Het is een nieuw winkelconcept – vandaag gingen alle Allesz-winkels open – maar je herkent het voormalige Blokker nog.

“Natuurlijk hebben we een nieuwe naam, maar we hadden een winkel met oranje elementen, en dat is vervangen door de kleur groen”, zegt Carlo Thijssen, eigenaar van de Allesz in het Brabantse Made. “Daar zit het grootste verschil.”

Niet veel veranderd

“Eigenlijk is er niet veel veranderd”, zegt een klant die bij de kassa afrekent. “Er liggen wel wat andere producten in de winkel, maar het is eigenlijk een Blokker 2.0.”

Ook een mevrouw die bij de cadeau-artikelen staat te kijken, ziet weinig verschil: “Het ziet er een beetje hetzelfde uit. Ik denk dat ik alles wel kan vinden.”

Dat de winkel eerder een Blokker was, kun je ook nog in de schappen zien: hier en daar liggen nog producten van het Blokkermerk. Maar naarmate die worden verkocht, verdwijnt de naam Blokker langzamerhand uit de winkel.

Nieuwe start

Thijssen was sinds 2008 franchisenemer van Blokker. Dat betekent dat hij onder die bekende naam een winkel mocht uitbaten. Ondanks het feit dat hij al zeventien jaar op deze plek een huishoudwinkel heeft, spreekt hij nu toch van ‘een nieuwe start’.

Hij en de andere Allesz-ondernemers hebben een lastige tijd achter de rug, erkent hij. Toen het oude Blokker nog bestond, konden ze inkopen via Blokker. Ook naar het maken van folders hadden ze geen omkijken. Maar toen Blokker vorig jaar failliet ging, moesten de franchisenemers alles zelf gaan regelen.

Zelfs de naam moest van de gevel. De naam Blokker werd namelijk gekocht door Roland Palmer, een neef van Jaap Blokker, die de winkelketen groot maakte. Palmer wilde verder met de franchisenemers, maar niet met allemaal kwam hij eruit. Ook met Thijssen niet.

Meer vrijheid, breder aanbod

Hoewel hij graag met Blokker verder wilde, vindt Thijssen de keuze om het concept Allesz te bedenken geen plan B. De eigenaren van Allesz-winkels hebben meer vrijheid om bepaalde producten in hun winkel te leggen en zo in te spelen op lokale verschillen. Naar wat in Made goed verkoopt, is misschien in het Groningse Leek veel minder vraag.

De vraag is of deze formule de concurrentie aankan met bijvoorbeeld Action. Maar Thijssen heeft vertrouwen in de toekomst. Hij kan, nu hij niet meer verbonden is aan Blokker, ook de iets duurdere merken verkopen, waardoor hij een breder aanbod voor klanten heeft.

En net als de andere Allesz-ondernemers zit hij in een kleinere plaats, waardoor Thijssen veel klanten kent, en andersom. Op de eerste dag dat de winkel Allesz heet, zijn er veel klanten die langs de winkel lopen en hem feliciteren. Zo’n binding met klanten heb je in het centrum van een grote stad veel minder, zegt Thijssen.

Een vaste klant komt zelfs naast hem staan als er buiten bij het logo een foto van Thijssen wordt gemaakt. Consumenten lijken zich te realiseren dat het ook in hun eigen belang is dat ze in lokale winkels blijven kopen. “Als er steeds meer winkels weggaan, dan blijft er niks meer over en dat is zonde”, vindt één van hen.

Geen DE-punten inleveren

Een groot verschil met het oude Blokker is overigens dat consumenten daar hun Douwe Egbertspunten konden inleveren, voor onder meer theekopjes of een koffiezetapparaat. Bij Allesz kan dat niet. Dat is zeker jammer, geeft Thijssen toe. “Het had echt wel bij ons gepast.”

Maar voor sommige klanten maakt het niet uit. “We drinken geen Douwe Egberts.”

In deze video zie je hoe het eeuwenoude familiebedrijf Blokker ten onder ging: