De kans dat Nederland na 2025 een nieuwe uitzonderingspositie, oftewel derogatie, krijgt voor de nitraatrichtlijn is vrijwel nul. Dat stelt de Europese Commissie, die al jaren kritisch is op de Nederlandse waterkwaliteit, die volgens de Commissiein ons land onvoldoende aandacht krijgt.
De huidige derogatie, die sinds 2006 gold, is vanaf 2023 stapsgewijs afgebouwd naar nul in 2026. Een nieuwe zit er niet in, blijkt uit het tweede tussenverslag van de rapporteurs van de vaste kamercommissie voor landbouw. Rapporteurs Harm Holman, Eline Vedder en Wim Meulenkamp schrijven dat Brussel structurele zorgen heeft.
De waterkwaliteit is sinds 2016 niet verbeterd en op sommige plekken zelfs verslechterd. Omdat Nederland bovendien toezeggingen niet is nagekomen met duidelijke, verplichte maatregelen, staat ons land er in Brussel zwak voor.
Een evaluatie van de nitraatrichtlijn door de Europese Commissie is uitgesteld naar begin 2026. Hoewel de wetenschappelijke basis voor de stikstofnorm van 170 kilo per hectare ter discussie staat, is het volgens de rapporteurs ‘zeer onwaarschijnlijk’ dat deze norm wordt verhoogd. Nederland en Ierland zijn momenteel de enige landen die met een derogatie af willen van de 170 kilo stikstofnorm, de Commissie wil principieel van de uitzonderingsregimes af.
Groen licht voor
De Europese Commissie ziet de toelating van Renure, bewerkte mest als kunstmestvervanger, als een soort permanente derogatie voor Nederland. Mede daarom is de kans op een extra, traditionele derogatie volgens Brussel nihil.
De conclusie van de rapporteurs is helder: zonder een overtuigend mestbeleid en aantoonbare verbetering van de waterkwaliteit, is een nieuwe derogatie uitgesloten. Alleen als Nederland concrete resultaten laat zien, ontstaat er mogelijk ruimte voor maatwerk of zelfs een nieuwe, goed onderbouwde vorm van derogatie.