Gleilson Miranda/FUNAIEen geïsoleerd volk in Brazilië, gefotografeerd in 2010 door de Braziliaanse Indianenstichting FUNAI
Er zijn nog altijd uithoeken van de wereld die nauwelijks in kaart zijn gebracht. En de inheemse mensen die er leven, laten dat liever zo. Deze mensen zijn zelfvoorzienend, hebben hun eigen taal, cultuur en eigen land. Al duizenden jaren. Maar ziektes, landroof en opgelegd contact met de buitenwereld bedreigen de volken. Daarvoor waarschuwt mensenrechtenorganisatie Survival International.
Wereldwijd gaat het om 196 stammen die een vrijwel volledig geïsoleerd bestaan leiden. Bijna 95 procent van hen leeft in het Amazonegebied. Dat bleek deze week uit een nieuw rapport. De helft van deze volken dreigt de komende jaren te verdwijnen, waarschuwt Survival International.
De mensenrechtenorganisatie noemt bijvoorbeeld de desastreuze gevolgen van contact met “wannabe-influencers of avontuurlijke toeristen”. “Ze worden gedwongen contact te leggen. Zogenaamd in naam van verlossing of ontwikkeling.” Ook de ziektes die de buitenwereld meebrengt, kunnen dodelijk zijn voor de volken, waartegen ze geen immuniteit hebben, zegt onderzoeker Sophie Grig van Survival International. “Wanneer hun land wordt binnengevallen en verwoest, worden hun voedsel- en waterbronnen vernietigd en vervuild, wat leidt tot hongersnood, trauma en ondergang”, staat in het rapport.
Vaak zijn overheden onderdeel van het probleem, aldus de organisatie. Omdat die bijvoorbeeld concessies verlenen voor mijnbouw en houtkap of uitzonderingen maken voor projecten van “nationaal belang”. Dat zijn bijvoorbeeld dammen, wegen of spoorwegen. “Al deze projecten zouden een doodvonnis kunnen betekenen.”
Nationale en internationale wetten beschermen de gebieden van onbereikte inheemse volken. Zij hebben daarin ook recht op het no-contactprincipe. Survival International roept overheden op die rechten en wetten te erkennen en te beschermen.
Als de volken hun leven willen veranderen, moet het hun keuze zijn. Niet die van ons.
T.N. Pandit, antropoloog
Sommige stammen verdedigen zich vurig tegen buitenstaanders, soms met dodelijke gevolgen. Iemand die daarover kan meepraten is de Indiase antropoloog T.N. Pandit, die veel missies leidde naar inheemse volken in India. Een deel van zijn expedities ging naar de Sentinelezen, mogelijk het meest geïsoleerde volk ter wereld, met een heel eiland voor zichzelf.
“Ze maakten op hun manier duidelijk dat we moesten weggaan. Ze gingen met de rug naar ons toe staan, hurkten en deden alsof ze gingen kakken”, vertelt hij aan Nieuwsuur over één van die expedities. “Daarna vuurden ze waarschuwingspijlen af. Toen een man werd geraakt, maakten ze duidelijk dat ze tevreden en blij waren.”
Christian Caron — Creative CommonsSentinelezen, een volk op de Andaman-eilanden
Indiase kustwachtNa de tsunami van 2004 werd dit lid van de Sentinelezen gefotografeerd terwijl hij pijlen afschoot op een helikopter
Vorige slide
Volgende slide
Eén keer, in 1991, had Pandit wel vriendschappelijk contact met de Sentinelezen, dacht hij.. “Ik denk dat onze voedselgiften de stemming wat hadden verzacht. Ze accepteerden kokosnoten uit onze handen. Maar van een afstandje keek een jonge man naar mij. Hij pakte zijn mes en zei: ik snij je hart eruit als je hier blijft.”
Het was Pandits laatste bezoek. Sindsdien hebben de Sentinelezen niemand meer verwelkomd. In 2006 doodden ze twee aangespoelde, dronken vissers. In 2018 doodden ze John Chau, een Amerikaanse evangelist. Dat de Sentinelezen zo defensief zijn, is volgens experts compleet rationeel. Ze vrezen voor hun voortbestaan.
Dat geldt ook voor de 300 Shompen, een volk op het eiland Groot-Nicobar, een zuidelijke uithoek van India. “Een paar Shompen hebben contact met de buitenwereld, maar de meerderheid helemaal niet”, zegt onderzoeker Grig. “Ze zijn erg voorzichtig met buitenstaanders omadt die ziektes kunnen meebrengen.”
Survival InternationalEen groep Shompen-mannen in het regenwoud van Groot-Nicobar
Survival InternationalShompen-mannen steken een rivier over
Vorige slide
Volgende slide
En er dreigt nog een gevaar: India heeft plannen om op Groot-Nicobar een enorme containerhaven uit de grond te stampen. Compleet met energiecentrale, luchthaven, massatoerisme en een stad met meer dan een half miljoen inwoners. “De Shompen zullen dan worden verdreven”, zegt Pandit. “Het zal hun gemeenschap vernietigen.”
Indiase ministerie van HavensVisualisatie van de megahaven op Groot-Nicobar
Onderzoeker Grig deelt die vrees. “Kijk maar eens naar hun buren, de Groot-Andamezen. Toen de Britten daar voor het eerst kwamen in de 19e eeuw, waren er 5000 tot 7000 mensen verdeeld over tien volken. Dat waren er op een gegeven moment nog maar negentien mensen.”
“Overal worden inheemse volken bedreigd door activiteiten die worden aangejaagd door onze consumptie”, zegt Grig. “Terwijl ze heel weerbaar zijn: ze zijn zelfvoorzienend en vragen niet om hulp of contact. Maar als ze worden geconfronteerd met ziektes en verwoesting van hun land, worden ze erg kwetsbaar.”
Arnau Blanch/Survival InternationalEen Nunak-man in 2009. De meeste Nunak werden uit hun regenwoud in Colombia verdreven door gewapende groepen en cocaboeren
Silvano Fernandes/FUNAIBraziliaanse overheidsmedewerkers vertellen de Awá-gemeenschap over een operatie tegen illegale houthakkers (2014)
Vorige slide
Volgende slide
Ondanks zijn eigen lange reeks missies, vindt ook antropoloog Pandit dat de wereld geïsoleerde volken met rust moet laten. Maar de regering van India zet vol in op het Groot-Nicobar-project. “Dat is heel schadelijk. Als de volken hun leven willen veranderen, moet het hun keuze zijn. Niet van ons.”