Dat schrijven demissionair minister David van Weel (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Aukje de Vries (Ontwikkelingshulp) in een brief aan de Tweede Kamer.
‘Maandenlange blokkade’
“Het aantal gevallen dat Nederland zal kunnen en gaat opnemen zal overigens zeer beperkt zijn en er zal ook rekening worden gehouden met de beschikbare zorgcapaciteit voor Nederlandse kinderen”, schrijft het kabinet.
In de kamerbrief omschrijft het kabinet de situatie in Gaza als ‘groot menselijk leed’. “De maandenlange blokkade door Israël van humanitaire hulp is medio mei gedeeltelijk opgeheven, maar de toegang en distributie van humanitaire hulp blijft ruim onvoldoende.”
Levensgevaar
In Den Haag was flinke discussie of Nederland wel of niet moest helpen, daar is nu dus wel voor gekozen. Om hoeveel kinderen het gaat, is niet duidelijk. “Het kabinet zal in de tussenliggende termijn bezien in hoeverre enkele kinderen die complexe hoog-specialistische zorg nodig hebben, die in direct levensgevaar verkeren, waarvoor nu in de regio geen onmiddellijke hulp beschikbaar is, tijdelijk in Nederland kunnen worden geholpen.”
Politiek verslaggever Fons Lambie zegt dat hier maanden over is gediscussierd. “Er waren verschillende stemmingen in de Tweede Kamer de afgelopen maanden, waar een nipte meerderheid weigerde, net als het demissionaire kabinet. Maar met steeds meer Europese landen die wél opvangen, steeds meer schrijnende beelden van zieke kinderen, gaat het kabinet overstag, met de afgebakende formulering van ‘enkele’ kinderen.”
DENK-leider Van Baarle confronteerde Wilders in september met foto’s van kinderen in Gaza, zo is in deze video te zien:
Hoogleraar kindergeneeskunde Lissy de Ridder van het LUMC noemt het ‘fantastisch’, en: ‘een mooie stap vooruit’.
De Ridder: “Deze kinderen hebben deze zorg keihard nodig en wij moeten als Nederland ons aandeel leveren. Niet aan de andere overlaten, in de regio en landen om ons heen. Bijna iedereen doet al mee in Europa, maar Nederland bleef nog achter. Wij zijn er absoluut helemaal klaar voor. Alle partijen zijn klaar en hadden alleen toestemming nodig van de overheid.”
De Ridder vertelt dat ze zich de laatste tijd gefrustreerd en verdrietig heeft gevoeld. “Als kinderarts weet ik heel goed dat we de kinderen hun toekomst ontnemen door ze geen zorg te bieden. En die kinderen hebben hier niet voor gekozen. Slechte voeding hebben ze, leven onder slechte omstandigheden waarin ze opgroeien en dan óók nog een ernstige aandoening. Moeilijk te accepteren dat je ze dan hier geen zorg zou kunnen bieden als dat wel kan.”