NOS

NOS Nieuws•vandaag, 14:39

  • Charlotte Klein

    redacteur Klimaat

  • Charlotte Klein

    redacteur Klimaat

Hoe herstelt de natuur zich als je een stukje duin omheint zodat damherten en andere grazers er geen schade meer kunnen aanrichten? Om dat vast te stellen, wordt een nieuw onderzoeksprogramma in stelling gebracht dat gegevens van slimme camera’s, audio-opnames, radargegevens, DNA-onderzoek en een AI-platform met elkaar combineert.

Dit onderzoeksprogramma is opgezet om, in heel Nederland, alle naar schatting 49.000 plant-, dier- en schimmelsoorten in kaart te brengen en ze een barcode toe te kennen in een speciale DNA-bibliotheek. Vervolgens kunnen die gegevens worden ingezet om de staat van de natuur te beoordelen.

Vijf jaar geleden begon onderzoekscentrum Naturalis samen met de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Twente en het Westerdijk Instituut aan de bouw van deze bibliotheek (ARISE genaamd) die vandaag wordt gelanceerd.

Bij het omheinde stukje grond in de duinen komen een boswachter, een medewerker van Waternet, een UvA-wetenschapper en een programmamanager van Naturalis samen. Zij controleren de camera en audioapparatuur.

NOSEmiel van Loon van de UvA plaatst een camera, die automatisch fotografeert zodra er iets beweegt

De onderzoekers worden bij hun veldwerk in Nederland ondersteund door nieuwe technologieën. Die maken het mogelijk dat van elk van de 49.000 soorten het liefst drie exemplaren in de database komen. Naast AI, dat helpt de foto’s en audio op soort te beoordelen, zijn er ook nog zo’n tweehonderd burgeronderzoekers die soorten helpen verzamelen.

Stel dat een van die vrijwilligers een bepaald vliegje vindt dat nog niet in de database is opgeslagen, dan wordt die via speciale toolkits naar Naturalis verstuurd. Daar wordt deze met speciale apparatuur gefotografeerd, opgeslagen en gelabeld.

Vervolgens wordt van dat vliegje het DNA afgelezen. Dat specifieke vliegje krijgt uiteindelijk een barcode en een plekje in het systeem, waar alle verzamelde gegevens over die soort samenkomen. Inmiddels is dat gelukt bij 84 procent van de planten, 76 procent van de dieren en 44 procent van de schimmels van de in Nederland bekende en gevestigde soorten.

NOSEen bak vol met vliegjes

Over een tijdje zal die database alle soorten in kaart hebben gebracht. Al is het werk nooit klaar, want er worden tijdens het verzamelen telkens nieuwe soorten ontdekt.

En dan? Allereerst scheelt het de onderzoekers zeeën van tijd, nu deze database het monnikenwerk overneemt. Waar een wetenschapper dagen bezig kon zijn met op tweehonderd foto’s labelen welk dier er te zien is, doet AI dat in tien minuten. Die tijd die zo wordt bespaard, komt vrij voor onderzoek.

Programmamanager Elaine van Ommen Kloeke: “We willen heel graag weten hoe het met de natuur en bepaalde soorten gaat. Met dit programma kun je antwoorden geven op de vraag: wie eet wie, hoe gaat het met een populatie, komt deze soort hier voor? En als je er nog meer data aan koppelt: hoe goed of hoe slecht gaat het met de natuur? En hoe kun je die vervolgens het beste beschermen?”

Deze onderzoeksmethode wordt dus ook toegepast in de Waterleidingduinen. UvA-wetenschapper Emiel van Loon: “De damherten zijn zulke grote grazers dat andere soorten, denk aan konijnen of insecten, erdoor afnemen. Dus hebben we hier een hek omheen gezet zodat de damherten er niet bij kunnen, en monitoren we met deze camera welke dieren langskomen. Ook maken we audio-opnames. Want van heel veel dieren weten we nog nauwelijks welke geluiden ze maken.”

Effect windmolenpark op ecosysteem

Hiermee kan je dus meten en aantonen wat goed is voor de natuur, of juist slecht, zegt Van Ommen Kloeke. “Denk bijvoorbeeld aan wat een windmolenpark op zee doet met het ecosysteem daar. Of denk aan bouwbedrijven die willen bouwen in een gebied met een kwetsbare soort, of die juist voor natuurinclusief bouwen gaan: is dat vervolgens geslaagd?”

Dat Naturalis dit programma is begonnen, met een miljoenenbijdrage van de overheid, bleef niet onopgemerkt. Meteen stonden buitenlandse instellingen in de rij om te vragen wanneer ook zij gebruik mochten maken van ARISE. En dat is uiteindelijk ook het doel: internationale bibliotheken aan elkaar koppelen, zodat er nog meer kennis beschikbaar komt die kan worden uitgewisseld.

Zover is het nog niet, want het is juist belangrijk dat nu eerst de planten en dieren waar nog weinig tot geen onderzoek naar gedaan aan de beurt komen, zegt Van Ommen Kloeke. “Anders krijg je weer een database met alle oude bekenden. Daarom gaan we eerst ervoor zorgen dat echt alle Nederlandse soorten in kaart zijn gebracht.”