zullen geregeld geschokt de ogen sluiten of tussen de vingers door gluren, maar verstokte liefhebbers van martelhorror zoals we die kennen uit Amerika, zitten met een sadistische glimlach stiekem smullend op het puntje van hun stoel.

Natuurlijk zijn er schoonheidsfoutjes. Waarom zijn alle machines operationeel in een slachterij waar ’s avonds niemand werkt? Waarom vluchten personages naar boven of een doodlopende kamer in, en niet naar buiten? En wat te denken van dialogen die letterlijk uit het Engels lijken vertaald? Het zijn kniesoor-momenten in een verder loeispannende rollercoaster waar menig maag van zal omdraaien.

Een extra halve ster verdient de film met zijn onverwachte en briljante einde, waarin het letterlijk en figuurlijk zieke dochtertje een rol speelt. Of je na afloop je karbonaadje laat staan of juist trek krijgt in een malse speklap, is persoonlijk. Vleesdag kiest geen partij, onthoudt zich van een moralistische boodschap en levert simpelweg wat hij belooft. De vraag of Nederlandse horror zich kan meten met het buitenland wordt in dit geval bevestigend beantwoord.