Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 25.000 leden van het Opiniepanel. ‘Afschuwelijk’, ’triest’ en ‘gevaarlijk’ zijn woorden die zij gebruiken om hun gevoel te omschrijven nadat een anti-immigratieprotest in Den Haag afgelopen zaterdag uitliep in rellen. Veruit het grootste deel (72 procent) keurt de manier waarop dat protest verliep ten zeerste af.

‘Te weinig geluisterd’

Tegelijkertijd heeft een even grote groep wel begrip voor mensen die demonstreren tegen immigratie. Voor een groot deel omdat ze zelf ook gefrustreerd zijn over het uitblijven van maatregelen die immigratie beperken. Maar een meerderheid (61 procent) vindt ook dat er te weinig wordt geluisterd – of beter gezegd, wordt gedaan – met de zorgen die mensen hebben over dit onderwerp.

Dat zijn vooral kiezers van rechtse partijen, maar ook veel mensen met een voorkeur voor middenpartijen als het CDA en de ChristenUnie, en zelfs een deel van de linkse kiezers, voelen dat er te weinig is gebeurd met de zorgen die mensen hebben over dit thema.

Buurt zien veranderen

Zij vinden dat er in de basis plaats moet zijn voor mensen die vluchten voor hun veiligheid, maar zien tegelijkertijd hun buurt veranderen. Ineens een asielzoekerscentrum waar ze geen invloed op hebben, te weinig woningen voor henzelf, kinderen of kleinkinderen, of een winkelstraat waar de vertrouwde bakker of slager verdwijnt voor een telefoonwinkel.

“Ik woon in de buurt van een azc en ook wij ervaren soms overlast. Niet in de mate waarop de PVV agendeert, maar wel overlast. Ze burgeren ook slecht in. En verder zijn er simpelweg niet genoeg huizen voor iedereen”, vertelt iemand die op het CDA wil stemmen bij de komende verkiezingen.

Politiek verantwoordelijk?

Maar ook mensen die minder bezorgd zijn over immigratie begrijpen waar de boosheid van de demonstranten vandaan komt. “Je zou zeggen dat deze mensen zijn geholpen met een rechts kabinet, maar 2 jaar verder is er niks aangepakt. Of je het er mee eens bent of niet, ook ik vind dat frustrerend”, zegt een ChristenUnie-stemmer.

De meeste ondervraagden kunnen de uit de hand gelopen protesten niet los zien van de stand van de politiek. Ruim de helft (59 procent) vindt dat Haagse politici er met hun taalgebruik in de Tweede Kamer voor zorgen dat dit kon gebeuren.

‘Uit op polarisatie’

Veel panelleden wijzen naar politici als PVV-leider Geert Wilders, maar rechtse kiezers vinden juist dat linkse partijen, zoals GroenLinks-PvdA, DENK of de Partij voor de Dieren, opruien. “Het lijkt alsof politici alleen maar uit zijn op polarisatie, zodat zij groot kunnen worden. Waar is de tijd dat je als politicus luistert, aankaart en ook nog oplost?”, vraagt een nog zwevende kiezer zich af.

Bijna alle panelleden zijn bezorgd over de polarisatie in de samenleving, maar lang niet iedereen van hen (54 procent) vindt dat politici ook echt wat moeten doen aan hun taalgebruik. Het zijn vooral kiezers van de PVV en FVD die weinig moeite hebben met de toon in Den Haag. 4 op de 10 PVV-kiezers vinden die zelfs niet hard genoeg.

Boodschap voor politici

Morgen debatteert de Tweede Kamer over de gebeurtenissen van zaterdag. EenVandaag vroeg kiezers: wat is jouw boodschap voor politici in dat debat? Niet verrassend willen ze, van links tot rechts, dat politici blijven opkomen voor hun zorgen en wensen. Maar wat opvalt is de massale oproep aan politici om eens te luisteren, naar mensen maar ook naar elkaar, en echt te proberen om samen daadkracht te tonen.

“Goed voorbeeld doet goed volgen, maar voor het slechte voorbeeld geldt hetzelfde. Ik hoop niet dat dit de hele campagne doorgaat, we glijden zo af als beschaving”, is de voorspelling van een CDA-kiezer. Ook PVV-stemmers roepen op tot minder vingerwijzen en meer actie: “Er wordt alleen maar naar elkaar geschreeuwd. De een roept ‘ja’, de ander roept ‘nee’, maar er samen uitkomen: ho maar. Daar schieten we niks mee op.”