In de editie van Spreekbuis van 29 juni 1973 uitte Copra-lid en NOS-bestuurslid Jan de Troye felle kritiek op de aanvraag van Veronica om als officiële omroep erkend te worden. In de jaren zeventig was het Copra het gezamenlijke overlegorgaan van de omroepverenigingen binnen de NOS, die toen nog de coördinerende rol vervulde die tegenwoordig door de NPO wordt uitgevoerd.

Volgens De Troye was de aanvraag “onbegrijpelijk” en bovendien “nadelig voor de bestaande omroepen”. De Troye verwees naar artikel 19 van de omroepwet, waarin staat dat aanvragen slechts kunnen worden gehonoreerd indien sprake is van een duidelijke culturele behoefte. “Ik geloof niet dat Veronica op grond daarvan een zendmachtiging zal krijgen,” stelde hij destijds. “Hun zendtijdaanvraag van artikel 19 is gewoon te gek.”

De discussie speelde in een periode waarin de Nederlandse regering zich boog over de toekomst van de zogenoemde zeezenders, waaronder Veronica, die destijds nog uitzonden vanaf schepen buiten de territoriale wateren. De Troye waarschuwde dat toelating van zulke commerciële partijen een “ongunstige invloed” zou hebben op de toekomst van de publieke omroep.

Binnen de omroepwereld werd de aanvraag van Veronica destijds scherp verdeeld ontvangen. Terwijl sommige omroepmedewerkers sympathie toonden voor de populaire zeezender, bleef de gevestigde orde — waaronder de NOS en TROS — overwegend kritisch.

Het artikel uit Spreekbuis schetst daarmee een helder beeld van de spanningen die begin jaren zeventig binnen het Hilversumse bestel heersten: een publieke omroep in verandering, onder druk van commerciële vernieuwers die de grenzen van het systeem opzochten.Na juni 1973 moest Veronica haar zeezender stoppen door de anti-zeezenderwet, maar kreeg in 1975 alsnog erkenning als publieke omroepvereniging. In de jaren tachtig groeide zij uit tot de grootste omroep van Nederland, om in 1995 het publieke bestel te verlaten en als commerciële zender verder te gaan.

Bron: Spreekbuis, 29 juni 1973.(Met dank aan Juul Geleick/ Stichting Nordeney)