Het personeelstekort in de geboortezorg, waaronder bij kraamverzorgers, heeft extra impact op zwangere vrouwen in kwetsbare situaties. Hoewel juist zij gebaat zijn bij het ontvangen van kraamzorg, worden ze door de wachtlijsten bij organisaties „onevenredig hard” geraakt. Dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dat dinsdag is gepubliceerd.
De hele keten rondom de geboortezorg staat door personeelstekorten onder druk. Zo kunnen vrouwen niet altijd terecht bij elk ziekenhuis om te bevallen. Ook moeten verloskundigen regelmatig met een vrouw die op het punt staat te bevallen op zoek naar een ziekenhuis waar plek is. Bij spoedeisende zorg gaat het wel goed, schrijft de Inspectie.
Ook de kraamzorg, die gezinnen direct na de geboorte van een baby krijgen, staat al jaren onder druk. Vrouwen krijgen regelmatig minder kraamzorg dan het minimum van 24 uur en soms zelfs helemaal geen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als zij zich te laat bij een kraamzorgorganisatie melden en dan op een lange wachtlijst terechtkomen.
Eigen bijdrage
Dat beeld herkent directeur Koen Jansen van brancheorganisatie Bo Geboortezorg. Hij pleit daarom voor het afschaffen van de eigen bijdrage, omdat die voor gezinnen met een kleine portemonnee een financiële drempel vormt om de zorg volledig af te nemen. De eigen bijdrage is 130 euro bij – het minimum van – 24 uur kraamzorg. „Door de eigen bijdrage af te schaffen wordt kraamzorg toegankelijk voor iedereen.”
In Amsterdam-Zuidoost is deze maand een pilot gestart waarbij gezinnen met weinig financiële middelen die eigen bijdrage niet hoeven te betalen. In dat stadsdeel heeft 26 procent van de gezinnen soms geldzorgen, dan het gemiddelde in de stad. Per jaar zijn er ongeveer 130 gezinnen in de wijk die geen of te weinig kraamzorg ontvangen. Andere redenen daarvoor zijn volgens Jansen de personeelstekorten en de taal- en cultuurbarrières bij sommige gezinnen.
Jansen vindt ook dat organisaties de beschikbare menskracht heel gericht zouden moeten inzetten. De sector probeert dat nu al door gezinnen zorg te laten ontvangen op basis van hun behoeften. Dat kan soms zelfs gaan om digitale ondersteuning.
Lees ook
Eén appje met een vraag over de borstvoeding en de kraamverzorger staat meteen voor de deur van je hotelkamer

Duizend dagen
Het personeelstekort in de kraamzorg is niet nieuw. De gemiddelde leeftijd van kraamverzorgenden is hoog, ziet Jansen, en de instroom van nieuw personeel loopt niet gelijk aan de uitstroom. Om het beschikbare personeel zo effectief mogelijk in te zetten, wordt er regionaal zoveel mogelijk samengewerkt. Dat gebeurt bijvoorbeeld in samenwerkingsverbanden waarin verloskundigen, gynaecologen en kraamverzorgenden . Volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verloopt die samenwerking goed.
In de gemeente Utrecht is in beeld gebracht hoe de eerste duizend dagen – vanaf bevruchting – van een kind eruitzien. Die dagen zijn heel belangrijk, legt wethouder Eelco Eerenberg (Volksgezondheid, D66) uit. „Er gebeurt van alles in die tijd. Taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkelingen, maar ook aangeboren ziektes kun je goed herkennen. Hoe beter die eerste duizend dagen zijn, hoe gelukkiger en gezonder je daarna bent. Het is een grote verantwoordelijkheid om al elk kind goede eerste duizend dagen te
Wat zou kunnen helpen, volgens Eerenberg, is binnen de geboortezorg meer cultuursensitief werken en meer sleutelfiguren in de wijk krijgen. „Ik hoor nog altijd verhalen van vrouwen die al vergevorderd zijn in hun zwangerschap en zich pas heel laat bij de verloskundige melden. Dan mis je allerlei medische checks en heeft de verloskundige ook niet kunnen uitleggen hoe de zorg werkt.”
Wachtlijsten
In de hele stad Utrecht is er een tekort aan kraamzorg. De Inspectie noteerde in 2024 dat zevenhonderd vrouwen op de wachtlijst stonden omdat ze geen kraamzorg binnen hun postcodegebied konden vinden. Vooral in de wijken Overvecht en Kanaleneiland werden gezinnen extra geraakt door die wachtlijsten. Volgens Eerenberg heeft dat drie redenen. Er zijn minder kraamverzorgers actief in bepaalde postcodegebieden, de eigen bijdrage is een barrière en niet iedereen weet de weg naar de juiste instanties te vinden.
Kennelijk zijn er grotere belangen die bepalen dat je bij de ene postcode efficiëntere zorg kunt leveren dan bij de andere
Eelco Eerenberg
wethouder Utrecht
Waarom in sommige wijken minder kraamverzorgers beschikbaar zijn, weet Eerenberg niet precies. „Als je het vraagt aan organisaties of verantwoordelijken, dan snappen ze het ook niet. Kennelijk zijn er grotere belangen die bepalen dat je bij de ene postcode efficiëntere zorg kunt leveren dan bij de andere. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het te maken heeft met kosten versus opbrengst.”
Ook Jansen van Bo Geboortezorg kent de verhalen dat in sommige gebieden minder kraamzorg beschikbaar is. „Als belangrijkste drijfveer hiervoor horen wij de beschikbaarheid van personeel in de betreffende regio’s.”
Beter samenwerken zou een uitkomst zijn. Maar wethouder Eerenberg ziet ook wel iets in een financiële prikkel in bepaalde wijken om organisaties meer hun best te laten doen. Maar dat is volgens hem een rol die zorgverzekeraars op zouden moeten pakken. De gemeente Utrecht onderzoekt wel of ze, net als in Amsterdam gebeurt, de eigen bijdrage kan financieren voor de armste gezinnen. Eerenberg wil dat dan voor de hele stad doen, in plaats van voor een bepaalde wijk. Hoe dat gefinancierd moet worden, is nog een vraagteken, want „ook in Utrecht groeit het geld niet op de rug”.
Lees ook
Kraamzorg komt steeds minder thuis, maar meldt zich bij ouders via het beeldscherm en met apps

Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.