Wetenschappers zien voor het eerst hoe een subductiezone langzaam ophoudt te bestaan. Voor de kust van Noord-Amerika brokkelt een aardplaat af. Dat proces kan op termijn invloed hebben op het aardbevingsgevaar in de regio.
Amerikaanse geologen zagen voor het eerst hoe een subductiezone – het gebied waar de ene aardplaat onder de ander duikt – ophoudt te bestaan. Die ontwikkeling speelt zich af voor de noordwestkust van Noord-Amerika, in de buurt van Vancouvereiland. De onderzoekers publiceerden hun bevindingen in Science Advances.
‘Trein die niet te stoppen is’
Bij Vancouvereiland duiken twee zwaardere oceanische platen onder een lichtere continentale plaat. Dat proces begon tientallen miljoenen jaren geleden. Hoofdonderzoeker Brandon Shuck, geoloog aan de Louisiana State University, vergelijkt het op gang brengen van een subductiezone als het bergopwaarts duwen van een trein. “Dat kost enorm veel moeite”, zegt Shuck.
Eenmaal in beweging is het alsof de trein bergafwaarts racet en niet meer te stoppen is. Om die beweging te stoppen, zegt Shuck, is iets dramatisch nodig. “In feite een treinongeluk”, aldus de Amerikaan.
Zo’n geologisch treinongeluk ontdekten de onderzoekers door seismische ondergrondgegevens met bevingsdata van de subductiezone te combineren. Die data laten zien dat de twee oceanische platen nu stukje bij beetje afbreken. Of volgens de treinrampmetafoor: “In plaats van een grote treinramp, is het alsof je een trein langzaam ziet ontsporen, wagon voor wagon”, aldus Shuck.
Hoe minder wagonnetjes, hoe minder momentum een trein heeft. Dat geldt net zo goed voor een subducerende aardplaat die afbreekt. Elke breuk vermindert de neerwaartse trekkracht totdat het hele subductieproces ophoudt. Dat duurt dan wel miljoenen jaren.
Gevoelig aardbevingsgebied
Een afbrokkelende subductiezone lijkt op het eerste gezicht goed nieuws voor aardbevingsrisico’s. “Als een stuk eenmaal volledig is afgebroken, veroorzaakt het geen aardbevingen meer omdat het gesteente niet meer aan elkaar vastzit”, legt Shuck uit. Toch verandert er volgens de onderzoekers op de korte termijn niets aan het aardbevingsgevaar voor het noordwesten van Noord-Amerika. De regio blijft nog altijd gevoelig voor zware aardbevingen en tsunami’s. Maar het nieuwe inzicht helpt wel om toekomstige risico’s beter te begrijpen.
Hoe werkt subductie?
De aardkorst bestaat uit verschillende tektonische platen die aan elkaar grenzen. Op sommige plaatgrenzen – mid-oceanische ruggen, genaamd – bewegen platen uit elkaar. Daar komt magma uit de aardmantel omhoog en vormt nieuwe oceaankorst. Vanwege de mineralen die daarin zitten is oceaankorst zwaarder dan de korst waaruit continenten bestaan. Op andere plekken bewegen platen naar elkaar toe. Komen twee platen elkaar tegen, dan duikt de zwaardere onder de lichtere. Dat wegduikproces heet subductie. En de plek waar dat plaatsvindt heet een subductiezone. Zulke zones – zoals die bij de noordwestkust van Noord-Amerika – zijn berucht om hun krachtige aardbevingen en tsunami’s.