ANPVVD-minister Van Oosten van Justitie en Veiligheid dinsdagmiddag in het Vragenuurtje
NOS Nieuws•gisteren, 23:16
Demissionair justitieminister Van Oosten (VVD) heeft zich, na stevige kritiek uit de Tweede Kamer, toch stelliger uitgesproken over de relschoppers die afgelopen zaterdag vernielingen aanrichtten en politiemensen aanvielen in Den Haag. Hij sprak vanavond over “extreemrechtse relschoppers” die hij geweld zag gebruiken, de Hitlergroet zag brengen en “de vreselijke leuzen” zag roepen.
“Dat vind ik nazistisch, dat vind ik antisemitisch en dus verwerpelijk en afschuwelijk”, aldus Van Oosten aan het begin van zijn betoog in een debat over de bestrijding van antisemitisme.
Een paar uur eerder, in het wekelijkse vragenuurtje, hadden tal van Kamerleden met verbazing en irritatie geluisterd naar Van Oosten omdat die weigerde zich uit te spreken over de motieven van de relschoppers. Hij vond dat het oordeel daarover overgelaten moest worden aan de politie, het Openbaar Ministerie en uiteindelijk de rechter. “Het is niet aan het kabinet, zo hebben we het systeem niet geregeld, om dat oordeel op die manier te vellen”, aldus minister.
Waarom kunt u het beestje niet bij de naam noemen?
Jimmy Dijk, fractievoorzitter SP
Bij de demonstratie afgelopen zaterdag op het Malieveld waren niet alleen gevechten met de Mobiele Eenheid, werd een politieauto in de fik gezet en de snelweg afgezet. Er werden prinsenvlaggen getoond, een symbool dat tegenwoordig door extreemrechts en vroeger door de NSB werd gebruikt. Ook werden er antisemitische leuzen geroepen en werd de Hitlergroet gebracht. Buiten het Malieveld werden de ruiten van het D66-partijbureau ingegooid en het Binnenhof beschadigd.
Kamerleden van D66, GroenLinks/PvdA, Denk, SP, ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en Volt reageerden daarom geïrriteerd op de formele opstelling van Van Oosten. “Ik denk dat heel veel mensen in Nederland zich afvragen waarom de minister zo ontzettend om de hete brij heen draait”, zei D66-Kamerlid Paternotte. SP-leider Van Dijk: “Ze lopen door onze straten, met NSB-vlaggen, met Duitse leuzen en met hun arm omhoog. Waarom kunt u het beestje niet bij de naam noemen? Waarom kunt u dat niet?”
Te star
Maar Van Oosten hield voet bij stuk. Hij zei dat hij de gebeurtenissen “totaal afschuwelijk” vond. “Het is heel belangrijk dat ik als minister niet ga zeggen wat ik vind dat het is”, aldus Van Oosten. De rechter moet dat bepalen, was toen zijn mening.
Vanavond kwam de justitieminister toch van zijn standpunt terug. Hij had het idee dat hij in het vragenuurtje zijn scherpe standpunt “onvoldoende” duidelijk had gemaakt. “Dan was ik daar vanmiddag te star in.” En hij had dat gedaan om te voorkomen dat hij als minister van Justitie rechtszaken tegen de relschoppers zou beïnvloeden. “Ik wil echt, met elke vezel in mijn lijf, dat deze gasten hun straf krijgen.”
Donderdag debatteert de Kamer over de rellen in Den Haag.