Het team van McLaren staat momenteel recht tegenover coureur Alex Palou in een Britse rechtbank. De IndyCar-kampioen dacht een Formule 1-contract op zak te hebben, maar dat liep op niets uit. Een getuigenverklaring van Zak Brown is inmiddels uitgelopen op een flinke woordenwisseling.
IndyCar-kampioen Palou zorgde een paar jaar geleden voor chaos toen hij een contract leek te hebben getekend bij McLaren. Het was de algehele verwachting dat hij voor het team zou gaan rijden in de IndyCar, en dat hij ook een kans zou krijgen in de Formule 1. Op het allerlaatste moment besloot Palou toch niet over te stappen, en barstte er een chaos los. McLaren Racing sleept Palou voor de rechter, en eist ongeveer 20 miljoen dollar vanwege contractbreuk.
De rechtszaak is inmiddels in volle gang, en er zijn een aantal opvallende zaken boven tafel gekomen. Palou’s advocaat Nick de Marco stelde dat zijn client het contract uitsluitend tekende met de intentie om naar de Formule 1 te gaan. Via sociale media vernam Palou vervolgens dat McLaren in 2023 koos voor Lando Norris en Oscar Piastri, en volgens zijn advocaat voelde hij zich aan het lijntje gehouden.
Brown reageert
McLaren-CEO Zak Brown moest zich melden om een getuigenverklaring af te leggen, en hij herkende zich niet in de ontstane ophef: “Ik heb Alex nooit aan het lijntje gehouden. Ik heb hem nooit verteld dat hij in aanmerking zou komen voor 2023… Er was wel enige mogelijkheid om zich bij een Formule 1-team aan te sluiten.”
Hoe zat het met het contract?
Brown gebruikte andere coureurs als voorbeeld die via een rol als reservecoureur alsnog een vast F1-zitje wisten te veroveren. De Amerikaan liet verder weten dat hij Palou zag als een groot talent, en dat hij de verwachtingen altijd probeerde te temperen.
Brown stelde dat ze Piastri een eenjarig contract hadden gegeven, en dat Palou een plan B zou zijn als één van de vaste coureurs geblesseerd zou raken. Daarnaast was Palou een soort plan C voor als Piastri in zijn rookiejaar door het ijs zou zakken.
Felle discussie
De advocaat van Palou koos de aanval en beschuldigde Brown ervan dat hij oneerlijk en ontwijkend is in zijn bewijsvoering. De advocaat beweerde dat Brown absolute onzin sprak, maar volgens Brown was het juist andersom het geval. Het resulteerde in een ordinaire woordenwisseling.