AFPDe Venezolaanse minister van Defensie (rechts) tijdens een militaire oefening van het Venezolaanse leger
Nederland moet zich feller uitspreken tegen de Amerikaanse aanvallen op vermeende drugsboten in het Caribisch gebied én terughoudend zijn met het delen van inlichtingen met de VS. Dat zeggen twee Nederlandse oud-diplomaten tegen Nieuwsuur. Zij wijzen op de grote rol die Nederland speelt vanwege de strategische ligging van het eiland Curaçao.
“Je wil niet de beschuldiging krijgen dat jij ze hebt geleid naar schepen die vervolgens uit zee worden geschoten”, zegt Norbert Braakhuis, tussen 2016 en 2020 ambassadeur in Venezuela. Zijn opvolger Robert Schuddeboom deelt die opvatting: “Als Nederlandse regering moet je niet willen dat onze samenwerking leidt tot dergelijke moreel verwerpelijke en juridisch ontoelaatbare acties.”
Sinds augustus schieten de Amerikanen regelmatig boten uit zee in de Caribische wateren omdat daar drugs in zouden worden vervoerd. Bij die aanvallen zijn tot nu toe bijna tachtig doden gevallen. Bewijs dat het daadwerkelijk om drugsboten gaat levert de VS niet. Intussen heeft de VS de troepenmacht in het gebied opgebouwd, met gisteren als climax de aankomst van het grootste Amerikaanse vliegdekschip, de USS Gerald R. Ford.
Internationale kritiek
De kritiek van Amerikaanse bondgenoten op deze aanvallen zwelt aan. Deze week meldde CNN dat het Verenigd Koninkrijk de uitwisseling van inlichtingen met de VS over mogelijke drugsboten heeft opgeschort. Daarnaast zouden ook Canada en Colombia, twee belangrijke partners van de VS in de strijd tegen drugshandel, hebben besloten tijdelijk te stoppen met het delen van inlichtingen.
Frankrijk zei deze week dat de aanvallen in het Caribisch gebied een ondermijning zijn van het internationaal recht. En ook de Commissie voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties noemt de aanvallen op de boten “illegaal” en “onacceptabel”.
Nieuwsuur
Ook Nederland is een belangrijke partner van de VS in het gebied om drugssmokkel tegen te gaan. Het eiland Curaçao, dat deel uitmaakt van het Nederlandse koninkrijk, ligt op luttele kilometers van de Venezolaanse kust. Van daaruit trekken de Amerikaanse kustwacht en de Nederlandse marine al jaren gezamenlijk op om te patrouilleren in het gebied.
Amerikaanse vliegtuigen op Curaçao
En belangrijker nog: in 2000 sloten Nederland en de VS een akkoord waardoor de Amerikanen gebruik mogen maken van het vliegveld van Curaçao. Op dat vliegveld staan permanent Amerikaanse onbewapende toestellen opgesteld die kunnen scannen wat zich op zee afspeelt.
Nu het Amerikaanse vliegdekschip in het gebied is aangekomen, met daarop tientallen militaire vliegtuigen, is het de vraag hoe relevant de rol van het Curaçaose vliegveld nog is, zegt oud-ambassadeur Schuddeboom. “Maar als zal blijken dat de vliegtuigen die opstijgen vanaf Curaçao bijdragen aan die illegale acties, kun je je afvragen of je dat moet willen.”

De VS bouwt een troepenmacht op rond Venezuela, waarom?
Demissionair premier Dick Schoof was afgelopen zaterdag op Curaçao en zei desgevraagd dat het kabinet nog geen standpunt heeft ingenomen over de Amerikaanse aanvallen. Hij benadrukte dat Nederland niet betrokken is bij de militaire acties van de VS. Het ministerie van Buitenlandse Zaken herhaalde dat vandaag in een reactie op vragen van Nieuwsuur.
Morele plicht
Toch stellen de oud-diplomaten dat alle schijn van betrokkenheid moet worden vermeden. “Je zou eigenlijk een schot willen zetten tussen de inlichtingen die jij verstrekt en dodelijke acties die daarop zouden kunnen volgen”, zegt Braakhuis.
Bovendien vinden ze dat Nederland de morele plicht heeft de aanvallen sterker te veroordelen. “Wij zijn toch één van de voorvechters van het internationaal recht”, zegt Schuddeboom. “Eigenlijk zou Nederland zich als eerste hiertegen moeten uitspreken.” Braakhuis: “Ik denk dat er sneller actie moet worden ondernomen dan alleen zeggen: ‘we gaan er op termijn naar kijken’. Dit zijn zaken die nu spelen.”
Ben Bekkering, onderzoeker bij Instituut Clingendael en voormalig vice-admiraal bij de Marine, nuanceert de zorgen van de oud-ambassadeurs enigszins. Hij acht de kans “heel klein” dat Nederland betrokken raakt bij de Amerikaanse aanvallen in het gebied omdat volgens hem de Nederlandse anti-drugsoperaties daar helemaal van losstaan. “Ik denk dat het goed mogelijk is die klassieke counter drug-operaties die we altijd hebben gedaan te scheiden van wat de Amerikanen nu doen. Vervolgens moet je proberen met al die landen in gesprek te blijven om te zorgen dat de spanning uit de lucht gaat en Nederland niet betrokken raakt, op welke manier dan ook.”