Sinds de verkiezingen eind oktober is een meerderheid van de Tweede Kamer voor het afbouwen of aanpassen van de hypotheekrenteaftrek. Dat wordt hoog tijd, waarschuwen deskundigen, want vanaf 2031 dreigt chaos rondom de aftrek. periode waarin je de hypotheekrente van de belasting mocht aftrekken beperkt tot dertig jaar. Over vijf jaar verstrijkt die termijn voor honderdduizenden huizenbezitters. Alleen is voor de Belastingdienst volstrekt onduidelijk voor wie Deskundigen voorspellen een stortvloed aan bezwaarschriften en al dan niet bewust gemaakte fouten bij de aangifte inkomstenbelasting.
Na jaren van politiek uitstelgedrag neemt in Den Haag de ongerustheid over de zogenoemde dertigjaarstermijn toe. Er wordt reikhalzend uitgekeken naar het onderzoeksrapport van een werkgroep van ambtenaren op het ministerie van Financiën, dat nog voor het einde van het jaar mogelijke oplossingen moet bieden. Die kunnen miljarden kosten, wat op het bordje terechtkomt van de partijen die een nieuw kabinet moeten vormen.
Het probleem zit vooral in de vele aflossingsvrije hypotheken van Nederlandse huiseigenaren. Dit type hypotheek is bijzonder populair: twee op de drie huizenbezitters heeft een deels of volledig aflossingsvrije hypotheek, blijkt uit recente cijfers van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Onder 65-plussers gaat het zelfs om ruim 90 procent.
Rond de eeuwwisseling begon de aflossingsvrije hypotheek, soms zonder einddatum, aan een grote opmars. Het was voor de huizenbezitter erg voordelig; je betaalde geen aflossing en kon voor een lange periode hoge rente aftrekken van de inkomstenbelasting. Maar toen toenmalig minister Gerrit Zalm (Financiën, VVD) zag dat de hypotheekschuld snel steeg en de schatkist hier veel belastinginkomsten door misliep, stelde hij in 2001 een maximumtermijn in. Voor elke hypotheeklening, mocht voortaan maximaal dertig jaar rente worden afgetrokken.
Bijna de helft van de huizenbezitters weet niet hoe lang ze nog recht hebben op hypotheekrenteaftrek
Leengeschiedenis nergens vastgelegd
Inmiddels nadert 2031, het jaar dat de aftrekmogelijkheid voor alle hypotheken van vóór 2001 eindigt. Maar wie dat precies zijn, is volstrekt onduidelijk. De Belastingdienst bewaart belastingaangiftes met daarin de aftrek van de hypotheekrente slechts zeven jaar, daarna worden ze vernietigd. Banken en hypotheekadviseurs hebben die informatie ook niet, zij moeten afgaan op wat de consument in de adviesgesprekken aanlevert – hun héle leengeschiedenis staat nergens geregistreerd.
En de huizenbezitters zelf? Bijna de helft weet niet hoe lang ze nog recht hebben op hypotheekrenteaftrek, bleek al in 2019 uit het rapport Evaluatie complexiteit fiscale eigenwoningregeling van onderzoeksbureau Panteia. Belastingaangiften waarin de hypotheekrente werd afgetrokken, verdwenen de afgelopen dertig jaar in dikke ordners of werden op een floppydisk opgeslagen, om daarna te worden vergeten of jaren later te worden weggegooid. Voor particulieren geldt geen wettelijke bewaarplicht, maar de Belastingdienst adviseert je de administratie vijf jaar te bewaren. Kortom: wie er vanaf 2031 wel of geen recht op hypotheekrenteaftrek heeft, is onbekend – behalve voor de enkeling die nauwgezet dertig jaar administratie heeft bijgehouden.
Het leidt tot een wirwar aan hypotheken en leningdelen. Die kluwen is niet meer te ontwarren
John Boog
projectleider Panteia
Het wordt nog ingewikkelder als je niet dertig jaar dezelfde lening hebt gehad, maar op verschillende momenten hypothecaire leningen bent aangegaan. Bijvoorbeeld als je tussentijds bent verhuisd naar een duurder huis of je hypotheek hebt opgehoogd voor een verbouwing. Of als je bent gescheiden, waarna jij en je partner elk een nieuw huis kochten. Over dat extra geleende bedrag mag je ook weer dertig jaar lang de rente aftrekken, maar die periode gaat pas in op het moment van afsluiting. Wat niet parallel loopt met je oorspronkelijke hypotheek. Er is „een wirwar aan hypotheken en leningdelen”, ontstaan, zegt projectleider John Boog van Panteia, die in 2019 in opdracht van de het kabinet onderzoek deed naar de dertigjarige regeling. „Die kluwen is niet meer te ontwarren.”
Sluimert al jaren
De kwestie rond de dertigjaarstermijn sluimert al jaren. Naast het onderzoek van Panteia waarschuwde ook het onderzoeksbureau Onderzoek in 2019 al voor uitvoeringsproblemen van de dertigjaarstermijn. Vorig jaar dook het probleem opnieuw op, dit keer in een rapport van een ambtelijke onderzoeksgroep die het belastingstelsel tegen het licht hield. „Het is aannemelijk dat veel mensen voor wie de dertigjaarstermijn verstrijkt dit niet weten of niet weten wat het voor hen betekent”, klonk de waarschuwing.
Toenmalig staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit, NSC) beloofde in de Eerste Kamer opnieuw een onderzoek te laten doen naar mogelijke oplossingen. Een werkgroep bij Financiën moet deze studie in december afgerond hebben zodat die in de formatieonderhandelingen besproken kan worden, aldus een woordvoerder van het ministerie van Financiën. „De urgentie wordt nu gevoeld. Het volgende kabinet moet een keuze maken.”
Sinds dinsdagavond is bekend dat D66 en CDA samen gaan onderhandelen over vijf thema’s, waaronder wonen. Onduidelijk is of ze daarbij ook de dertigjaarstermijn spreken; in hun verkiezingsprogramma’s reppen ze er niet over.
Hoe kan een burger een aftrekpost aannemelijk maken als de administratie ontbreekt?
Rapport ambtelijke onderzoeksgroep 2024
Het lastige is: huiseigenaren moeten zelf aantonen dat zij vanaf 2031 nog recht hebben op aftrek, zo is vastgelegd. „Het is dan heel makkelijk om naar de burger te wijzen”, constateerde de ambtelijke onderzoeksgroep in hun rapport uit 2024. „Maar hoe kan een burger een aftrekpost aannemelijk maken als de administratie ontbreekt en zowel de hypotheekverstrekker als de Belastingdienst mogelijk geen ondersteuning kunnen bieden.”
Zo dreigt een oneerlijke situatie te ontstaan, stelt Oscar Noorlag van hypotheekadviseur Van Bruggen. „Degenen die alles niet zo netjes op een rijtje hebben kunnen straks langer rente aftrekken dan waar ze daadwerkelijk recht op hebben. Ze lopen dan wel het risico dat zij door de Belastingdienst om bewijsstukken worden gevraagd, maar bij mijn weten ben je niet verplicht je administratie dertig jaar te bewaren.”
Ongetwijfeld zal het idee hebben geheerst: ‘Het duurt nog jaren, we hebben nog wel even
John Boog
projectleider Panteia
Capaciteitstekort Belastingdienst
Een ander groot probleem ligt straks bij de controle door de Belastingdienst: het toezicht is zeer arbeidsintensief en de capaciteit is er beperkt. De situatie in 2031 kan leiden tot lange bezwaarprocedures en veel onzekerheid bij huizenbezitters. De ambtenaren voorzien in hun rapport dan ook „lastige discussies”, schreven ze in 2024. „Als op dit punt toezicht wordt uitgevoerd, gaat dit ongetwijfeld resulteren in diverse (onredelijke) bezwaar- en beroepsprocedures.” En: „De dertigjaarstermijn is vanaf 2031 niet goed uit te voeren voor de Belastingdienst en vraagt echt om een beleidsaanpassing.” John Boog van Panteia vat het kort en krachtig samen: „Het is niet te handhaven. Dit gaat leiden tot een gigantische chaos.”
Met de waarschuwende rapporten uit de jaren ervoor is nooit iets gebeurd, constateert Boog nu. „Dat heeft ons ook verbaasd. We hadden veel commotie verwacht, in de Tweede Kamer en de media. Maar dat viel tegen.” Hij wijt dat onder meer aan de coronapandemie, die begin 2020 uitbrak. „En ongetwijfeld zal de gedachte zijn geweest: het duurt nog jaren, we hebben nog wel even.”
De coronatijd was volgens sommigen het perfecte moment geweest om de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs af te bouwen, waardoor het probleem van de dertigjaarstermijn niet langer zou bestaan. De rente stond laag, waardoor het wegvallen van hypotheekrenteaftrek voor huishoudens een minder harde klap voor hun maandlasten was geweest.
Emeritus hoogleraar Belastingrecht Inge van Vijfeijken spreekt van een gemiste kans. „In die tijd had niemand er last van gehad en had je dit dertigjaarstermijnprobleem ook niet gehad.” Maar, zegt ze erbij, het was natuurlijk ook „de kunst van het vooruitschuiven”. „Als een grote groep ergens van profiteert, is het politieke zelfmoord om het af te schaffen.”
Ook Raymond Gradus, hoogleraar bestuur en economie aan de Vrije Universiteit, vindt dat het kabinet veel te laat in actie is gekomen. „Er waren in 2019 al signalen dat de dertigjaarsregeling voor uitvoeringsproblemen ging zorgen. Als toen gelijk was besloten om de aftrek verder naar nul af te bouwen, was dit probleem in feite al opgelost”, stelt Gradus. „Maar dat is niet gebeurd, en nu zijn we te laat. Het is aan de politiek om daar zo snel mogelijk iets aan te doen.”
Dure oplossingen
Een mogelijke oplossing is de dertigjaarstermijn los te laten en mensen met een aflossingsvrije hypotheek tot eind 2042 hypotheekrente te laten aftrekken. Vanaf begin 2043 lost het probleem zich vanzelf op: dan zijn er alleen nog hypotheken over die in dertig jaar volledig zijn afgelost – sinds 2013 is het namelijk verplicht om hypotheken ook daadwerkelijk in dertig jaar af te lossen, als je wil profiteren van de hypotheekrenteaftrek.
Oud-staatssecretaris Van Oostenbruggen toonde zich in de Eerste Kamer, eind 2024, niet enthousiast over deze oplossing. Niet alleen kost het veel geld, de ‘dertigjaarsregeling’ helpt ook bij het „tegengaan van overmatige hypotheekschulden door huishoudens”, zei hij op vragen van de senaatsfracties van het CDA en 50Plus.
Een ander gevolg van die oplossing zou zijn dat huizenkopers met een aflossingsvrije hypotheek de maximale rente nog eens jaren mogen aftrekken, waardoor de schatkist tot 2042 zo’n , staat in het ambtelijke rapport. Dit zou nog een onwenselijke situatie opleveren, vindt hoogleraar Gradus: „Dan krijgt een groep oudere woningbezitters die al drie decennia is bevoordeeld ten opzichte van starters, nóg eens twaalf jaar om maximaal af te trekken. Terwijl zij in die jaren nooit hoefden af te lossen.”
Lees ook
De hypotheekrenteaftrek: wat gebeurt er als die snel wordt afgebouwd?

Een alternatief is het afschaffen van de dertigjaarsregeling in combinatie met het stapsgewijs afbouwen van de hypotheekrenteaftrek. Dat kost nog steeds veel geld, maar elk jaar wat minder omdat het aftrekpercentage omlaag gaat. De hypotheekrenteaftrek, in 1893 geïntroduceerd door de liberale minister Nicolaas Pierson, kost de schatkist jaarlijks nu zo’n 11 miljard euro. Het is tijd voor een „rigoureuze maatregel”, zegt Van Vijfeijken. „Niet een beetje aan de randjes knabbelen, dat maakt het hele systeem nog ingewikkelder.”
Ook hoogleraar Raymond Gradus stelt „een klemmende oproep aan de politiek” te willen doen: dat onderzoek naar de dertigjaarstermijn moet er echt snel komen. „Hoe voorkomen we uitvoeringsproblemen? Hoe kunnen we dit op een goede manier regelen? De waarschuwingen zijn manifest.” Het volgende kabinet móet dit regelen, besluit Boog van Panteia, al vreest hij het ergste: „In de verkiezingsprogramma’s gaat het over de afbouw van de aftrek, maar de dertigjaarstermijn moet nu eerst op het netvlies komen.”
Ik heb zo’n hypotheek Wat nu?
Voor wie een aflossingsvrije hypotheek heeft, maar net vorige zomer alle oude multomappen heeft weggegooid, wordt het vanaf 2031 onzeker of en hoe er hypotheekrente kan worden afgetrokken.
Bij de reguliere belastingaangifte is de belastingplichtige verantwoordelijk voor de juistheid van alle gegevens, zelfs als de aangifte vooraf is ingevuld. Of dat straks in 2031 bij de kwestie rond hypotheekrenteaftrek ook geldt, is een belangrijke vraag. Dit leidt tot allerlei juridische vragen – en daarmee tot mogelijke bezwaarschriften en procedures. Bijvoorbeeld: wat als je recht hebt op hypotheekrenteaftrek maar dat niet meer kunt aantonen? En als achteraf om bewijsstukken wordt gevraagd die je niet hebt, moet je de afgetrokken hypotheekrente dan weer terugbetalen?
Waar het volgens Oscar Noorlag van Van Bruggen om draait: kun je van consumenten verwachten dat zij hun administratie dertig jaar lang hebben bijgehouden – helemaal als het overheidsadvies luidt om aangiftes zeven jaar te bewaren? „Als het besluit valt dat de bewijslast bij de consument ligt, dan is dat voor nagenoeg elke huizenbezitter een grote, bijna onmogelijke opgave. Want je kunt je heel goed voorstellen dat de administratie na dertig jaar niet meer helemaal compleet is.”
Het is inderdaad „een hobbel”, zegt emeritus hoogleraar Belastingrecht Inge van Vijfeijken, al pleit ze ook voor praktisch en logisch nadenken. „Pak je hypothecaire aktes, kijk wanneer die ingingen en hoeveel geld je leende, en je weet hoelang het allemaal nog aftrekbaar is.”
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.