NOS / Mattijs van de WielHet skelet van de Diplodocusachtige bij de onthulling in het provinciehuis

NOS Nieuws•vandaag, 09:01

In het provinciehuis in Den Bosch is vanochtend het skelet van een enorme langnekdino onthuld. Het fossiel, dat de naam Aurora draagt, is van het Nationaal Oertijdmuseum. Het kostte vrijwilligers van het museum zo’n 30.000 uur om het skelet te prepareren en in elkaar te zetten.

“We zijn een particulier museum in Brabant en vonden dit een heel mooie ruimte, waar iedereen hem in Brabant nu zes weken gratis kan bekijken”, zegt museumdirecteur René Fraaije over het besluit om het provinciehuis als onthullingsplek te kiezen. Volgende maand keert het fossiel, waarvan alleen de staart al bestaat uit zestig wervels, terug naar het museum in Boxtel.

NOS / Mattijs van de WielDe schedel van het fossiel

De langnekdino van twintig meter lang werd in 1995 opgegraven in de Amerikaanse staat Wyoming, waar de dinosaurus zo’n 150 miljoen jaar geleden rondliep. In 2020 kocht het Oertijdmuseum het fossiel van een Zwitsers museum.

Het gaat vermoedelijk om een diplodocus, maar helemaal zeker weet het museum dit niet: bij het prepareren van een ander fossiel van een langnekdino, ook uit Wyoming en 150 miljoen jaar oud, ontdekte een stagiair van het Oertijdmuseum dat het om een compleet nieuwe soort ging. Dat werd vorig jaar bevestigd na nader onderzoek, waarna de dino de naam Ardetosaurus Viator kreeg.

Gebroken ribben

Het skelet dat nu in het Bossche provinciehuis staat, is opvallend compleet: het bestaat voor zo’n 60 procent uit de originele botten. De ribbenkast is zelfs voor zo’n 90 procent compleet. Wat ontbreekt, is aangevuld met afgietsels van andere fossielen.

Ook zijn er nog bijzondere sporen op de botten te zien. Zo heeft het dier in zijn of haar leven twee ribben gebroken die later weer zijn geheeld, legt directeur Fraaije uit.

Het is gissen hoe de dinosaurus aan de verwondingen is gekomen, zegt hij. Ook is het geslacht nog onbekend en zijn er dus vraagtekens over de precieze soort. Fraaije verwelkomt daarom paleontologen het skelet te onderzoeken, nu dat na tienduizenden uren monnikenwerk eindelijk in elkaar is gezet.