Op 6 oktober 1955, in 2025 70 jaar geleden, presenteert Citroën op de autosalon van Parijs een bijzondere auto: de Citroën DS. De ‘godin van de weg’ is revolutionair qua vorm en innovaties en niet te vergelijken met andere auto’s uit die tijd. Er zijn er meer dan 1 miljoen van geproduceerd en de DS is inmiddels een geliefde klassieker geworden. “Mijn DS komt tot leven als ik hem start”, zegt Richard Schmüll (1952) die 8 jaar bestuurslid is geweest van de Citroën ID/DS Club Nederland. Met hem hebben we een gesprek over de geschiedenis van deze ‘belle voiture’.

De Citroën DS wordt gezien als een mijlpaal in de geschiedenis van de automobiel. Hij wordt geroemd vanwege zijn baanbrekende techniek. Zo komt de DS na het starten door zijn hydropneumatische vering omhoog en is zeer comfortabel. Ook heeft de eigenzinnige Fransman een stuur met maar 1 spaak. De avantgardistische en elegante lijnen van de gestroomlijnde sedan maken van de DS één van de mooiste auto’s ooit. In 1999 eindigt de DS tijdens de verkiezing van de Auto van de Eeuw, die is georganiseerd door de Global Automotive Elections Foundation, op de derde plaats als meest invloedrijke auto van de 20e eeuw. Het toonaangevende automagazine Classic and Sports Car vraagt in 2009 aan 20 vooraanstaande auto-ontwerpers zoals Gordon Murray en Giorgetto Giugiaro wat zij de mooiste auto aller tijden vinden. Het antwoord: de Citroën DS.

DS opvolger van de Traction Avant

Waarom en wanneer is het idee voor een nieuwe Citroën ontstaan en wie hebben aan de wieg van de DS gestaan? Schmüll: “Dan moeten we teruggaan naar de Traction Avant, de voorganger van de DS, die ook revolutionair was voor zijn tijd. Dat was een moderne, voorwiel aangedreven auto. André Citroën probeerde zijn bedrijf nieuw leven in te blazen, want door de crisis was de productie afgenomen. Bovendien was het een man met nogal een gat in zijn hand. Die Traction Avant moest het tij keren. In 1934 komt die auto op de markt. Het bedrijf ging echter failliet en in die tijd overleed Citroën ook. Citroën werd overgenomen door de schuldeiser en dat was de familie Michelin. Zij wilden het bedrijf weer winstgevend maken. Er moest een opvolger komen van die Traction Avant en dat is de DS geworden.

Pierre Boulanger was de man die het bedrijf moest reorganiseren. Hij had als opdracht om met 3 nieuwe auto’s te komen: dat was de TPV, de Toute Petite Voiture (heel kleine auto), daar is de Deux Chevaux uit voortgekomen, een bus voor het bedrijfsleven, dat is de HY geworden, en een grote auto, de VGD, Voiture à Grande Diffusion (auto voor massaverkoop), waaruit de DS is ontstaan. Er zijn verschillende prototypes gemaakt. Maar het is eind jaren 30 en er dreigt oorlog. Dat heeft een enorme vertraging opgeleverd in de ontwikkeling van de ontwerpen. Die prototypes zijn na de Tweede Wereldoorlog weer uit de kast gehaald. Maar er is inmiddels een aantal jaar verstreken, waardoor de ontwerpen herzien moesten worden.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.
DS ontwikkeld door bijzondere mensen

De DS is volgens Schmüll ontwikkeld door bijzondere mensen. Schmüll: “De techniek en de basis van de auto’s werd ontworpen door André Levèbre. Hij was een ingenieur en was afkomstig van vliegtuigbouwer Voisin, die later ook snelle en kostbare auto’s is gaan bouwen. Zijn uitgangspunten waren besparen van gewicht en aerodynamica. Citroën heeft de Italiaanse ontwerper Flaminio Bertoni binnengehaald in de tijd nog van André Citroën. Dat was een kunstenaar, architect, beeldhouwer en ook vormgever. Hij heeft in een korte tijd die Traction Avant ontworpen. Maar ook heeft hij de Deux Chevaux en de DS vormgegeven. De derde die belangrijk is in de ontwikkeling van de DS is Paul Magès. Hij was geobsedeerd door hydraulische technieken. Hij bedenkt het hydropneumatische veersysteem. In die tijd was dat heel bijzonder.

Het waren bijzondere mensen, die een carte blanche kregen om iets bijzonders te maken, anders dan voorheen was gedaan. Het moest een auto worden met veel comfort. Dat was vlak na de Tweede Wereldoorlog erg belangrijk. De wegen waren abominabel. De route nationale was niet geasfalteerd en er waren wegen met veel gaten in het wegdek. Een auto met veel comfort, daar hebben ze veel aandacht aan besteed.

Er werden 2 6-cilinder boxermotoren ontworpen voor de DS, 1 luchtgekoeld en 1 watergekoeld. Uiteindelijk voldeden die niet aan de gestelde doelen: ze leverden te weinig vermogen en de luchtgekoelde versie had problemen met de koeling. Toen de DS op de markt had moeten komen, was de motor nog niet klaar. Daardoor hebben ze teruggegrepen op de 4-cilinder motor uit de Traction Avant. Alleen hebben ze daar een nieuwe, lichtmetalen cilinderkop voor ontworpen waardoor die meer vermogen kreeg.”

‘Godin van de weg’

Waarom heet de auto DS? Schmüll: “Ieder type Citroën had een letter als naam. De Deux Chevaux had de A. De bus, de HY, kreeg de letter H en de DS de letter D. De prototypes van de DS kregen tijdens de ontwikkeling namen als D1, D2 enzovoorts. Het prototype met de lichtmetalen cilinderkop werd ‘Spécial’ genoemd. De DS staat dus voor ‘D Spécial’. Het grappige is dat de DS vanwege de Franse uitspraak van DS, ‘déesse’, de auto de bijnaam ‘godin’ heeft gekregen. Déesse betekent namelijk godin in het Frans. Toen de auto op de markt moest komen, moest er een naam voor worden gevonden. Ze hebben hem dus vernoemd naar de code voor het prototype.”

De DS wordt wel de ‘godin van de weg’ genoemd. Andere bijnamen zijn de Snoek en het Strijkijzer.

Citroën DS
‘La bombe Citroën’

Op 6 oktober 1955 wordt de DS getoond aan het publiek tijdens de autosalon van Parijs. Wat waren de reacties? Schmüll: “De reacties waren verpletterend. De auto leek van een andere planeet te komen. Als je naar andere auto’s kijkt uit die tijd en je zag de DS, die zag er heel anders uit dan zijn tijdgenoten van andere autobouwers. Een aerodynamische vormgeving, met dunne raamstijlen. Toen de auto uit de fabriek reed in Parijs, stopten automobilisten midden op de weg om naar de DS te kijken. Ze hadden nog nooit zoiets gezien, de auto was met niets te vergelijken. De DS was revolutionair. ‘La bombe Citroën’, het sloeg in als een bom.

Op de eerste dag noteert Citroën al 12.000 orders. Aan het einde van de autosalon is het aantal bestellingen opgelopen tot maar liefst 80.000! Dat was meteen het probleem, want de productie moest nog op gang komen. Citroën moest mensen teleurstellen, omdat klanten vaak lang moesten wachten op hun DS. In het eerste jaar werden er minder dan 10.000 DS’en geproduceerd. Een deel van de klanten heeft hun bestelling van de DS geannuleerd vanwege de lange wachttijd.”

Hoe is de introductie van de DS in Nederland gegaan? Schmüll: “Die was gelijk met de introductie van de DS in Parijs. Ze hebben een DS in een vrachtwagen vervoerd naar Nederland. Die kwam midden in de nacht aan in Amsterdam op het Stadionplein. Daar was het hoofdkwartier van Citroën gevestigd. Ze hebben hem in de showroom gezet en de ramen geblindeerd, zodat niemand naar binnen kon kijken. De volgende dag is de DS gepresenteerd. Maar de grote publiekspresentatie was tijdens de AutoRai in het voorjaar van 1956, waar ook prins Bernhard bij aanwezig was.”

Eigenzinnige mensen

Is de DS de meest innovatieve naoorlogse auto van de 20e eeuw? Schmüll: “Dat denk ik wel. Alle auto’s uit die tijd hadden een beetje vergelijkbare techniek, een beetje meer van hetzelfde. De DS was revolutionair, kijk maar naar de materialen die zijn gebruikt, zoals polyester en plastic, zaken die zijn ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. De DS heeft een laag zwaartepunt, waardoor je een goede wegligging krijgt. Het dak is gemaakt van polyester, de achterruit van plexiglas en de motorkap en de kofferbakklep van aluminium, allemaal om gewicht te besparen en om het zwaartepunt te verlagen.”

Welke versie van de DS is het mooist? Schmüll: “Dat is heel subjectief. De meeste mensen vinden de cabrio een mooie auto. Wij spreken over de 1e, de 2e en de 3e neus als het hebben over de wijzigingen die zijn doorgevoerd. Veel mensen vinden die laatste versie, de 3e, mooi met die ingebouwde koplampen. Persoonlijk vind ik de 1e de mooiste. Die cabrio werd voor Citroën bij Henri Chapron gebouwd. Daarnaast heeft Chapron op basis van de DS eigen auto’s gemaakt zoals de Le Caddy en Le Dandy.”

Kunt u de DS-bezitter typeren? Schmüll: “Het zijn over het algemeen wat eigenzinnige mensen. Het zijn mensen die vaak in kunst zijn geïnteresseerd. Onder de kopers van een DS bevinden zich architecten, artsen en kunstenaars. De bezitter van een klassieke DS is ook vaak een eigenzinnig en eigenwijs figuur.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.
President De Gaulle overleeft aanslag door de DS

President De Gaulle is tijdens zijn presidentschap rondgereden in een DS. Hij wil Algerije onafhankelijk maken, maar Franse kolonisten willen dat land als kolonie behouden. Uit die groep van kolonisten ontstaat de OAS, l’Organisation de l’Armée Secrète, een geheime rechts-extremistische terreurorganisatie, die voornamelijk bestaat uit Franse militairen. Zij plegen aanslagen op de Franse president, zoals in 1962. Kun je stellen dat hij zijn leven heeft te danken aan de DS? Schmüll: “Er werd een aanslag op hem gepleegd in Petit Clamart in augustus 1962. Ze hebben 185 kogels op die auto afgeschoten tijdens een hinderlaag. 14 kogels zijn daadwerkelijk in de auto terechtgekomen. De DS had 1 of 2 lekke banden, maar dankzij de combinatie van de wielgeometrie en de hydropneumatische vering was de auto in staat om op hoge snelheid weg te rijden. Dat lukte met geen andere auto. Als je een klapband krijgt, dan vliegen de meeste auto’s van de weg af. Dat gebeurt met de DS dus niet. En dat heeft hem het leven gered. De Gaulle heeft altijd in een DS gereden, ook toen hij geen president meer was.”

Citroën is ook gaan racen met de DS. Hoe is dat verlopen? Schmüll: “ Citroën had een eigen team dat door de fabriek werd ondersteund. De DS was daarin heel succesvol, juist door de hydropneumatische vering en de goede wegligging. Vooral op ongebaande wegen zoals tijdens de Rally van Monte Carlo en de Rally van Marokko kon de DS goed uit de voeten. Dat waren hele zware rally’s. Ze hebben veel overwinningen behaald. Tijdens de Rally van Marokko in 1969 staan 68 auto’s aan de start. Er zijn er maar 7 gefinisht, zo zwaar was die rally. En van die 7 waren 5 DS 21’s.” Citroën wint met de DS een aantal belangrijke rally’s, zoals de Rally van Monte Carlo in 1966 en de Rally van Marokko in 1969 en 1970.

Hoeveel DS’en zijn er geproduceerd? Schmüll: “Op 24 april 1975 is de laatste DS van de band gerold. Er zijn 1.330.750 DS’en geproduceerd. Ik geloof dat Chapron nog is doorgegaan met het produceren van zijn modellen, maar dat zijn kleine aantallen geweest.”

DS in films

De DS is een beroemde en geliefde auto geworden en is te zien in veel films. Kunt u wat voorbeelden noemen? Schmüll: “De DS komt veel voor in de films van Louis de Funès zoals in Les Aventures de Rabbi Jacob uit 1973 en Fantômas se déchaîne uit 1965. Daarin slaat een DS zijn vleugels uit en stijgt op. En natuurlijk in The Day of the Jackal uit 1973 over de aanslag op president De Gaulle.” Maar ook in films als Back to the Future Part II uit 1989, in Tinker Tailor Soldier Spy uit 2011 en andere bekende films is de DS te bewonderen.

‘Auto met een bloedsomloop’

In wat voor DS rijdt u zelf? Trekt u er vaak op uit met uw geliefde klassiekers? Schmüll: “Ik heb een DS uit 1958, een hele oude. En ik heb een ID uit 1963 (zie foto’s hieronder). De ID is de eenvoudige uitvoering van de DS. In de ID zit geen hydraulisch rembekrachtiging, geen stuurbekrachtiging en geen halfautomaat, maar een gewone versnellingsbak. Maar wel met die bijzondere vering en het mooie model. Die konden ze wat goedkoper aanbieden. Ik geloof zelfs dat in Nederland meer ID’s zijn verkocht dan DS’en. Ik trek er alleen op uit met mijn Citroëns naar evenementen. Het moet wel mooi weer zijn, want ik ben er zuinig op. Laatst hadden we een groot evenement met de club tijdens de viering van het 70-jarig jubileum van de DS bij de Van Nelle fabriek in Rotterdam. Dat is een bijzondere locatie voor een bijzondere auto. Op 18 en 19 oktober vindt een rondrit in Parijs plaats met allemaal DS’en om het 70-jarig jubileum te vieren. Daar ga ik ook heen.”

Citroën DS van Richard Schmüll

Citroën ID van Richard Schmüll

Kunt u beschrijven hoe het is om te rijden in een DS? Schmüll: “Dat moet je meemaken. Als je dat niet gewend bent, is dat heel bijzonder. Je zweeft over de weg, dat is een heel aparte ervaring. Hij zit heel comfortabel in de mooie stoelen en banken. Als je er in rijdt, is het net als op de bank thuis. Ik krijg veel positieve reacties als ik in mijn DS rijdt. Vaak een duimpje omhoog en dat soort dingen. Hij leeft ook, het is een auto met een bloedsomloop. Mijn DS komt tot leven als ik hem start.”

(Foto’s: Hoofdfoto: FernandoV/Shutterstock.com, foto van de staalblauwe DS: Erik Laan / Shutterstock.com, foto van de zwarte DS van Richard Schmüll: Cees Nan Doggger en groene ID:  Richard Schmüll)