NOSPubliek op de nationale feestdag ter ere van de Groene Mars

NOS Nieuws•vandaag, 21:56

  • Samira Jadir

    correspondent Marokko

  • Samira Jadir

    correspondent Marokko

In Marokko is de nationale feestdag ter ere van de Groene Mars uitbundiger gevierd dan ooit. Tijdens de festiviteiten in Laayoune, de hoofdstad van het Sahara-gebied, waren de straten volgepakt met mensen in hun mooiste kleren.

Vijftig jaar geleden trokken zo’n 350.000 Marokkanen naar het gebied dat internationaal bekend staat als de Westelijke Sahara. Het was de bedoeling om het gebied, dat ligt ingeklemd tussen Marokko, Algerije en Mauritanië, te ontdoen van de Spaanse koloniale bezettingsmacht.

Deze gebeurtenis wordt in Marokko vooral gezien als de bevrijding van de Sahrawi-bevolking in het gebied en als het opeisen van grondgebied dat voor de kolonisering door Frankrijk en Spanje onderdeel was van het koninkrijk. Maar lang niet alle Sahrawi’s zagen de ingreep van Marokko in 1975 als een bevrijding.

In het gebied was ook de verzetsbeweging Polisario actief. Door gewapende strijd probeerden zij van het Spaanse bewind af te komen en een eigen staat te stichten. Marokko werd simpelweg gezien als de volgende bezetter, en zo ontstond een conflict met Marokko dat nu nog steeds gaande is.

Einde aan conflict?

Niet alleen het 50-jarig jubileum maakt de herdenking van de Groene Mars dit jaar bijzonder. Marokko behaalde vorige week een diplomatieke overwinning in de VN-Veiligheidsraad. Daardoor zien vooral de inwoners van de Westelijke Sahara een einde aan het conflict met Polisario een stuk dichterbij komen.

Jaarlijks wordt er in de Veiligheidsraad gestemd over het mandaat van de speciale vredesmacht die is ingezet in het gebied. Dit orgaan werd in 1991 opgericht door de Verenigde Naties en had als doel om een referendum te organiseren. Daarin zou de bevolking van de Westelijke Sahara mogen stemmen voor een onafhankelijke staat of voor een vereniging met Marokko.

AFPEen voertuig van VN-vredesmacht Minurso op de grens tussen Marokko en Mauritanië in de Westelijke Sahara

In 2007 kwam Marokko met een eigen voorstel, het Marokkaanse autonomieplan. De bevolking zou een hoge mate van zelfbestuur krijgen, maar het gebied zou dan officieel wel onderdeel worden van Marokko. In de afgelopen achttien jaar heeft Marokko kosten nog moeite gespaard om zo veel mogelijk internationale steun te krijgen voor dit voorstel.

Steun van de VS

Vanaf 2020 begonnen deze inspanningen hun vruchten af te werpen. De Amerikaanse president Trump ondertekende een decreet waarin de VS erkent dat de Westelijke Sahara bij Marokko hoort. Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk spraken hun steun uit voor het autonomieplan.

Begin deze maand werd er in de VN-Veiligheidsraad voor het eerst een resolutie aangenomen waarin niet langer het referendum maar het autonomieplan het belangrijkste uitgangspunt is voor de vredesonderhandelingen.

NOSDeelnemers aan de herdenking van de Groene Mars in Laayoune

De 28-jarige ondernemer Mohammed El Moutaouakil, een Sahrawi uit Laayoune, ziet deze ontwikkelingen als een grote kans voor zijn generatie. “Sinds de erkenning van de VS en Frankrijk zijn er hier volop bedrijven en projecten uit deze landen aanwezig”, vertelt hij.

Welwillend

Over het algemeen zijn de inwoners van Laayoune er niet happig op om diepgaande gesprekken te voeren over het conflict, is op straat te merken. Mohammed wil wel praten en vertelt dat een deel van de oorspronkelijke bevolking van het gebied welwillend staat tegenover het idee om deel uit te maken van Marokko.

Zo legt hij uit dat de verschillende Sahrawi-stammen hun eigen keuze hebben gemaakt in het steunen van Marokko of het streven naar een eigen staat. Maar zelf wil hij als jonge ondernemer vooral ook kijken naar de kansen die er liggen voor de mensen in deze regio.

Samira Jadir / NOSSaadani Al Ansari en Mohammed El Moutaouakil

Zijn zakenpartner Saadani Al Ansari is ook optimistisch. “Ik zie een grote toekomst voor steden als Laayoune en Dakhla. Er is nu continuïteit voor zowel buitenlandse als Marokkaanse bedrijven en handel. Dat zal ook voor meer werkgelegenheid zorgen binnen de regio.”

Ook vertelt hij dat het conflict sommige families uit elkaar heeft gedreven. Bij het Algerijnse dorpje Tindouf, vlak aan de grens met de Westelijke Sahara, wonen nog altijd ongeveer 170.000 Sahrawi-vluchtelingen. Dit zijn vooral de nakomelingen van de mensen die het gebied vanwege het oorlogsgeweld in de jaren 70 zijn ontvlucht