Dik dertig jaar zijn ze al onderweg, de Gentse broers Stephen (55) en David Dewaele (50). En nooit werd het saai, daar zorgden deze globetrottende alleskunners wel voor. Eén entiteit ja, dat was saai. En dus kwam er naast een band (Soulwax) ook een dj-offshoot (2ManyDJs), vele samenwerkingsverbanden, een studio annex label (DEEWEE) en tussen de bedrijven door een druk bestaan als remix- en producersduo. We trokken naar Gent met een voorzichtig plan: terugkijken en reflecteren. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig. Bovendien ligt er sinds vorige maand een gloednieuw Soulwax-album, All Systems Are Lying. Niettemin: een poging.

OF ZE EEN all time low in de Soulwax-carrière kunnen aanwijzen? Oef. Voor het eerst is het even stil aan de andere kant van de tafel, daar in het met uitpuilende platenkasten ommuurde zenuwcentrum in het DEEWEE-complex in Gent. Een kantelpunt, ja, dat kunnen Stephen en David Dewaele met enige moeite nog wel bedenken. Waarna de gedachten teruggaan naar 2004, het jaar van het derde Soulwax-album, Any Minute Now. Producer van dienst was Mark Ellis alias Flood, bekend van onder meer U2, Depeche Mode, Smashing Pumpkins, PJ Harvey, Nine Inch Nails en The Killers. Niet de eerste de beste dus.

Na twee succesvolle rockplaten (Leave The Story Untold uit 1996 en Much Against Everyone’s Advice uit 1998) hadden de broers voor ’t eerst het gevoel dat ze zoekende waren, dat ’t ánders moest. En Flood had al snel door dat hij niet degene was die het eigenwijze duo de weg moest wijzen. Of kón wijzen. Of misschien toch wel, op zijn eigen manier: hij liet ze zien hoe dingen óók konden. Hij kwam met mogelijkheden, opties, suggesties. Ze werden dankbaar aanvaard door de Dewaeles, al leidde het uiteindelijk niet tot een écht bevredigend album.

Voor het eerst was het beproefde rockidioom van Soulwax gekoppeld aan het geluid van hun inmiddels opgestarte parallelle carrière als dj-duo, met een nogal hybride eindproduct als gevolg: een rockplaat die elektronisch aanvoelde. Een plaat ook die luidkeels uitdroeg dat heldere keuzes doorgaans beter werken dan compromissen. Het mag dan ook geen verrassing heten dat er amper een jaar later al een ‘nieuw’ Soulwax-album lag: Nite Versions, geheel gevuld met… dance-remixen van de songs van Any Minute Now. De transitie was in gang gezet.

MAAR GOED, geen all time low dus. Eerder een high, vindt Stephen. Want zonder Flood hadden ze die ‘muzikale beweging’ waarschijnlijk nooit gemaakt. Hij deed het duo inzien dat er beperkingen zaten aan het concept rockband. Bovendien had Flood geconstateerd dat het muzikale lef dat ze als dj’s toonden, met hun inmiddels beruchte mash-ups van verschillende platen (het 2ManyDJs-album As Heard On Radio Soulwax Pt. 2 uit 2002 staat er vol mee), niet tot uiting kwam in Soulwax. ‘Achter die draaitafels hebben jullie overal schijt aan, als rockband blijf je wél binnen het stramien’, had hij gezegd.

De Dewaeles trokken het zich aan, al voelden ze ’t zelf ook heus wel, zegt Stephen. Er moest dringend een eigen idioom worden gecreëerd. Vooral niet alleen Soulwax zijn. Te benauwend. En verder: volle kracht vóóruit. En ja, dat werkt door tot op de dag van vandaag. Want All Systems Are Lying, die gloednieuwe Soulwax-plaat, is voor de broers eigenlijk alweer een gepasseerd station. In de tussentijd zijn er nieuwe ideeën ontstaan die juist gevoed zijn door die plaat. Zoals ál hun activiteiten – muziek maken, produceren, dj’en, remixen, een label runnen – elkaar continu voeden.

Dus nee, de Soulwax-versnellingsbak kent geen ‘achteruit’. Zelfs geen parkeerstand. Al moeten ze toegeven dat dat ook een soort defense mechanism is. Hoeven ze tenminste niet te dealen met, bijvoorbeeld, de reacties van hun omgeving op een zojuist opgenomen plaat. En wat ook meespeelt: de angst om stil te vallen. Die was vroeger nog veel erger, weet Stephen. Zelfsabotage, noemt hij het. Steeds hun singles opnieuw mixen bijvoorbeeld. Dingen anders doen, verbeteren, uitproberen. Desnoods kapot maken. Zodra iets op een formule begon te lijken: weg ermee. Op naar nieuwe avonturen. Ze houden er inmiddels al dertig jaar een carrière mee in de lucht.

MAAR ONDERTUSSEN zijn Stephen en David dus respectievelijk 55 en 50 jaar oud en mag de vraag legitiem heten: hoe houden ze ’t allemaal vol? Wel, dat zit dus in de genen, denkt David. Kijk naar hun vader, de inmiddels 80-jarige Jackie ‘Zaki’ Dewaele, een vooral in België beroemde radio-dj, tv-presentator en schrijver. Doet nog steeds van alles. Schrijft boeken, geeft lezingen. Kortom, de constitutie van een Dewaele kan wel wat hebben.

Een eventueel einde van circus Soulwax moet dus gezocht worden in de gezondheidssfeer. Zo heeft David de laatste tijd wat last van zijn energy levels, aldus Stephen. Maar ja, the show must go on en er moet geld verdiend worden. En juist díe druk, die is cruciaal voor de broers. Net als de ingebakken neiging om dingen die eigenlijk niet hóeven, of die ze door anderen wordt ontraden, tóch te doen. Noem het gerust iets dwangmatigs. En hun inner circle gaat het ze niet afleren. Neem de schoonvader van David, die dokter is en eigenlijk allang had moeten stoppen. Maar het lukt ‘m niet. Hij wil nu eenmaal ‘zijn materie verder blijven uitdiepen’.

En zo is het ook bij de Dewaeles. Al sinds mensenheugenis, zo weten we bij OOR ook. Of we ze nou ‘gewoon’ ergens interviewden, door de hippe winkelbuurten van Los Angeles vergezelden tijdens hun eeuwige zoektocht naar vers vinyl of, zoals nu, opzochten in hun permanent gonzende hoofdkwartier, altijd was er die onstuitbare gedrevenheid. De energie, de onrust, de nieuwsgierigheid, de scherpte, de humor en, natuurlijk, de chemie tussen spraakwaterval Stephen en de wat bedachtzamere David. En altijd was er een duidelijk doel, een missie, een richting. Dat we vooral niet denken dat ze maar bezig zijn om het bezig zijn, benadrukt David nog even. Dat was nog niet bij ons opgekomen.

WAT WE OOK niet moeten denken: dat Stephen en David ooit bewust het plan hadden opgevat om als muzikanten of dj’s de wereld te veroveren. Welnee, dat is ze allemaal overkomen. Ineens was er vraag naar, zo zien ze het. En nog steeds. Méér dan samenwerken met mensen die ze ‘tof’ vinden was nooit de ambitie, maar het worden er steeds meer, die toffe mensen. Ze komen naar Gent, laten zich produceren en mixen door de broers – dat is de afspraak – en vervolgens verschijnt er een plaat op het DEEWEE-label. En ja, dan komt het voor dat zo’n act ineens groter dreigt te worden dan Soulwax zelf. Dan gaat de boel dus, zonder dat de Dewaeles er veel invloed op hebben, naar een nieuw level.

En soms verliezen ze er dan de controle over, net als bij hun eigen werk. Maar dat vinden ze eigenlijk ook wel weer lekker. Want, zegt Stephen, ze zijn allebei altijd op zoek naar die speciale ‘zone’. Waar naar hartenlust buiten de lijntjes gekleurd mag worden. Zie ook de daarstraks gememoreerde zoektocht die Any Minute Now in 2004 was.

Waarbij we trouwens ook weer niet moeten denken aan al te experimentele muziek, want avant-gardistische avonturiers zijn de broers niet. Stephen is zelfs de eerste om dat toe te geven. Ze hebben ook helemaal geen zin om die kant op te gaan, zegt hij. Want ook dát wordt al gauw weer te formule-achtig, en dan verliezen ze hun interesse. Nee, liever gaan ze op zoek naar wat in hun ogen de holy grail is: iets totaal afwijkends en onverwachts dat tóch tot de popcultuur behoort en als ’t even kan door een groot publiek wordt gewaardeerd. In Dewaele-terminologie: een O Superman-moment.

Nu moeten we dus even terug naar 1982. Het jaar waarin de Amerikaanse muzikante en performance-artiest Laurie Anderson een experimentele single uitbracht die inklokte op 8 minuut 21 (!) en opgetrokken was uit een mechanisch herhaald ‘ha’ dat stoïcijns het tempo aangaf, waarbij de door een vocoder gehaalde stem van Anderson, plus wat in- en uitvoegende geluiden, het tot een soort-van-song maakte. Minimalisme ten top en ongehoord voor die tijd, zeker in ‘bovengrondse’ kringen. De single werd echter enthousiast opgepikt door de invloedrijke Britse radio-dj John Peel en groeide uit tot een ware novelty hit. Stephen Dewaele stelt: toen díe song in de top 10 stond, had de kunst gewonnen. En ‘zoiets’ is voor Soulwax dus altijd het streven.

MAAR WANNEER was Soulwax zelf eigenlijk het dichtst bij zo’n O Superman-moment? Wel, nooit. Stephen twijfelt zelfs of ze zo’n moment óóit gaan beleven. Maar het verschaft ze wel een doel, ook wat waard. Al denkt David er toch een beetje anders over. Want, zegt hij, misschien zat dat moment wel in die eerdergenoemde mash-up-plaat van 2ManyDJs, waarbij op muzikaal vlak iets volstrekt nieuws gedaan werd. Een volkomen onverwacht succes ook. Maar Stephen denkt toch liever ‘groter’.

Zo herinnert hij zich een autorit van Gent naar Amsterdam, het moet 1988 geweest zijn, waarbij op de Nederlandse radio voor ’t eerst een nieuwe single van Talk Talk werd gedraaid. Een nummer van dik zes minuten was het, afkomstig van wat uiteindelijk het meest spraakmakende en invloedrijke album van die band zou worden: het nogal haaks op hun eerdere werk staande Spirit Of Eden. De jonge Stephen wist niet wat hij hoorde. Wat was dit? Waar ging dit naartoe? En hoezo klonk dit zomaar midden op de dag op Radio 3 (het toenmalige 3FM)? Het viel totáál uit de toon. De radio-dj van dienst kondigde het af met een lacherig ‘nou, dat gaan we niet nog eens draaien’. Maar Stephen wist genoeg. Hier was muziekgeschiedenis geschreven en hier werden zaken op hun kop gezet. Zoals dat eerder was gedaan door, bijvoorbeeld, Histoire De Melody Nelson van Serge Gainsbourg en Licensed To Ill van de Beastie Boys. Dát is dus die holy grail waar hij het eerder over had.

En ja, hij wéét dat hij de hoogtijdagen van de ‘oude media’ heeft meegemaakt. Radio, tv, MTV. Incidentele voedingsbodems voor subculturen, dingen die nét niet klopten, die ‘het systeem’ een klein beetje aan het wankelen brachten en het tóch in zich hadden om legendarisch te worden. ‘Onze’ VPRO was er goed in, herinnert Stephen zich, ook met hun tv-programma’s. Theo & Thea, Jiskefet, Sjef van Oekel… Hij typeert het als dingen die ‘in hun DNA zijn blijven hangen’ en waarnaar ze in hun muziek ook altijd zijn blijven zoeken. Enfin, David en hij zouden zoiets graag nog eens neerzetten.

OM TOCH EVEN een sprongetje te maken naar het nú: hoe staan de Dewaeles eigenlijk tegenover AI? Niet voor niets verwijst de albumtitel All Systems Are Lying naar de kreet die tijdens de opnames veelvuldig werd gebezigd zodra ‘de machines’ weer eens niet deden wat de broers wilden – crashen bijvoorbeeld, of hun eigen gang gaan – of op momenten dat het überhaupt onduidelijk was of het eigenlijk wel ‘echt’ was wat ze om zich heen zagen en hoorden. Bovendien beseften ze op zeker moment dat ze eigenlijk helemaal geen gitaren meer gebruikten – toch altijd een wezenlijk onderdeel van de ‘rockband’ Soulwax. Kortom, meer dan ooit lijken ‘de machines’ het te hebben overgenomen in het Dewaele-universum. En dan komt de wereld van AI ineens toch wel héél… Maar niks daarvan, bezweert David snel. Ze hebben nog steeds ‘de volledige controle’.

De grap is, vervolgt Stephen, dat ze heus wel hebben geprobeerd om zich vertrouwd te maken met de jongste innovaties, de modernste shortcuts, de nieuwste plug-ins, enfin, ‘alles waar die nieuwe generaties heel erg aan hechten, al die dingen die beloven hetzelfde te kunnen als de oude machines’, maar dat ze uiteindelijk toch weer teruggrepen op het vertrouwde. Dingen die misschien niet perfect zijn, maar hé, in die imperfecties hebben de broers wél ooit hun weg gevonden.

En bovendien: confronteer een Dewaele met ‘iets nieuws dat helemaal perfect wordt bevonden’ en hij gaat juist op zoek naar het tegenovergestelde. De dissonant. Juist, om weer lekker buiten die lijntjes te kunnen kleuren. Iets waar je bij AI niet mee aan hoeft te komen. Dus nee, angstig voor AI zijn ze niet. Al denkt David dat ze het ooit nog wel eens gaan gebruiken als tool. Zo van: we zoeken een drumgeluid zoals op die-en-die plaat van Fela Kuti, máák zoiets voor ons. Maar voorlopig hebben ze moeten constateren dat het invoeren van zulke prompts meestal iets héél anders opleverde dan ze zochten. Dan rolde er toch weer iets algemeens uit, ‘een gemene deler’. Niks voor Soulwax.

MISSCHIEN IS HET gewoon nog te vroeg om terug te blikken, zegt Stephen tegen het einde van het gesprek. Er gebeurt nog te veel, ze willen nog te veel, ze kúnnen nog te veel, ze móeten nog te veel. Zelfs het feit dat de broers inmiddels allebei vader zijn geworden, ‘op latere leeftijd weliswaar’, heeft weinig invloed. Al blijft het een struggle om werk en privé te combineren. Wat daarbij helpt is dat ze niet meer voortdurend onderweg zijn en in hotels wonen, want ‘sinds Covid zitten we hier’. Bij wijze van spreken dan, want de hoeveelheid klussen, binnens- dan wel buitenshuis, wordt zoals gezegd bepaald niet minder. Ze staan er zelf wel eens van te kijken, zegt David. En het komt allemaal aanwaaien, hè. Het is niet zo dat ze zich ooit hebben geprofileerd als gasten die, bijvoorbeeld, muziek bij modeshows zouden kunnen maken. En toch worden ze ervoor gevraagd.

Het DEEWEE-hoofdkwartier fungeert daarbij onderhand als een soort inloophuis voor jonge mensen met ideeën, plannen en ambities. Stephen wijst op de tafel waar we aan zitten. Die wordt de laatste jaren veel gebruikt om ‘met andere artiesten te babbelen’ over hoe zij in de wereld staan en met ontwikkelingen omgaan. Waarbij hij merkt dat er dingen naar boven komen die de broers ook hebben meegemaakt. Zodat zij hun ervaringen weer kunnen delen. Ze zijn intussen ‘goed geworden in het helpen van mensen’, vermoedt Stephen. Dat Factory-achtige, waarbij hij nadrukkelijk naar zowel de Andy Warhol- als de Manchester-variant verwijst, was in het begin misschien een wat naïeve droom, maar uiteindelijk is het gelukt. DEEWEE heeft nu ‘een duidelijke eigen identiteit en is voor veel mensen die er werken heel belangrijk’.

NOG EVEN OVER dat terugkijken: David weet nóg wel een reden waarom ze dat eigenlijk niet graag doen. Ze mogen dan tegenover een OOR-journalist zitten die zo’n beetje hetzelfde historische perspectief heeft als zijzelf, maar ‘uw gemiddelde lezer heeft dat niet, hè’. De context van het traject van de Dewaeles – ‘carrière’ vindt David een te groot woord – is best moeilijk uit te leggen aan iemand tussen de 20 en 30. Tegenwoordig is het immers heel normaal dat iedereen álle muziek die ooit is uitgebracht in een paar tellen op z’n telefoon kan oproepen. In 1995 was muziek ervaren iets héél anders, stelt David. Je luisterde naar lineaire radio, je keek MTV, je raapte je spaargeld bij elkaar, je ging naar platenzaken en je kocht dingen. Niet iedereen had, om maar wat te noemen, de hele discografie van Captain Beefheart bij de hand. Daar moest je mee kennismaken, je las erover of iemand van een platenwinkel raadde het je aan, en vervolgens moest je een collectie gaan opbouwen.

Muziek had in de maatschappij een heel andere functie en betekenis. En precies dáár liggen de formative years van de Dewaeles. Tegenwoordig kun je misschien wel dezelfde emoties als destijds ervaren, maar er is zó’n overvloed. Het versnippert waar je bij staat. Waardoor de houding bij de jongere generaties, zo merkt David, steeds meer iets wordt van: whatever. Al kan muziek gelukkig nog wel hetzelfde effect hebben: als er morgen een plaat uitkomt ‘die u diep raakt en tot tranen brengt’, dan is dat nog steeds prachtig. Dat soort beleving gaat nooit verloren. Maar voor de rest… En het gaat snel, weet David. Elk jaar, of nee, elke zes maanden normaliseer je de dingen die zijn veranderd, terwijl je nauwelijks meer weet hóe ze zijn veranderd.

En de Dewaeles? Tja, uiteindelijk blijven ze toch meebewegen. Omdat ze niet anders kunnen. En omdat ze, zegt Stephen, nog steeds vreselijk opgewonden kunnen raken van iets wat ze hebben gemaakt – of ontdekt, zodat ze het in hun dj-set kunnen opnemen. Dingen delen, dat is wat hij wil. Níeuwe dingen vooral, en die ontdekt hij alleen door bezig te blijven, plannen te maken en samen te werken met anderen. Hij wijst naar de trap die naar de kelder leidt, naar het ‘kloppende hart van Soulwax’: de opnamestudio. Zodra ze dáár niet graag meer naartoe gaan, dan is ’t misschien voorgoed voorbij. ‘Waarschijnlijk is dát het moment om terug te gaan blikken.’

ALL SYSTEMS ARE LYING is op 17 oktober verschenen.

SOULWAX: 17, 18 & 19 dec Hallen van Schaarbeek, Schaarbeek (B) | 17 jan AFAS Live, Amsterdam