Het parlement van Letland heeft donderdag ingestemd met terugtrekking uit het Verdrag van Istanbul. Het internationale verdrag van de Raad van Europa gaat over het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Een van de Letse regeringspartijen, de Unie van Groenen en Boeren, steunde het wetsvoorstel van een rechtse oppositiepartij om de recente ratificatie van het verdrag te annuleren. Volgens deze partijen bevordert het verdrag „radicaal feminisme” en „gender-ideologie”.
President Edgars Rinkēvičs moet instemmen met het parlementsbesluit voordat het definitief wordt. Eerder zei Rinkēvičs dat hij zou laten meewegen of het wetsvoorstel verbonden is met de parlementsverkiezingen van oktober volgend jaar, en dat hij geen „ideologische” motieven zal laten meespelen. Hij kan besluiten om de wet terug te sturen naar het parlement, of de wet twee maanden op te schorten. Over tien dagen komt de president met zijn beslissing.
Met deelname aan het Verdrag van Istanbul, geïnitieerd in 2011, verplichten landen zich om beleid te ontwikkelen tegen elke vorm van geweld tegen vrouwen, en tegen huiselijk geweld waar zowel vrouwen als mannen slachtoffer van kunnen zijn. Slachtoffers moeten worden beschermd, daders moeten worden vervolgd.
Tegenstanders beschouwen de vastgelegde verplichtingen als ondermijning van gezinswaarden en promotie van „West-Europese” ideeën over de rol van mannen en vrouwen
Op dit moment hebben 39 van de 46 lidstaten van de Raad van Europa, plus de Europese Unie als instelling, het verdrag zowel ondertekend als geratificeerd. Vijf EU-lidstaten hebben het verdrag nog niet geratificeerd: Bulgarije, Hongarije, Litouwen, Slowakije en Tsjechië. Alleen Turkije trok zich tot nu terug, in 2021. Nederland schiet te kort bij naleving van het Verdrag van Istanbul, constateerde de Raad van Europa recent.
‘Politieke marketing’
Tegenstanders van het verdrag, zowel in Letland als elders, de daarin vastgelegde verplichtingen als ondermijning van gezinswaarden en promotie van „West-Europese” ideeën over de rol van mannen en vrouwen. Ingūna Millere, parlementslid voor de rechtse oppositiepartij Letland Eerst, liet aan nieuwssite Politico weten dat het Verdrag van Istanbul „het product is van radicaal feminisme, gebaseerd op de ideologie van ‘gender’”. De Letse ratificatie van het verdrag in 2024 was volgens haar „politieke marketing die niets te maken heeft met de strijd tegen geweld”.
De kwestie verdeelt het Baltische land, dat 1,8 miljoen inwoners heeft en waar een grote Russische minderheid leeft. Woensdagavond demonstreerden circa vijfduizend mensen in de hoofdstad Riga bij de Saeima, het parlement, tegen terugtrekking uit het verdrag. Voor Letland is dat een grote demonstratie. Het debat in de Saeima duurde meer dan dertien uur, en eindigde met 56 stemmen voor, 32 tegen en 2 onthoudingen.
Organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten verbinden het parlementsbesluit met de wens van conservatieve, in sommige gevallen pro-Russische, partijen om zich nu al te profileren in aanloop naar de verkiezingen van volgend najaar. Zij werpen zich op als hoeders van traditionele waarden. Tamar Dekanosidze van de ngo Equality Now vergelijkt dit in Politico met het narratief van het Kremlin. Dekanosidze: „Deze wet dient de Russische belangen in Letland. Als het doorgaat volgt Letland inzake waarden, recht en bestuur meer de lijn van Rusland dan van de EU en westerse landen”.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.