De blauwe vinvis wordt vaak beschreven als het grootste dier dat ooit op aarde heeft geleefd. De dieren zijn dan ook ware kolossen: ze kunnen langer worden dan een basketbalveld en zijn zwaarder dan een kudde olifanten. Maar klopt het eigenlijk wel dat er nooit zwaardere dieren hebben geleefd? Het antwoord op die vraag is niet zo eenvoudig. Dat vertelt Olivier Lambert, paleontoloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, aan Scientias.nl.

Vaak lees je dat blauwe vinvissen 30 meter of langer kunnen worden en tot 200 ton kunnen wegen. Dat zijn cijfers die in duizenden populair wetenschappelijke bronnen worden herhaald. Maar om te beginnen moeten we dit getal met een kritische blik bekijken. Verhalen over monsters van 30 meter of meer zijn vaak gebaseerd op oude waarnemingen uit de walvisjachtperiode, in de negentiende en twintigste eeuw. Lambert voegt daaraan toe dat deze claims nooit geverifieerd kunnen worden, omdat er geen bijbehorende skeletten meer bestaan.

Blauwe vinvissen meten is trouwens niet eenvoudig. Je kunt ze immers niet zomaar op een weegschaal plaatsen. Ze moeten vaak indirect worden gemeten, vooral de grootste dieren. “Daarom worden schattingen verkregen via een regressie: men gebruikt de totale lichaamslengte en de verhouding tussen lengte en gewicht bij kleinere individuen”, zegt Lambert. Wel belangrijk is dat wetenschappers voorzichtig moeten blijven met schattingen voor grote dieren, gaat hij verder, “omdat het moeilijk is te voorspellen hoe die verhouding zich gedraagt aan de uitersten van de groeicurve van een soort.”

Hoe groot worden blauwe vinvissen dan echt? Volwassen exemplaren bereiken in werkelijkheid vaak lengtes tussen de 22 en 25 meter. Betrouwbare moderne metingen tonen aan dat de langste exemplaren rond de 27 meter blijven steken. De grootste wetenschappelijk vastgestelde lengte is 30,5 meter. Dit was een uitzonderlijk groot exemplaar. Een gewicht van 200 ton wordt door wetenschappers niet uitgesloten voor zulke grote dieren, maar dit is zeker niet gebruikelijk. Het gewicht van een typische volwassen blauwe vinvis schommelt doorgaans tussen de 80 en 120 ton, afhankelijk van het seizoen en de voedselvoorziening. Dat is nog altijd enorm, maar het is alvast een groot verschil met het eerder genoemde getal. 

Volgens Lambert is het dan ook niet zinvol om het gewicht van de allergrootste exemplaren te gebruiken om te beweren dat de blauwe vinvis het grootste dier aller tijden is. “Vanuit biologisch oogpunt is het zinvoller om gewichtsintervallen te geven en een idee van het volwassen gewicht en de lengte voor pakweg 90 procent van de gemeten of geschatte exemplaren.” Dan kom je dus op een lager gewicht uit waarmee je dieren uit het verleden kan vergelijken. 

Uitgestorven uitdager

Nu we weten hoe we blauwe vinvissen dienen te vergelijken met andere dieren, stuiten we op een tweede, nog grotere uitdaging. Er zijn namelijk duizenden blauwe vinvissen onderzocht, maar die moeten nu worden vergeleken met uitgestorven dieren waarvan we vaak slechts een handjevol of in sommige gevallen zelfs maar één fossiel hebben. “Het spreekt vanzelf dat maximale gewichten voor uitgestorven dieren ook (en nog ruwere) schattingen zijn”, zegt de onderzoeker. Een goed voorbeeld is Perucetus colossus, een 39 miljoen jaar oude walvisachtige die in 2023 werd beschreven door Lambert en zijn collega’s, en die in de media werd bejubeld als ‘mogelijk het zwaarste dier ooit gevonden’.

Maar eigenlijk kunnen we dat lang niet met zekerheid zeggen. De onderzoekers vonden namelijk geen volledig skelet, maar 13 gefossiliseerde wervels en 4 ribben. We weten dus niet veel over dit dier. De schattingen voor zijn gewicht lopen hierdoor sterk uiteen. “Voor Perucetus stelden we op basis van onze schattingen enkel dat het gewicht van het onderzochte individu niet lager lag dan 85 ton en niet hoger dan 340 ton. Dat is heel iets anders dan zeggen dat de grootste Perucetus 340 ton woog”, vertelt hij. Kort na de ontdekking vertelde hij tijdens interviews met Belgische media dat hij, moest hij echt gokken, hij het op een gewicht tussen 150 en 200 ton zou houden. 

Perucetus colossus (boven) en een blauwe vinvis (midden). Bron: G Bianucci

Betekent dit dat de blauwe vinvis van de troon is gestoten? Dat kunnen we zeker niet met zekerheid zeggen. “Perucetus is een van de zwaarste dieren ooit, met een ongelooflijk massief skelet (veel vatbaarder voor fossilisatie en ontdekking dan kleinere, fragielere botten), en toch is er maar een half skelet gevonden. Dit kan betekenen dat sommige zeer grote soorten een relatief beperkte verspreiding hadden of niet lang hebben overleefd”, zegt Lambert. Met andere woorden: het blijft mogelijk dat er nog grotere dieren hebben rondgezwommen waarvan we simpelweg nooit fossielen zullen vinden. Het feit dat juist Perucetus zulke robuuste botten had, verhoogt de kans dat hij in het fossielenarchief opduikt, terwijl soorten met lichter en minder duurzaam skeletmateriaal misschien wel spoorloos zijn verdwenen.

Zijn er andere concurrenten?

De massa van één dier is een manier om de titel van ‘grootste’ te meten. Maar als we naar de lengte kijken, komt Perucetus colossus eigenlijk niet in de buurt van de blauwe vinvis. Perucetus was waarschijnlijk ‘maar’ maximaal zo’n 20 meter lang en misschien zelfs kleiner. Bovendien trekken studies uit 2024 en 2025 het zeer hoge gewicht van het dier in twijfel. De studie uit 2024 gaat uit van een gewicht van 60 tot 70 ton, de latere houdt het zelfs op een maximum van 50 ton. Het is uiteraard ook mogelijk dat deze latere studies de bal misslaan. De wetenschappers gebruikten hier andere methoden, met hun eigen beperkingen. En ook hier geldt bovendien, zoals eerder gezegd, dat we maar één incompleet fossiel hebben. De kans dat het ontdekte exemplaar toevallig uitzonderlijk groot is, is klein. Maar tot we meer fossielen ontdekken, kunnen we niet met zekerheid zeggen of het hier om een klein, gemiddeld of groot exemplaar gaat. 

Voorlopig kan Perucetus de gouden medaille dus nog niet opstrijken. Maar in dat geval rijst de vraag: als Perucetus zowel de titel van zwaarste als langste niet kan claimen, zijn er dan andere uitgestorven dieren die de blauwe vinvis het vuur aan de schenen kunnen leggen? Op vlak van gewicht hebben we eigenlijk nog geen geloofwaardige concurrenten gevonden. Sommige wetenschappers denken wel dat de sauropode (een langnekkige dinosauriër die op het land leeft, zoals Platvoet van de tekenfilms) Bruhathkayosaurus tot wel 170 ton zou hebben gewogen. Een andere kandidaat is de Maraapunisaurus, die volgens de meest optimistische schattingen 150 ton aantikte. 

Maar deze schattingen worden door veel paleontologen in twijfel getrokken. Van de Bruhathkayosaurus werden slechts een handjevol botten gevonden, van één dier. Daarom is het zeer moeilijk om een betrouwbaar beeld te krijgen. De Maraapunisaurus is zelfs nog dubieuzer: van het dier werd in 1877 slechts een deel van één wervel gevonden. Het fossiel werd beschreven als ‘zeer fragiel’ en verdween kort na de ontdekking. Dat het dier überhaupt bestond, moet dus met een korrel zout worden genomen. “Ik denk niet dat een sauropode (of een ander landdier) ooit 200 ton zou hebben bereikt”, zegt Lambert stellig.
Wat wel zeker is, is dat blauwe vinvissen de titel van langste sowieso niet kunnen claimen. Verschillende sauropoden waren wellicht langer, zoals Patagotitan en Argentinosaurus. Waarschijnlijk woog geen van deze dieren meer dan 100 ton, maar langer dan 30 meter waren ze waarschijnlijk wel. Ook bij ongewervelden zijn er kandidaten, zoals de gele haarkwal. Dit dier heeft tentakels die tot 37 meter lang kunnen worden. Maar zelfs al laten we dit soort technisch correcte dieren buiten beschouwing: de kans dat de blauwe vinvis het langste gewervelde dier aller tijden was, is zo goed als onbestaande.  

De huidige blauwe vinvis houdt voorlopig wel stand als het zwaarste gemeten dier aller tijden. En het is best wel gek dat we de kans krijgen om deze dieren in levenden lijve te bestuderen. Al die andere kolossen waar we het over hebben in dit artikel zijn er niet meer. “Een reus zijn is dus geen garantie voor een lang voortbestaan”, zegt Lambert. De blauwe vinvis kan erover meespreken: in de negentiende eeuw zwommen er nog honderdduizenden rond, maar door de walvisvisserij zijn hun aantallen gekelderd. Vandaag de dag zijn er nog maar tussen 10.000 en 25.000 blauwe vinvissen. Hoewel de populatie, door hedendaagse inspanningen om de dieren te redden, weer stilaan groeit, wordt de blauwe vinvis nog altijd als een bedreigde diersoort gezien. Daarbovenop weten we niet welke impact de klimaatverandering op hen zal hebben. Lambert sluit dan ook af met een boodschap: “Laten we zorg dragen voor de reuzen van vandaag!”