Kostas Lamprou heeft zich openhartig uitgesproken over de stortvloed aan haat en bedreigingen die hij afgelopen week over zich heen kreeg. De 34-jarige doelman van NAC Breda ging in het bekertreffen met Heracles Almelo (1-4) flink in de fout en voelde zich daarna genoodzaakt zijn sociale media offline te halen. “Of dit me persoonlijk geraakt heeft? Honderd procent”, aldus de geëmotioneerde Lamprou in gesprek met Voetbal International.

Zijn basisplaats kwam voor velen als een verrassing. Trainer Carl Hoefkens zette de routinier plots onder de lat tegen SC Heerenveen (3-3), als beloning voor zijn toewijding op de training. Binnen de groep is Lamprou geliefd, benadrukt hij. “Iedere dag kom ik met een stralende lach op de club. De mensen die hier werken waarderen mij om wie ik ben.” Toch viel de publieke opinie totaal anders uit na zijn optreden tegen Heracles.

Na die wedstrijd stroomden bedreigingen binnen. “Je krijgt allerlei ziektes toegewenst. Daarna weer een bericht met je adres: ‘Ik weet waar je woont’, ‘Ik weet waar je vrouw werkt’”, vertelt Lamprou. 

“Ik heb er geen zin in. Je mag alles van mij vinden, maar zodra het bedreigingen worden, wordt het onmenselijk.” De keeper besloot daarop alle sociale media te verwijderen en afstand te nemen van het online geweld.

Wat Lamprou vooral pijn deed, was het gebrek aan steun van buitenaf. “Ik heb geen enkele seconde, buiten de groep en de staf, steun gevoeld. Alsof ik alleen op het veld stond.” 

De keeper erkent dat hij een slechte wedstrijd speelde, maar vindt de reacties buiten proportie. “Kritiek op kwaliteit snap ik volledig, dat hoort erbij. Maar dit ging zoveel verder.”

Hoefkens nam het woensdag openlijk voor Lamprou op, wat veel voor de doelman betekent. “Hij communiceert goed en gelooft in iedereen. Dat voel je als speler. Dat zorgt ervoor dat je elke dag honderd procent geeft.”

Zaterdagavond lijkt Daniel Bielica opnieuw de voorkeur te krijgen tegen Go Ahead Eagles, een beslissing die Lamprou begrijpt. Toch blijft hij zich inzetten voor het team. “Als Dani een geweldige redding maakt, spring ik als eerste op. De trainer maakt de keuzes, wij doen onze job. En als we dat blijven doen, kunnen hier bijzondere dingen ontstaan.”