Eerder dit jaar kreeg VluchtelingenWerk al te horen dat er flink zou worden gekort. Door die beslissing ziet de organisatie zich genoodzaakt om keuzes te maken. 

Een van die keuzes is dat ze voortaan nog op 70 opvanglocaties aanwezig zullen zijn om vluchtelingen hulp te verlenen. Nu gebeurt dat op 300 opvanglocaties in het hele land. “Dit heeft grote impact op vluchtelingen en hun rechtsbescherming tijdens de asielprocedure. De meerderheid van de vluchtelingen zal daardoor onvoorbereid de procedure ingaan”, stelt de organisatie.

De hulporganisatie laat weten in gesprek te blijven met het ministerie over de gevolgen van het besluit voor vluchtelingen. Ook probeert ze de schade te beperken door in gesprek te gaan met het IND en het COA. “Maar dit geeft extra belasting voor hen en ook voor de gemeenten en de rechtspraak. Zij krijgen meer vragen en meer dossiers op hun bureau, terwijl zij al overbelast zijn.”

Miljoenen minder

In januari dit jaar maakte toenmalig minister Marjolein Faber (PVV) bekend dat VluchtelingenWerk het met 13 miljoen euro subsidie moest doen, waar het eerder 34 miljoen ontving. De rechter floot Faber later deels terug. De bezuiniging van 21 miljoen euro was te abrupt waardoor de hulporganisatie niet genoeg tijd had om het financiële gat te dichten.

Voor het komende jaar komt het budget alsnog uit op 13 miljoen euro, en dus zijn de zorgen groot. De organisatie vreest dat met name de meest kwetsbare vluchtelingen de organisatie niet meer weten te vinden. “Omdat zij moeten reizen naar andere locaties en we hen niet meer proactief kunnen benaderen.”