ANPScholieren in Beverwijk mochten na een schoolsluiting van een dag weer naar school

NOS Nieuws•vandaag, 16:43

  • Jozephine Trehy

    verslaggever

  • Jozephine Trehy

    verslaggever

“Alles veilig, alles voorbij, hoppa helemaal goed!” Volgens een paar jongens op een trapveldje in Beverwijk is de rust terug, een maand na de geweldsexplosie tussen groepen jongeren uit Beverwijk, Heemskerk en Haarlem.

Op sociale media verschenen begin september gewelddadige video’s van mishandelingen en met AI gemaakte beelden van een ontploffing van een school. Middelbare scholen in Heemskerk en Beverwijk gingen uit voorzorg een dag dicht en er werd een veiligheidsrisicogebied ingesteld waarin preventief kon worden gefouilleerd en het samenkomen in groepen groter dan drie verboden was. Een zware maatregel maar de onrust was dan ook groot.

Preventie met Gezag

Volgens burgemeester Martijn Smit van Beverwijk heeft het geholpen. Er werden acht jongeren aangehouden verricht en sommigen zijn inmiddels veroordeeld. Ook zijn wapens als messen en boksbeugels in bezit genomen.

Maar de burgemeester vindt dat niet genoeg. Hij heeft als bestuurder van een kleine stad behoefte aan meer middelen en expertise vanuit Den Haag. “We zijn niet aanwezig in die online wereld, en daar hebben we echt iets te doen, ik zie dat we als gemeente nu niet in staat zijn daar aan te sluiten”.

Smit zou graag meedoen aan het programma Preventie met Gezag. Dit programma van de Rijksoverheid biedt jongeren kansen en stelt grenzen aan crimineel gedrag. Grotere steden komen ervoor in aanmerking, maar Beverwijk niet. En dat terwijl, zoals gebleken, daar wel grootstedelijke problemen spelen.

‘Van de straat houden’

Bij Preventie met Gezag wordt bijvoorbeeld gekeken naar extra locaties voor jongerenwerk. Precies waar Lars Steeneken, manager jongerenwerk van jeugdcentrum Nul251 in Beverwijk ook de oplossing ziet. In het centrum kunnen jongeren kickboksen, muziek maken, koken, gamen, spelen, praten, hangen.

Het idee is in contact te blijven met jongeren en ze van de straat te houden. Hij denkt dat hard ingrijpen niet genoeg is en dat er meer geld nodig is: “Ik zou meer willen doen, meer inzet op straat, meer online aanwezig zijn, aandacht voor de tieners. Als je niet gaat investeren in preventie en kansen geven dan is het wachten op een volgend incident.”

We doen goede dingen maar nu moeten we keuzes maken in wat we de jongeren kunnen bieden.

Jongerenwerker Lars Steeneken

Jongerenwerker Steeneken gaat geregeld samen met collega’s de straat op, langs hangplekken, om met jongeren te praten. In Beverwijk is nu ruimte voor drie fulltime jongerenwerkers, en dat zouden er volgens Steeneken meer moeten zijn.

Toen Beverwijk vorige maand op slot ging vanwege het geweld en jongeren niet meer met drie tegelijk op straat mochten samenkomen, konden ze wel terecht in het jongerencentrum.

Jongerenwerkers kunnen op zo’n moment contact maken en jongeren waarschuwen voordat ze mogelijk het slechte pad opgaan. Maar daar is dus meer geld voor nodig, benadrukt Steeneken. “Ik zou meer willen doen. We doen goede dingen maar nu moeten we keuzes maken in wat we de jongeren kunnen bieden.”