Doordat het tv-nieuws nogal op Nederland is gericht, verliest de televisie haar functie als venster op de wereld. Van veel buitenlandse brandhaarden hoor je daardoor weinig. Naast Gaza en Oekraïne haalt sinds kort ook Soedan het nieuws. Maar over de meer dan vijftig andere oorlogen – de meeste sinds de Tweede Wereldoorlog volgens de Zweedse conflictmeter UCDP – hoor je vrijwel niets.
Hulde dus voor Ruben Terlou die voor de driedelige reeks De verborgen strijd van Myanmar (NPO2) naar het Zuidoost-Aziatische land reisde. Het gedeelte van het voormalige Birma, dat in handen is van het militaire regime, mocht Terlou niet in. Maar in het rebellengebied kon hij embedded rondreizen.
Hij doet geen moeite om de slepende burgeroorlog uit te leggen – te veel strijdende partijen, om te beginnen – hij richt zich op het dagelijkse leven van de rebellen van wie sommigen al hun hele leven vechten. Het is niet alleen ellende, je ziet ze ook elkaar vrolijk natgooien met emmers water tijdens oud en nieuw. Tijdens een Kayan-ritueel lezen bewoners de toekomst uit kippenbotjes. Die voorspellen een voorspoedig rijstjaar. Wat de oorlog betreft kunnen de botjes slechts een maand vooruit kijken. Ze komen van een „korte-termijnkip”, volgens Terlou.
De verslaggever schuwt het gevaar niet, aan het front loopt hij mee door de ondiepe loopgraven. Het grootste gevaar komt van boven, van de stille drones. De rebellen hebben zelf ook een paar drones, bestierd door een man die 3D heet omdat hij ooit begon met het 3d-printen van drone-onderdelen. Hij noemt zijn verzameling drones „the poor man’s airforce”. Om de coördinatie van drones gereed te maken, moeten twee soldaten ze ronddraaien en omkeren. Ziet er mooi uit, deze „dans van de drones”.
Ik raakte geïntrigeerd door de spulletjes die de soldaten uit hun vest hebben steken, zoals een potlood met een gumbeertje. Een andere soldaat draagt een tandenborstel en rozenkrans mee. Hij is boeddhist maar hij kust ook de crucifix voor hij een gevecht ingaat. Het is zijn geloofsstrategie om zoveel mogelijk religies te volgen, zegt hij: „We liggen constant onder vuur dus hoe meer goden, hoe beter.”
‘Jij eerloos wezen’
De Turks-Amsterdamse schrijver Lale Gül kan juist geen god meer zien. Met haar autobiografische debuutroman Ik ga leven (2021) brak ze openlijk met het islamitisch geloof. Door haar geuite weerzin tegen moslims en migranten wordt ze doorgaans in de uiterst rechtse hoek geplaats. Ze zit als columnist bij dagblad De Telegraaf en eerder bij talkshows Nieuws van de Dag en Vandaag Inside (SBS6). Maar sinds ze bij RTL Tonight (RTL4) zit, zegt ze redelijke dingen en haalt ze juist uit naar geloofsgenoten als PVV-leider Geert Wilders en ON!-presentatrice Raisa Blommestijn.
In Lale Gül – Ik leef mijn eigen leven (NPO3) zegt de schrijver dat ze zichzelf als progressief beschouwt maar dat ze in de rechtse hoek zit omdat links haar „wegduwt”. Verder gaat de documentaire niet in op haar denkbeelden. Dit is een persoonlijk portret van de schrijver. Ze leeft onder zware bewaking doordat ze bedreigd wordt. Ze zou graag een partner willen, maar daten is praktisch onmogelijk in deze situatie. Ze is eenzaam, haar familie heeft met haar gebroken. Toen ze haar moeder laatst tegenkwam, vertelt ze, noemde die haar „jij eerloos wezen” en sloeg haar met een pantoffel.
De eenzaamheid van de constant onder dreiging levende schrijver wordt aangrijpend geschilderd. Ze schreef twee bestsellers en ze is een voorbeeld voor mensen die met hun geloof willen breken. Maar echt genieten kan ze er niet van, zegt ze, terwijl ze in een badpak op een mediterraan strand ligt: „Ik zou trots kunnen zijn als mijn familie trots op me was. Maar mijn familie kotst mij uit.”
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.