Hulpverleningsorganisaties hadden gehoopt dat de grens bij Rafah deze week open zou gaan, zodat humanitaire hulp voor de Palestijnen opgeschaald kon worden. Maar nog altijd houdt Israël bijna alle grensovergangen naar de Gazastrook dicht en druppelen levensmiddelen maar mondjesmaat het gebied binnen.
Nauwelijks verbetering
De schaarse middelen die de Gazastrook binnenkomen, zijn net genoeg om de hulpverlening in stand te houden. Dat vertelt directeur Karel Hendriks van Artsen zonder Grenzen aan EenVandaag. “Maar de kwaliteit van hulp blijft lijden, vanwege gebrekkige voorraden. Echte verbetering in toegang voor humanitaire hulp is er nog niet.”
En dat was wel de afspraak. In het akkoord dat Hamas en Israël op 9 oktober met elkaar sloten stond namelijk dat in de eerste fase niet alleen de wapens neergelegd moesten worden, maar ook de humanitaire hulp opgeschaald ging worden. “We vergeten vaak dat het een land überhaupt niet is toegestaan humanitaire hulp tegen te houden. Het mag geen kraan zijn die Israël open en dicht draait wanneer het hen uitkomt.”
Veiliger, maar niet makkelijker
En juist nu is die hulp belangrijk, vertelt ook de Palestijnse Issam* die voor War Child werkt. Hij is gevestigd op de Westelijke Jordaanoever en stuurt vanuit daar een team hulpverleners aan in de Gazastrook. “Door het staakt-het-vuren kunnen onze hulpverleners veiliger opereren. Dit is het moment om hulp op te schalen, de hele bevolking heeft hulp nodig.”
Maar dat het nu op de grond veiliger is, betekent niet per se dat opereren in het gebied makkelijker gaat. “Alles is ingestort en we staan voor enorm veel uitdagingen”, vertelt Issam. “Transport, voorraden, materialen voor activiteiten. Bovendien is de gehele bevolking, ook ons team en onze partners, uitgeput.”
‘De rouw zet in’
Want door de gevechtspauze daalt bij veel mensen de adrenaline en begint nu pas door te dringen wat er de afgelopen twee jaar is gebeurd, vertellen de hulpverleners. “Ook bij onze mensen”, zegt Issam. “De meesten hebben hun huis verloren, hun eigendommen, hun herinneringen en een hoop familie en vrienden. Ze moeten ook voor zichzelf zorgen.”
“De rouw zet nu in”, vertelt Hendriks van Artsen zonder Grenzen. “Vooral bij mijn Palestijnse collega’s zie ik dat nu tot hen doordringt wat hen is aangedaan. Ze keren terug naar de plek waar ooit hun huis stond en zien dat er niets meer over is van hun leven.”
Gemengde gevoelens
Het staakt-het-vuren ging ruim een week geleden in, maar opluchting voelen was ingewikkeld voor Issam. “Ik had gemengde gevoelens toen ik hoorde over de wapenstilstand. Ik ben blij om te zien dat de oorlog en genocide voor nu gestopt zijn, maar ben ook bezorgd om de mensen en in shock door de massale vernietiging. En niemand weet hoe lang deze wapenstilstand gaat duren.”
Dat is ook wat Hendriks hoort van zijn collega’s in Gaza. “De spanning is hoog, het verlangen is heel intens maar het vertrouwen is laag. Men durft eigenlijk niet te hopen.”
Fase 2 van onderhandelingen
Eerder dit jaar hadden Israël en Hamas namelijk ook al de wapens neergelegd, maar dat staakt-het-vuren hield amper twee maanden stand. De partijen kwamen er niet uit tijdens het tweede gedeelte van de onderhandelingen en na enkele weken blokkeerde Israël alle humanitaire hulp. Hongersnood was het directe gevolg.
De angst is groot dat het ook nu het stukloopt in fase 2 van de onderhandelingen, die inmiddels zijn ingegaan.
‘Doorgaan is de enige optie’
“Mensen zullen doorgaan zolang ze leven, maar we zagen vlak voor dit staakt-het-vuren dat mensen gingen opgeven”, vertelt Hendriks.” Toen eerder deze zomer gevraagd werd om te vertrekken uit Gaza-stad, bleven sommige mensen zitten. Ze dachten: het zal mijn tijd wel duren. Ik ben daar heel erg bang voor.”
Issam: “Mijn collega’s zijn uitgeput. Iedereen is uitgeput. Maar we moeten doorgaan, dat is de enige optie. Ik heb nog hoop. Want zonder hoop kunnen Palestijnen niet meer leven.”
*De achternaam van Issam is bekend bij de redactie.