De darmschimmel Candida albicans blijkt het beloningssysteem in de hersenen te beïnvloeden. Het resultaat: minder zin in alcohol.
Candida albicans is een schimmel die van nature in de menselijke darm voorkomt. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de aanmaak van deze schimmel wordt gestimuleerd door bijvoorbeeld antibioticagebruik, een ongezond dieet of alcoholconsumptie. Als dit gebeurt kan de schimmel uiteindelijk zelf een lichaamseigen molecuul aanmaken, genaamd PGE2. Dit molecuul is een waar Zwitsers zakmes: het verzacht ontstekingsreacties, kan de aanmaak van maagzuur remmen en is zelfs in staat om koorts uit te lokken.
De onderzoekers zagen dat een toename van PGE2 gepaard ging met veranderingen in hoe dopamine wordt verwerkt in de hersenen, in een hersengebied dat betrokken is bij beloning en gewoontevorming. Voor het onderzoek hebben ze dit in het lab uitgetest op muizen. Dat had direct effect op het gedrag: muizen begonnen alcohol te vermijden naarmate ze meer PGE2 in hun bloed hadden.
Onverwacht
De resultaten, gepubliceerd in mBio, komen onverwacht. Aanvankelijk dachten de onderzoekers dat het omgekeerde zou gebeuren: ze dachten dat muizen alcohol juist lekkerder zouden vinden en meer zouden drinken, omdat het beloningssysteem geprikkeld raakt. Dat bleek dus niet het geval. “Onze eerste ideeën bleken helemaal verkeerd”, zegt promovendus Andrew Day. Het team heeft echter al wel een aantal verklaringen voor het onverwachte gedrag: “Het kan komen doordat muizen anders reageren op C. albicans dan mensen door verschillen tussen schimmelstammen of omdat er veel meer aan de hand is en we slechts een klein deel van het totale plaatje zien.”
Naderhand heeft het team van Day met extra testen weten te bevestigen dat PGE2 toch echt een rol speelt. Wanneer de onderzoekers PGE2-receptoren blokkeerden veranderde het gedrag van de muizen spontaan en begonnen ze weer alcohol te drinken. Dat wijst erop dat PGE2 mogelijk dus nóg meer dingen regelt in het lichaam dan eerder gedacht: wellicht is het ook een actieve schakel in de verbinding tussen de darmen en het brein. Bovendien bleken muizen met overmatig veel C. albicans gevoeliger voor de verstorende effecten van alcohol op motorische coördinatie. Dit effect verdween eveneens toen PGE2 werd geremd.
Bedenksel
Het onderzoek benadrukt nog maar weer eens dat de bacteriën in je darmen ook de hersenen flink kunnen beïnvloeden. “Ons lichaam is zo bedraad dat je gedrag afhankelijk is van wat er in je darmen leeft. Deze studie laat zien dat ook schimmels een belangrijk onderdeel zijn van die relatie tussen de darmen en het brein”, zegt teamlid Carol Kumamoto. “We denken dat de mate van schimmelkolonisatie vooral bij mensen met een alcoholgebruikstoornis van invloed kan zijn op de interesse in drinken. Of in andere woorden: de ‘beloningswaarde’ van een drankje kan veranderen en is uiteindelijk meer een soort van ‘bedenksel’ van je hersenen.”
Zoals Kumamoto aangeeft is het onderzoek vooral relevant voor mensen die problemen ervaren met alcohol. Een alcoholgebruikstoornis treft meer dan 5 procent van de volwassenen wereldwijd en wordt gekenmerkt door het onvermogen om alcoholgebruik te controleren, ondanks negatieve gevolgen. Huidige behandelingen, zoals therapie en zelfhulpgroepen maar ook medicatie, werken vooralsnog maar matig. Hierdoor grijpen mensen helaas vaker weer naar de fles. Als schimmels via PGE2 het verlangen naar alcohol kunnen verminderen kan dat leiden tot nieuwe behandelmethoden. Denk bijvoorbeeld aan het gecontroleerd laten groeien van schimmels in de darmen of aan het stimuleren van PGE2 op andere manieren.
Het team is echter nog wel voorzichtig: er is alleen nog maar op muizen getest en de vertaling naar mensen gaat een héél zorgvuldig vervolgonderzoek eisen. Dit is vooral omdat de darmbacteriën van mensen en muizen flink kunnen verschillen en het daardoor niet bekend is wat voor effect C. albicans precies op de mens heeft.