Tentoonstelling
Sámal Joensen-Mikines: Always the Sea is t/m 8/2 te zien in Museum Belvédère. Info: museumbevedere.nl
„Met het concept ‘idylle’ zijn de bewoners van de Faeröer Eilanden geheel onbekend”, stelde de kunstenaar Sámal Joensen-Mikines ooit. En hij kon het weten, hij was er in 1906 geboren, op het meest westelijke van de 18 eilanden die toen nog een kolonie van Denemarken vormden (en die nu – net als Groenland – een autonome status heeft binnen het Deense koninkrijk). Wie de schilderijen van Mikines bekijkt die nu in Museum Belvédère te zien zijn, snapt wat hij bedoelt.
Er zitten weliswaar vriendelijke beelden tussen van een dorpje tijdens een zomermiddag, een kerktoren bij zonsondergang en verre uitzichten, maar er zit bij Mikines iets unheimlichs in. Hij schilderde zijn wereld zoals hij die zag, dus niet alleen het dorp in de natuur, maar ook de regen, de dronken mannen, de bewoners na een begrafenis en de jacht op de grienden. In een expressionistische stijl die hij in Kopenhagen had geleerd, gaf hij de eilanden een gezicht. Dat dat behoorlijk wat verantwoordelijkheid met zich meebracht, is te begrijpen voor wie beseft dat Mikines (1906-1979) de eerste professionele Faeröerse schilder was.
In de expositie Mikines. Always the Sea is te zien dat Mikines nog best van ver moest komen. De schilderijen die hij rond 1927 maakte, tonen landschappen van grootse uitzichten met roze wolken waarvan de gloed glinstert in enkele rotspartijen met wat vogels eromheen. Op een ervan piekt hysterisch zonlicht door de wolken zoals je die ook ziet bij de mindere goden uit de Romantiek. En hij schilderde in de landschapstraditie zoals enkele amateurschilders op die eilanden ook al hadden gedaan, bij wie dankzij het gebrek aan heldendaden tijdens oorlogen of andere gebeurtenissen het landschap centraal stond.

Sámal Joensen-Mikines: ‘Mikineshólmur’ (1931-32) olieverf op doek, 88 x 67 cm, privécollectie).
Foto Museum Belvédère
Zoom in
Gelukkig werd ondanks de wat 18de-eeuwse landschapsbenadering aan het begin van zijn carrière Mikines’ talent onderkend door enkele kunstenaars uit Scandinavië die graag in het voorjaar – als het weer wat beter was – die kant opkwamen. Ze haalden hem over zich te scholen in Kopenhagen. En zo geschiedde in 1928. Daar zag hij hoe andere 20ste-eeuwse Europese kunstenaars werkten, waardoor ook zijn landschappen aanzienlijk opknapten. Sterker nog: hij begon intrigerende landschappen te maken waarbij zowel de kennis als de weerbarstige liefde voor zijn geboortegrond zichtbaar was. En belangrijk: hij maakte het niet mooier dan het was.
Wanneer kunstenaars-kolonisten een ‘ontdekt’ land afbeelden, tonen ze in de regel een overweldigend landschap met zo min mogelijk mensen, daarmee een indirect argument voor kolonisatie gevend. In de jaren twintig schilderde de Deense kunstenaar Emanuel A. Petersen (1894-1948) bijvoorbeeld de Faeröer alsof er alleen maar rots, zee en vogel te zien was. Hij deed dat wat Groenland betrof nog veel vaker: zijn olieverfschilderijen van Groenland zijn 18de-eeuwse lege landschappen, dat nog wat Deense beschaving kon gebruiken.
Mikines deed dat niet. Er zijn ook bij hem landschappen en uitzichten, maar ook dorpen, kerkgangers en de dood. De eenzaamheid en de verschrikkingen van het leven zijn op de schilderijen niet ver weg.
Dat kwam niet alleen doordat hij zelf een niet al te gemakkelijk leven had, maar ook doordat hij geïnspireerd was geraakt door Edvard Munch. Dat is goed te zien op de werken waar menselijke figuren op staan: verdriet en verlatenheid overheersen, zonder overigens de misogynie die bij Munch wel is te vinden. De Faeröer Eilanders die sinds de 19de eeuw en opkomend nationalisme in heel Europa zo naarstig op zoek waren geweest naar een eigen culturele identiteit, werden door Mikines zo een flinke hand geholpen.

Sámal Joensen-Mikines: ‘Avond, Figuurcompositie’ (1937, aquarel op papier, 23×30 cm).
Foto Museum Belvédère
Zoom in
De Faeröer Eilanders die zo naarstig op zoek waren naar een eigen culturele identiteit, werden door Mikines zo een flinke hand geholpen
Ook de Tweede Wereldoorlog droeg aan die identiteitsweergave een steentje bij. Mikines, die voor het culturele leven en de verkoop van zijn werk afhankelijk was van Kopenhagen, zat tijdens de oorlog vast in Denemarken. De Britten hadden namelijk snel de Faeröer bezet opdat de Duitsers daar niet konden huishouden, en omdat de eilanden zo handig lagen tussen Schotland en Noorwegen in.
Die bezettingsperiode zorgde ervoor dat Mikines vanuit Kopenhagen de tradities van zijn geboorteland ging schilderen. Geen eenzame portretten meer of landschappen met enkele dorpen al dan niet in de regen, maar een van de oudste tradities van de Faeröer: de griendenjacht. Zeeën vol bloed, mannen met harpoenen en walvissen met grote wonden worden in de jaren veertig zijn hoofdthema. Deze jachttaferelen zijn de Faeröerse variant op veldslagen zoals we die van Europese nationalistische schilders kennen, schrijft Nils Ohrt in een boeiend essay in de catalogus behorende bij de expositie.
Mikines blijft de griendenjacht verbeelden, ook in de jaren zestig wanneer hij weer in Kopenhagen woont. Hij is na de oorlog weliswaar naar de Faeröer teruggegaan, maar hij vindt er zijn draai niet meer. Er is geen geschikte plek om te werken en ook gaan hij en zijn vrouw uit elkaar. Terug in Kopenhagen hertrouwt hij, wordt hij vader, en hoewel hij zijn oorspronkelijke thema’s trouw blijft, laat hij fellere kleuren toe. Ondertussen ziet hij wanneer hij in de zomer soms terugkeert hoe de eilanden moderniseren en tradities worden losgelaten. Mikines blijft in zijn werk zijn herinnering trouw. Voor hem zelf misschien ongelukkig dat hij zich niet meer thuis voelde op de eilanden zoals hij die had gekend, maar voor zijn werk gelukkig, want dat bleef dankzij andere kleuren en nieuwe technieken ook met het loslaten van de wortels boeiend en bij vlagen schitterend.

Sámal Joensen-Mikines: ‘Uitzicht vanuit Hoyvík’ (1937, olieverf op doek, 81×63 cm, privé collectie).
Foto Museum Belvédère
Zoom in
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.