
Hoe je genen bepalen of koriander naar zeep smaakt
Onderzoek laat zien dat de smaakbeleving van koriander genetisch is bepaald. In een grote genetische studie onder ruim 14.000 deelnemers ontdekten wetenschappers dat een specifieke variant in het OR6A2-gen invloed heeft op hoe mensen de geur van koriander ervaren. Dat gen is verantwoordelijk voor het waarnemen van aldehyden – geurstoffen die van nature in koriander voorkomen, maar ook in zeep en schoonmaakmiddelen. Mensen met deze genvariant ruiken die aldehyden sterker, en koppelen ze automatisch aan iets zeepachtigs.
Volgens onderzoek gepubliceerd in het Flavour Journal vonden wetenschappers “een significant verband tussen een SNP in een cluster van geurreceptoren en de detectie van een zeepachtige smaak bij koriander.” Heb je dat gen níet? Dan ervaar je dezelfde stoffen juist als fris, citrusachtig en kruidig.
Waarom geur belangrijker is dan smaak bij koriander
Het verrassende aan koriander is dat het verschil vooral met geur te maken heeft, niet met de smaak zelf. De hersenen interpreteren geurstoffen namelijk als smaakkenmerken: wat je ruikt, bepaalt dus wat je proeft.
De belangrijkste geurstoffen in koriander zijn E-2-decenal en E-2-dodecenal. Voor sommige mensen ruiken die fris en plantaardig, voor anderen doen ze denken aan zeep of metaal. Dat verklaart waarom dezelfde korianderblaadjes voor de één de maaltijd opfrissen, en voor de ander verpesten.
Kun je je smaak voor koriander trainen?
Gelukkig is je smaak niet volledig vastgelegd in je DNA. Hoewel de genetische aanleg sterk meespeelt, kun je je hersenen deels trainen om anders te reageren. Zo lukt dat beter:
- Voeg koriander toe aan warme gerechten – hitte breekt de geurstoffen deels af, waardoor de smaak milder wordt.
- Combineer het kruid met sterke smaken zoals limoen, chili of knoflook; die maskeren de aldehyden die voor het zeepgevoel zorgen.
- Probeer het vaker: herhaalde blootstelling helpt je hersenen nieuwe associaties te maken. Uit onderzoek blijkt dat sommige mensen hierdoor hun afkeer voor koriander verliezen.
Met andere woorden: zelfs als je het nu vies vindt, is er hoop dat je smaakpapillen zich aanpassen.
Wat cultuur en omgeving ermee te maken hebben
Genen spelen een belangrijke rol, maar ze zijn niet het hele verhaal. In landen waar koriander veel wordt gebruikt – zoals Mexico, India en Thailand – blijkt een veel kleiner deel van de bevolking het kruid als zeepachtig te ervaren. Dat komt waarschijnlijk doordat mensen daar van jongs af aan aan de geur gewend raken. Vroege en regelmatige blootstelling kan de negatieve associatie verzwakken, zelfs als je het ‘zeep-gen’ hebt.
De wetenschap geeft je gelijk
Het is dus geen aanstellerij: als koriander voor jou naar zeep smaakt, ligt dat aan je biologie, niet aan je smaakniveau. Wie het wél lekker vindt, kan z’n genen bedanken voor een frisse, citrusachtige ervaring. En voor wie er niet aan kan wennen: er zijn gelukkig genoeg alternatieven zoals peterselie of basilicum.
Of je koriander nu haat of juist niet kunt missen: de wetenschap heeft in ieder geval een goed excuus gevonden voor jouw smaakpapillen.
-
BioMed, News Medical
-
Adobe Stock
