Ruesink zegt tegen RTV Oost dat het erfgoed niet alleen draait om de muziek, maar om alles wat eromheen is ontstaan: een eigen taalgebruik, symbolen en concertgebruiken. “Je hebt natuurlijk de materiële kant: de platen van Normaal en de posters van de concerten, maar je hebt ook de immateriële kant. Zoals de typische Normaalkreten en leuzen, waaronder daldeejen en het overbekende høken, wat staat voor zoiets als ‘uit je bol gaan’.”