ANPZorgmedewerkers en een bewoner in een woonzorgcentrum
NOS Nieuws•vandaag, 17:51
Ruim 80 procent van de kleine en vrij nieuwe zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg hebben de verklaringen omtrent gedrag (vog) van hun personeel niet op orde. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) die een steekproef deed bij 38 zorgaanbieders. Ook bekeek de inspectie de vog’s van 189 medewerkers.
Wie in de zorg werkt en direct contact heeft met cliënten en patiënten moet bij het in dienst treden een actuele vog inleveren. Die toont aan dat iemands verleden geen bezwaar vormt voor een bepaalde baan of functie. Ook zzp’ers en uitzendkrachten in de zorg zijn verplicht om zo’n vog aan te vragen.
Bij bijna 9 procent van de medewerkers ontbrak een vog. De IGJ zag ook vaker dat de vog bij het in dienst treden te oud was of te laat was aangevraagd. Een medewerker begon dan alvast met werken voordat de verklaring binnen was.
‘Werkgevers willen het goed doen’
Werkgevers controleren nog onvoldoende op de echtheid van de vog en op iemands identiteit. Ze laten dat soms over aan een uitzend- of bemiddelingsbureau, terwijl werkgevers zelf verantwoordelijk blijven, zegt de inspectie.
De inspectie zegt dat werkgevers het wel goed willen doen en dat ze de verantwoordelijkheid voelen voor kwetsbare cliënten, ook vanwege berichten over fraude met de verklaringen en diploma’s. Toch zijn de controles vaak onvoldoende, door een gebrek aan kennis en routine over wat ze moeten doen. Of ze voeren hun eigen werkafspraken niet goed uit.
De inspectie raadt zorgaanbieders onder meer aan om een zorgmedewerker pas te laten beginnen met werken als de vog door de werkgever is ontvangen en gecontroleerd. Ook wordt geadviseerd om de vog op tijd aan te vragen en om dat digitaal te doen.