“Het zal gerust dat er wisselende reacties zijn”, zegt kunstenaar Ronald Westerhuis. “Ik denk wel dat er mensen zijn die zeggen ‘Wat mutt’n we mit zo’n piepe’. Maar ik denk wel dat het een plek in de samenleving krijgt.”

Hij vertelt over Ode aan de Bies, sinds vrijdag te vinden aan de kop van de haven. “Het is niet zomaar even een kunstwerk, het is ook het vakmanschap dat erin zit”, vertelt hij. Bijzonder voor de in Zwartsluis opgegroeide kunstenaar is dat hij het werk dit keer niet alleen vervaardigde.

De Genemuider bedrijven hielpen daarin mee. “Een mooie samenwerking tussen de kunstenaar en de ondernemers”, vindt hij. “Ik heb er samen met medewerkers van de bedrijven aan gewerkt. En ik heb een technische achtergrond, dit inspireerde mij om weer anders naar materialen te kijken.”

Ook ontstond er een heel andere manier van werken, merkt hij op. “Normaal leunt een opdrachtgever achterover tot een kunstwerk klaar is. Hier hadden de ondernemers zoiets van: wij werken gewoon mee.”

Niks dan lof voor de ondernemers, blikt hij terug. “Je merkte echt de verbondenheid met die bedrijven. Iedereen is in het proces meegenomen.”

Dat resulteerde in het kunstwerk, waarvan hij zelf de plek mocht bepalen. Dat werd de kop van de haven. “Een mooi ijkpunt”, legt hij uit. Het kunstwerk zelf verwijst naar de bies, de bakermat van de Genemuider tapijtindustrie.

De bies staat volgens hem symbool voor veerkracht, energie. “En meebuigen met de wind, maar nooit breken.” Hij wilde er ook de geschiedenis van Genemuiden laten terugkomen en koos daarom voor ‘jaarringen’.

Die zijn verwerkt in de twaalf meter hoge buis. In de roestvrijstalen plaat onderaan het kunstwerk staan verschillende jaartallen vermeld. “En iedereen mag erin zien wat ‘ie erin wil zien”, vertelt Westerhuis. “Daarom is het een abstract sculptuur.”

Niet alle reacties waren lovend, weet hij. “Maar kunst is ook een moeilijk ding. Het mooie is dat het altijd reacties ontlokt. En dit moet ook groeien in de gemeenschap.”