In dat akkoord, dat vandaag werd ondertekend, belooft VRT een vast deel van haar inkomsten te investeren in projecten van onafhankelijke producenten. Dat zijn bijvoorbeeld spelers als Woestijnvis (Man bijt hond), De Chinezen (Interview met de geschiedenis) of De Mensen (Blokken). Het akkoord met de VOFTP komt er nadat de publieke omroep al liet optekenen het Vlaamse televisielandschap te willen beschermen. Door de concurrentie van internationale streamingdiensten en andere big tech-bedrijven staat de productiesector hier onder druk.
In de beheersovereenkomst stond deze zomer al te lezen: “Investeren in Vlaamse creativiteit en producties is een absolute prioriteit voor VRT”. “Nabijheid en herkenbaarheid is wat ons onderscheidt van grote internationale spelers”, laat CEO Frederik Delaplace optekenen in een persbericht. “Met deze overeenkomst neemt VRT het engagement op om de lokale onafhankelijke spelers te ondersteunen.”
LEES OOK.VRT moet volgens nieuwe overeenkomst 16 miljoen euro besparen, vakbond waarschuwt: “Nu nog eens de citroen uitpersen, gaat niet meer”
In totaal zal de publieke omroep 13 procent van hun inkomsten in eigen content stoppen. Hoeveel dat bedrag precies inhoudt, wordt niet gezegd. In de beheersovereenkomst werd wel nog opgenomen dat de VRT de komende jaren een tijdelijke instap mag nemen in (maximaal twee) Vlaamse productiehuizen via een minderheidsbelang. Dat idee werd, onder andere door de VOFTP, op gefronste wenkbrauwen onthaald. Woordvoerder Yasmine Van der Borght laat optekenen dat het slechts één onderdeel is dat ‘wordt bekeken’. “Het lijkt ons van belang om onze Vlaamse content te verankeren, maar dat staat los van dit akkoord.”
In het persbericht toont An Jacobs, algemeen directeur van het VOFTP, zich alvast tevreden met de expliciete steun. “Vlaamse formats waren in 2024 de op drie na meest verkochte formats in het buitenland. We zijn dan ook blij met deze nieuwe overeenkomst, die het belang van onafhankelijke productie vanuit zowel cultureel als economisch oogpunt nog eens extra in de verf zet.”