Alissa van Asseldonk laat haar hand langs een plaat met spiegelende vierkantjes gaan. Door haar beweging beginnen de spiegeltjes te dansen, als een rimpeling die op een glad wateroppervlak ontstaat. Dangling Mirror, heeft ze het ontwerp genoemd. „Mensen denken soms dat er een sensor in zit die op beweging reageert”, zegt ze. „Maar het principe is veel simpeler: de dunne plaatjes zijn zo licht dat ze meebewegen met de luchtstroom.”

Ze loopt verder langs de muur van haar atelier en wijst een wit stoffen paneel aan: een zonweringsinstallatie die ze ontwierp voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het scherm reageert op de intensiteit van de zon en moet zorgen voor een zachte, prettige lichtinval. In de stof zijn langwerpige inkepingen gemaakt, die Van Asseldonk pop-up-patronen noemt en die naar buiten kunnen worden geduwd of platgevouwen door een elektronisch systeem. Zo laat het scherm, dat voor het raam hangt, meer of minder licht door. Op een tafel liggen stukken van wandbekleding Mirabilia, met stoffen lusjes die zorgen voor een spel van licht en schaduw. Van Asseldonk vormt samen met Nienke Bongers sinds 2014 het designduo A+N. Vanuit hun atelier in Eindhoven werken ze aan „materialen en ontwerpen die bijdragen aan het welzijn van de mens”, zoals Van Asseldonk het omschrijft. Hun werk hangt in ziekenhuizen, scholen, modewinkels en hotels.

Tijdens de Salone del Mobile, de jaarlijkse designbeurs in Milaan, presenteerden ze dit voorjaar Breathing Light, een lichtobject dat ze ontwikkelden met psycholoog Renske Bongers – de zus van Nienke – en lichttechnicus Tom Bergman.

Net als veel van A+N’s werken is de lamp gebaseerd op de aandacht-restauratietheorie uit 1989 van psychologen Stephen en Rachel Kaplan, die stelt dat natuurlijke omgevingen ons helpen ontspannen. „Tijd doorbrengen in de natuur helpt om mentale vermoeidheid te herstellen”, zegt Renske Bongers. „Dat komt door wat we zachte fascinatie noemen: prikkels die boeiend genoeg zijn om de aandacht vast te houden, maar niet te veel concentratie vereisen, waardoor de hersenen kunnen uitrusten. Denk aan de wind die door de bladeren ritselt, de zon die op het water valt, of voorbijtrekkende wolken en patronen van licht en schaduw.”

Glazen wandobject Transparacy & Fluidity (2025) van A+N Studio

Foto Lin Woldendorp

Zoom in

Op de cirkelvormige Breathing Light zitten lichtvlekken die langzaam oplichten en weer uitdoven. Mee-ademen met de vlekken helpt om rustiger te worden; de lampen zijn geprogrammeerd op ademhalingsritmes waarvan is bewezen dat ze leiden tot een ontspannen gevoel. De lamp hangt nu in het Van Abbemuseum in Eindhoven, als onderdeel van de tentoonstelling Bridging Minds, over designers die maatschappelijke vraagstukken aanpakken.

Zintuiglijk curator

Meer en meer designers zijn niet alleen geïnteresseerd in vorm en functie, maar ook in het mentale welzijn van de gebruiker. Neurodesign is de naam die deze stroming heeft gekregen: ruimtes, meubels en voorwerpen die bedoeld zijn om een prettige gemoedstoestand teweeg te brengen. „Ik noem mezelf zintuiglijk curator”, zegt Justine Kontou, die ruimtes en installaties ontwerpt die „bijdragen aan mindfulness en stressvermindering”. „Tien jaar geleden kreeg ik daar nog verbaasde reacties op, maar sinds corona zijn mensen zich bewuster van het feit dat de omgeving invloed heeft op hoe ze zich voelen.” Bij het ministerie van Financiën richtte ze in 2019 een ontspanningsruimte in, met onder andere natuurfotografie van Iris Hartman, een videokunstwerk met een berglandschap en langzaam voorbijtrekkende wolken van Noortje Haegens en behang van Studio A+N. „Achteraf hoorde ik van medewerkers dat ze in eerste instantie sceptisch waren, maar snel omsloegen”, zegt Kontou. „Na een pauze van een paar minuten in deze ruimte voelden ze zich al rustiger.”

Tijdens de jaarlijkse Graduation Show van de Design Academy Eindhoven laat Denise Huigen eind deze maand haar Knuff zien: een minimalistisch vormgegeven knuffel voor volwassenen, bedoeld „om het zenuwstelsel te kalmeren”. Vorig jaar studeerde Jade Fritsch af met Treatment for a Re-Connection: een verwarmde stoel gemaakt van klei, vezels en zand, die dankzij slim materiaalgebruik lang warm blijft en zo een gevoel van geborgenheid moet geven.

Hoogpolig pluchelandschap

Het is niet de eerste keer dat geruststellende ontwerpen in de mode zijn. In 1966 was Eero Aarnio’s Ball Chair de hit van de Internationale Meubelbeurs in Keulen. De met kussens beklede, coconvormige plastic stoel – die nog altijd te koop is – is als een kamer in een kamer; iemand die in de stoel zit, wordt omringd door de bol en is zo geïsoleerd van de buitenwereld. In 1968 kwam het Italiaanse designcollectief Superstudio met bank Bazaar: een beroemd geworden, afsluitbaar zitmeubel voor meerdere personen met pluizige bekleding, eveneens in een coconvorm. Bij de laatste editie van de Salone del Mobile leek designgalerie Nilufar terug te grijpen op de Bazaar: de vloeren en wanden waren bekleed met roze kunstbont. Ook de Spaanse designer-architect Patricia Urquiola bracht een ode aan de jaren zestig. Op haar presentatie stond de Safari van Archizoom Associati uit 1968. De bank is vormgegeven als een soort zitkuil in de vorm van een reeks golven, toegankelijk via één opening en bekleed met zacht, donkerpaars pluche. Urquiola had ook een indoor-tuin, met akoestische wandpanelen van natuurlijke vezels en echte bloemblaadjes van Slalom, een Italiaans designbedrijf dat is gespecialiseerd in akoestiek.

Topstuk van de presentatie was de door haarzelf voor designlabel Moroso ontworpen bank Gruuvelot. Die bestaat uit organische volumes die kriskras door elkaar heen lopen en elkaar overlappen. Je kunt er op verschillende manieren op zitten, behalve rechtop, waardoor je min of meer gedwongen wordt te ontspannen.

Vorm volgt functie

„Als architect krijg je het modernistische principe van ‘vorm volgt functie’ met de paplepel ingegoten – en terecht: als iets niet functioneel is, waarom zou je er dan energie aan verspillen? Maar nog belangrijker is hoe een ruimte je laat voelen”, zegt architect Suchi Reddy vanuit New York via een videoverbinding.

Haar eigen studio, Reddymade Architecture and Design, ontwerpt sinds 2002 interieurs voor woningen en winkels, kunstinstallaties, meubels en publieke ruimtes over de hele wereld. Haar ouderlijk huis in Chennai, India – dat voor de familie werd ontworpen – is een grote inspiratiebron voor haar. Haar moeder richtte het in met een mix van invloeden uit India en het Westen. „Het licht, het hout, de verbinding met buiten: ik voelde me erg verbonden met het huis”, zegt Reddy. „Ik realiseerde me al vroeg dat het niet vanzelfsprekend was dat mijn omgeving zo’n positief effect op me had. Onze omgeving beïnvloedt dagelijks hoe we ons voelen, dus als we betere ruimtes kunnen ontwerpen is de impact enorm. Ik denk dat neurodesign de Bauhaus-beweging van de 21ste eeuw is.”

Onze omgeving beïnvloedt dagelijks hoe we ons voelen, dus als we betere ruimtes kunnen ontwerpen is de impact enorm

Reddy ontwierp het interieur van de eerste Google-winkel in New York, die in 2021 opende. Ze maakte gebruik van tactiele oppervlakken zoals hout en kurk, warme verlichting en neutrale tinten. In de winkel staan poefjes, krukjes, een bank met kussens en ronde toonbanken. Er is een hoge, half afgesloten, futuristisch aandoende glazen cocon waarin Google-producten kunnen worden uitgeprobeerd. Door de hele winkel heen kringelt een zwarte metalen draad, alsof iemand een driedimensionale lijntekening heeft gemaakt.

„Het belangrijkste doel van mijn werk is het oproepen van een gevoel van verwondering”, zegt ze. „Wat je je welkom doet voelen in een ruimte, is persoonlijk en afhankelijk van je culturele achtergrond – dat weet ik maar al te goed als Indiase immigrant in de VS – maar verwondering maakt ons gelijk.”

De aandacht-restauratie-theorie is niet de enige wetenschappelijke theorie die wordt gebruikt binnen het neurodesign. De rondingen, vloeiende lijnen en zachte kleuren die veel ontwerpen kenmerken, vinden vaak hun oorsprong in de biofilie: het idee dat de natuur essentieel is voor ons fysieke en mentale welzijn. De term werd in de jaren zestig geïntroduceerd door psychoanalyticus Erich Fromm. De Amerikaanse hoogleraar sociale ecologie Stephen Kellert ontwikkelde vanaf 2005 richtlijnen voor hoe gebouwen en ruimtes het beste kunnen aansluiten bij onze aangeboren hang naar de natuur. Volgens zijn ontwerpprincipes kan dat bijvoorbeeld door het plaatsen van planten, afbeeldingen van de natuur en het gebruik van natuurlijke materialen en kleuren, organische vormen en natuurlijk licht.

In 1999 introduceerde de neurobioloog Semir Zeki de term neuro-esthetiek, toen hij onderzoek deed naar hoe de hersenen van proefpersonen reageren op schilderkunst en muziek. Zeki ontdekte dat de mediale orbifrontale cortex – een deel van de hersenen dat een belangrijke rol speelt bij emoties – altijd oplicht wanneer we iets waarnemen wat we mooi vinden, of dat nu visueel, muzikaal of zelfs wiskundig is.

Ook zijn inzichten sijpelen steeds vaker door in design. Het Deense meubelmerk Muuto richt zich bij het ontwerpen van ruimtes en objecten op vijf basisprincipes uit de neuro-esthetiek: kleur, vorm, tactiliteit, licht en natuur. Vloeiende en ronde vormen zijn volgens de neuro-esthetiek uitnodigend en comfortabel. Die principes past Muuto onder meer toe in de eetkamerstoel Fiber (2014) en het vloerkleed Relevo (2023).

In 2019 maakte Muuto met Google, Suchi Reddy en de Johns Hopkins University de presentatie A Space for Being op de Salone del Mobile – een van de eerste projecten die neurodesign op de kaart zette. Bezoekers liepen door drie verschillende ruimtes met een polsbandje dat hun hartslag, ademhaling en lichaamstemperatuur mat. Na afloop kreeg iedereen een rapport dat liet zien in welke kamer ze zich het meest op hun gemak hadden gevoeld. Die installatie vormde de basis voor het interieur van de Google-winkel in New York.

Ongefilterde reacties

„Neuro-esthetiek helpt te ontwerpen op basis van wat bewezen werkt, in plaats van wat we dénken dat werkt”, zegt Dea Luma, die promoveerde in neuroarchitectuur aan de Universiteit van Tokio, waar ze nu assistent-hoogleraar is. Haar ontwerpbureau, Synthèse Design Lab, combineert architectonisch design met neurowetenschappelijk onderzoek. „Dankzij moderne neurofysiologische meetinstrumenten, die activiteit in de hersenen en het zenuwstelsel registreren, kunnen we in realtime zien hoe mensen reageren op verschillende omgevingen.”

Een elektro-encefalogram (EEG) is een van die instrumenten: een scan die de elektrische activiteit van de hersenen meet via elektroden die op het hoofd worden geplaatst. Moderne EEG-systemen zijn compact en mobiel, waardoor er niet langer een laboratorium nodig is. Luma: „Een paar jaar geleden moesten we het nog doen met vragenlijsten, maar dan geven mensen soms sociaal wenselijke antwoorden. Nu kunnen we de ongefilterde reacties meten.”

De sales-arena kreeg rode accenten – rood werkt licht stressverhogend en zou dus de prestaties verbeteren

Nog vóórdat je een gebouw neerzet of een ruimte inricht, zou je onderzoek moeten doen naar de wensen van de gebruikers, vindt Luma. Uit een van haar onderzoeken blijkt dat architecten anders reageren op een ruimte dan leken. „Dat laat zien hoe belangrijk het is je te verplaatsen in de gebruiker.”

Precies dat deden interieurontwerpbureau Hoogerwerf en marketingbureau Neurofactor toen ze drie jaar geleden werden gevraagd het nieuwe kantoor van recruitmentorganisatie Robert Walters op de Amsterdamse Zuidas in te richten. „Voordat we gingen ontwerpen, hebben we gesprekken gevoerd met de medewerkers én MRI-scans gemaakt van 24 mensen uit de organisatie”, zegt neurowetenschapper Martijn den Otter van Neurofactor. Zijn team koos voor een MRI omdat zo’n scan diepere hersengebieden bereikt en – in tegenstelling tot een EEG – laat zien welke specifieke hersengebieden actief zijn. „We wilden de ruimtes inrichten op het triggeren van specifieke emoties. In de MRI konden we medewerkers blootstellen aan beelden van interieurstijlen en zien welke de gewenste emotie opriepen.”

Dankzij het onderzoek kreeg de sales-arena hoge krukken en rode accenten – rood werkt licht stressverhogend en zou daardoor de prestaties verbeteren – terwijl de bufferzone juist werd ingericht met rustgevend groen, zachte vormen en planten. De werkruimtes werden in 2023 in gebruik genomen. Den Otter: „Het ziekteverzuim is gedaald, de productiviteit is gestegen en mensen komen weer vaker naar kantoor.”

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.