Het aantal rokers daalt, maar van die groep blijft het aandeel dat een serieuze stoppoging deed al zo’n tien jaar gelijk. „Sommige mensen lukt het om in één keer te stoppen, anderen lukt het met vallen en opstaan”, legt tabaksexpert Esther Croes van het Trimbos Instituut uit. „Omdat niemand gelijk is, heeft het weinig zin het gemiddeld aantal stoppogingen te noemen. Het goede nieuws is dat het iedereen kan lukken.”

Stoppen met roken is niet makkelijk. „Allereerst is er de fysieke verslaving aan de stof nicotine. Na een sigaret worden rokers na drie kwartier weer onrustig: nicotine werkt snel uit. Zonder nieuwe nicotine worden mensen prikkelbaar, krijgen een kort lontje.” De afkickverschijnselen zijn het hevigst in de eerste week. „De derde dag is het zwaarst.”

Daar komt de gewoonteverslaving bij: „Roken bij de koffie, roken na de afwas, roken bij het uitlaten van de hond… Roken als gewoonte is het moeilijkst om te doorbreken. En als er stress bij komt, dan is het makkelijk om toch een sigaret te pakken.”

Ondanks het jarenlange actieve ontmoedigingsbeleid van de overheid, staken vorig jaar meer dan 3,1 miljoen Nederlanders weleens een sigaret of vape op. Onder jongeren neemt het aandeel rokers en vapers zelfs toe.

Naarmate het inkomen lager is, rookt men vaker dagelijks. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS. In de top-20 gemeenten met het hoogste percentage volwassenen dat rookt of vapet, rookt meer dan een op de vijf volwassenen. Een groot deel van de top-20 heeft een laag inkomen. 

Zo wordt de lijst aangevoerd door Rotterdam, waar 23,9 procent van de volwassenen wel eens rookt of vapet. En als je alle Rotterdammers op een rij zet, gesorteerd op inkomen van hoog tot laag, verdient de middelste zo’n 29.000 euro per jaar. Van de 342 gemeenten zijn er maar tien waar minder wordt verdiend. 

Ook in de gemeenten Groningen (veel studenten), Heerlen, Kerkrade en Pekela wordt relatief veel gerookt en verdienen de inwoners minder dan het modaal inkomen (39,8 duizend euro per jaar).

Als je naar opleidingsniveau kijkt, wordt er relatief meer gerookt onder praktisch opgeleiden. „In procenten roken er veel mensen in de groep met een lage opleiding. Maar in Nederland zijn er veel meer mensen met een opleiding op het middenniveau”, legt Croes uit. Zij hebben een havo, vwo of MBO 2, 3 of 4 diploma. „Daardoor zijn in absolute aantallen de meeste rokers in die groep te vinden, ook al is het percentage lager.”

Stoppen met roken is nooit makkelijk, maar voor mensen met een lager inkomen of een niet-academische opleiding is het nog net iets moeilijker. „Daar moeten zorgverleners deels de hand in eigen boezem steken”, vindt Croes. „Deze mensen worden minder vaak doorverwezen naar goede stoppen-met-roken-zorg. En dat is de meest effectieve manier om te stoppen.”

Uit het lijstje alcohol drinken, ongezond eten, te weinig bewegen, en roken, is roken het meest dodelijk – voor de rokers én de niet-rokers in hun omgeving. Jaarlijks gaan er 19.500 mensen dood doordat ze zelf gerookt hebben, en duizend mensen doordat ze meerookten. „Als je dat weet, dan is stoppen met roken een no-brainer”, aldus Croes.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.