‘1919’, het nieuwste boek van Aline Sax, is althans qua stijl compleet anders dan zijn voorganger. Waar ‘Wat ons nog rest’ experimenteerde met de stijl van de versenovel, schrijft Sax hier een vuistdikke roman van vierhonderd en negen pagina’s. ‘1919‘ vertelt het verhaal van Henry, een Britse WO I-veteraan, die na de oorlog zijn zijn vroegere leven verleerd lijkt en terugkeert naar Ieper om zijn demonen in de ogen te kijken. ‘Dulce et decorum est pro patria mori‘, de opdracht van het boek, klinkt alvast meer dan een eeuw later even wrang .

We kennen Aline Sax intussen als bekroond auteur van jeugdboeken en romans voor volwassenen. Haar werk overstijgt stijlen en genres. Ze schreef een doctoraat over de Tweede Wereldoorlog en doceert publieksgeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen. Deze achtergrond als historica typeert ook haar literaire creaties. Sax schrijft de geschiedenis tot leven.

Vakmanschap in vaart en vorm

Met ‘1919’ toont Sax opnieuw haar metier. Het boek boeit vanaf de eerste scène en heeft een vaart die de lezer meeneemt. We krijgen twee verhalen, het naoorlogse verhaal afgewisseld met gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog. Dit werkt wel. De oorlogsflashbacks verklaren veel van Henry’s gedrag in 1919. Hedendaagse inzichten rond traumaverwerking verrijken het boek:

Vader had zijn afgrijzen niet kunnen verbergen en over mijn schouder naar een jongen zitten staren die de helft van zijn gezicht verloren was. Ze voelden zich slecht op hun gemak, omringd door de blinden, kreupelen en verminkten. Het was het dichtste wat ze bij de oorlog konden komen. Dichter dan mijn brieven hen gebracht hadden. Dichter dan de lijsten met slachtoffers. Een bericht dat je zoon gesneuveld was deed pijn, maar het was duidelijk. … Mijn kreupele been, mijn nachtmerries, mijn schrikachtige, vreemde gedrag waren veel minder eenduidig, veel minder makkelijk te plaatsen.

De ruimte wordt uiteraard uitstekend beschreven. Sax kleedt de verschillende scènes meticuleus aan. Ze schept de lezer een wereld. Het verwoeste Ieper, de vernietigde velden eromheen, de woede en moedeloosheid en daadkracht van de West-Vlamingen, de tips om halfvergane lichamen te vinden in het landschap, de letter M op de voorhoofden van de soldaten die morfine toegediend kregen, de stank van de Salient, … De vele details spreken.

De gebeurtenissen aan het front in 1917 worden filmisch en zintuiglijk beschreven. In deze beschrijvingen behoudt dit boek de poëtische kwaliteiten van ‘Wat ons nog rest‘. Je beleeft mee met de jonge frontsoldaten, wandelt in hun loopgraafsporen en het beangstigende niemandsland. In die zin doet het boek denken aan die lange trip die de film 1917 was.

Posttraumatische stress

De lezer leeft mee met de verwarde Henry in 1919. Sax schetst de naoorlogse situatie met veel psychologie. Hoe de achterblijvers de soldaten onmogelijk kunnen begrijpen en de oorlog vooral als een aaneenschakeling van heroïsche daden willen zien. Hoe Henry zelf liefst Ieper en heel de ruime omgeving wil bewaren onder een stolp als eerbetoon voor al die overleden soldaten-kameraden die hem in zijn nachtmerries komen bezoeken. Hoe de Ieperlingen daartegenin gaan.

Het boek heeft het ook over de diepte van vriendschaps- en liefdesrelaties. Hoe dramatische gebeurtenissen mensen bijeen kunnen brengen of net van elkaar kunnen scheiden. De camaraderie tussen de soldaten bloeit tot vriendschaps- en zelfs liefdesrelaties. De banden met familieleden thuis verwateren en worden moeilijk. De soldaten beschrijven het problematische van waarachtige brieven schrijven. Communicatie tussen zij die erin staan en zij aan de zijlijn verloopt stroef.

‘De doden gaan met alle aandacht lopen,’ zeg ik stil. ‘Niemand denkt aan de overblijvers.’

Wat met actuele kunst?

Sax heeft het zijdelings ook over wat kunst wel of niet kan betekenen. Ze beschrijft hoe Henry zijn tekentalent en vaardigheden als beeldhouwer opnieuw gaat gebruiken om vast te leggen wat de oorlog voor hem heeft betekend. Hij maakt schetsen voor een jonge oorlogsweduwe die op die manier kan meeleven met haar overleden man, en beter kan begrijpen in welke omstandigheden hij om het leven kwam. Henry gaat opnieuw inzien dat kunst zinvol kan zijn. Het is voor hem een existentiële kanteling in zijn naoorlogs leven, een mogelijke uit- en toekomst.

Wat vermag een schetsje, wat vermag zelfs een groot kunstwerk in de totaliteit van de oorlog?’

In het midden van de ruimte stond, op een sokkel van een meter hoog, een nieuw beeldhouwwerk. Een huilende engel, gebouwen uit puur wit marmer. De engel had geen vleugels – het kon evengoed een moeder zijn, of een echtgenote. Ineengekrompen van verdriet, haar handen voor haar gezicht, haar gewaad in plooien om haar breekbare gestalte. Ik liep tot vlak bij haar. Het verdriet dat van haar afstraalde, golfde over me heen. Ik wilde haar aanraken, maar durfde niet, alsof ze zou kunnen opkijken.

Non est dulci et decorum

Sax geeft nergens gemakkelijke oplossingen of zwart-wit interpretaties. Henry en zijn lotgenoten zijn mensen van vlees en bloed die strompelen, aarzelen en fouten maken. Er zijn geen helden in een oorlog. Er is geen goed of kwaad. Die meerlagigheid zit in elk hoofdstuk van ‘1919’. Het te toevallige verschijnen van een frontmakker wordt gaandeweg afdoende verklaard. Het boek heeft deels een open einde, waaruit een voorzichtige hoop voor Henry spreekt.

Opnieuw een Aline Sax om niet te missen, deze ‘1919’. Zeker niet het zoveelste boek over WO I, maar een vlot geschreven, leesbaar boek dat (ook jonge) lezers onopvallend heel veel kan bijleren over onze Grote Oorlog. Sax’ achtergrond als historica geeft diepte. Leraren geschiedenis kunnen zich met een dergelijke roman in de handen wrijven. Schijnbaar moeiteloos vervlecht Sax historische feiten tot een verhaal dat loopt als een trein. Sax weet dit veelbesproken thema bovendien op zo’n manier te brengen dat het fris, vernieuwend en brandend actueel voelt. We lezen en we leren bij en we genieten. Beter wordt de Eerste Wereldoorlog niet.

Related Images: