Paul Verhoeven behoort tot de grootste regisseurs die Nederland ooit heeft voortgebracht. Met films als RoboCop groeide hij in de jaren tachtig en negentig uit tot een Hollywoodicoon. Toch noemt hij één Amerikaanse productie zonder twijfel het dieptepunt van zijn carrière.
In een interview met The Playlist vertelde Verhoeven dat Hollow Man, zijn interpretatie van The Invisible Man, “waarschijnlijk de slechtste film is die ik ooit heb gemaakt.” Hoewel de film technisch indrukwekkend was, voelde de regisseur zich creatief beperkt door de eisen van de studio.
Vrijheid
Na successen als Total Recall en Basic Instinct kreeg Verhoeven vrijwel carte blanche in Hollywood. Maar die vrijheid bleek schijn. Hij raakte uitgeput door de politieke spelletjes achter de schermen en het gebrek aan artistieke ruimte dat grote studio’s boden. Hollow Man werd voor hem de druppel.
De film, met Kevin Bacon en Elisabeth Shue in de hoofdrollen, vertelt het verhaal van een wetenschapper die onzichtbaar wordt en vervolgens zijn morele kompas verliest. Ondanks het enorme budget van zo’n 95 miljoen dollar vond Verhoeven het eindresultaat voorspelbaar en te conventioneel.
Toch succesvol
Ironisch genoeg werd Hollow Man geen flop. De film bracht wereldwijd meer dan 190 miljoen dollar op, maar dat maakte het voor de regisseur niet draaglijker. Verhoeven verklaarde later dat het de eerste film was waarvan hij achteraf dacht: “Die had ik niet moeten maken.”
Na Hollow Man keerde hij Hollywood definitief de rug toe. Hij verhuisde terug naar Europa en vond daar zijn creatieve vrijheid terug met films als Zwartboek en Elle, die internationaal veel lof oogstten.
Wijs besluit
Toch blijft Hollow Man voor veel kijkers een guilty pleasure, mede dankzij de destijds baanbrekende visuele effecten. Verhoeven zelf kijkt er echter met gemengde gevoelens op terug. “Ik had moeten stoppen voordat ik begon,” zei hij later. Sindsdien koos hij er bewust voor alleen nog projecten te doen die echt bij hem passen.