De Amerikaanse singer-songwriter Madison Cunningham is de kaap van de dertig nog niet gepasseerd maar heeft toch al een Grammy op haar schoorsteen staan. Haar in 2022 verschenen langspeler Revealer leverde haar een jaar later niet alleen de prijs voor beste folkalbum op, maar bracht haar ook onder de aandacht van een breder publiek. Dankzij samenwerkingen met onder anderen Andrew Bird en Remi Wolf mag ze bovendien al enkele grote namen tot haar fans rekenen. In onze contreien is haar naam voorlopig nog minder bekend, maar daar zou haar nieuwe album Ace wel eens verandering in kunnen brengen. Na de bijzonder knappe singles “My Full Name” en “Wake” (een samenwerking met Robin Pecknold van Fleet Foxes) en een onderbelichte bijdrage aan RUSHMERE van Mumford & Sons, ligt haar vierde langspeler nu in de rekken.
Ace is een typische break-uplaat. Cunningham was amper zevenentwintig toen ze aan het album begon te schrijven, en de scheiding die ze op dat moment doorliep vormde vanzelfsprekend de rode draad. Waar de zangeres op eerdere platen vooral zong over het liefdesverdriet van fictieve personages koos ze er dit keer voor om naar binnen te keren en haar eigen liefdesleven centraal te stellen. Midden in dat emotionele proces verliep het schrijven echter moeizaam: Cunningham kampte met een stevige writer’s block. Pas na ruim negen maanden kwam in augustus 2024 eindelijk de ommekeer en vloeiden de nummers plots als vanzelf uit haar pen. Samen met producer Robbie Lackritz (Feist, Rilo Kiley, Bahamas, Peach Pit) en enkele bevriende muzikanten dook ze daarna de studio in, waar het album in een opvallend hoog tempo werd opgenomen.
Hoewel Cunningham vooral bekendstaat als gitariste kiest ze er op haar nieuwe lp bewust voor om haar trouwe zessnarige metgezel niet te prominent in beeld te brengen. In plaats daarvan schuift ze de piano en toetsen naar voren. En dat is iets wat in de eerste single “My Full Name” al duidelijk te horen was. Ook in “Shore”, de echte albumopener na het instrumentale warmmakertje “Shatter Into Form I”, staat de piano centraal. Het instrumentarium wordt al snel aangevuld met mysterieuze houtblazers en contrabas. Als een kleine symfonie walst het nummer door verschillende melodieën, terwijl Cunninghams stem moeiteloos schakelt van laag en zalvend naar hoog en begeerlijk. “Shore” is geen eenvoudig nummer, maar wel een gewaagde keuze als opener. Als statement kan dat alvast tellen. ‘All I want is you’, zingt ze vlak voor de eclectische finale, gedragen door een nerveuze piano en een droevig orkest. Zo kruipt Cunningham langzaam maar zeker onder je huid.
Je mag het album je gerust een groeiplaat noemen, want heel wat songs hebben tijd nodig om zich in je hoofd én hart te nestelen. Een schoolvoorbeeld is “Take Two”: wat bij een eerste luisterbeurt misschien een eentonig pianonummertje lijkt, ontpopt zich gaandeweg tot een bijzonder gelaagde break-upsong. Wie zich laat meevoeren door de prachtige tekst en de rijke orkestratie voelt hoe diep de artieste hier snijdt. ‘And the people we were / Are now dying in reverse / Are now having to work out the second part’ zingt ze, en naarmate haar stem langzaam wegvloeit, hoor je de verkilde pijn van een relatie die op haar einde loopt. Het fonkelende “Wake” sluit daarop aan en klinkt aanvankelijk een stuk lichter, maar onder het glanzende oppervlak schuilen evenveel hartzeer en spijt.
Ondanks de zware thematiek is deze langspeler allerminst neerslachtig of deprimerend. Doorheen de veertien nummers zorgt de muzikante voor voldoende variatie, waardoor je als luisteraar soms oren tekortkomt om alles te bevatten. Zo huppelt “Skeletree” speels van optimistische tokkelpartijen naar krachtige strums en orkestrale uitbarstingen, terwijl haar stem met een knappe flow meandert van hoog naar laag. Het donkere, sobere “Break The Jaw” heeft aangenaam ruwe randjes en klinkt daardoor bijna als een gepolijste demo. In het subtiele “Invisible Chalk” zorgt een heerlijk ouderwetse mellotron voor zachte melancholie, terwijl het nerveuze “Golden Gate (On And On)” dan weer een jazzy swing toevoegt.
Madison Cunningham koos de titel Ace omdat een aas in een kaartspel zowel de hoogste als de laagste kaart kan vertegenwoordigen. En net zoals een aas twee waarden heeft, kan ook een relatie alle uitersten doorlopen: van schitterende hoogtes tot diepe laagtes. Die extremen heeft de artieste willen vangen op haar nieuwste langspeler, en wat ons betreft is ze daar ruimschoots in geslaagd. Vergelijkingen met Joni Mitchell zijn daarbij zeker niet van de pot gerukt, want Ace is een bijzonder knappe plaat van een singer-songwriter die haar eigen emoties ontrafelt en muzikale uitdagingen niet uit de weg gaat. De kwaliteit van de songs zakt nergens onder het hoge niveau. Als geheel is deze lp dan ook, om in sporttermen te blijven, een echte ace: een rechtstreekse voltreffer.
Op 27 februari brengt The Ace Tour Madison Cunningham naar De Roma in Antwerpen. De dag nadien kan je de singer-songwriter aan de slag zien in Den Haag.
Ontdek “Shore”, ons favoriete nummer van Ace, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.