Een defensiebudget dat een steeds groter deel van de overheidsuitgaven opslorpt. Een leger dat moet groeien van 80.000 naar 200.000 militairen. Natuur die wijkt voor kazernes en schietbanen. Bedrijven die steeds meer werknemers uitlenen aan defensie. Hoger onderwijs dat zijn studenten studiepunten geeft voor een militaire training.

De invloed van militairen op samenleving en bestuur groeit, maar het politiek debat daarover groeit niet mee. Tijdens de laatste verkiezingscampagne ontbrak defensie grotendeels als verkiezingsthema. De campagne werd gedomineerd door onderwerpen als woningnood,. Defensie bleef vooral een financieel onderwerp. Dat terwijl de explosief stijgende defensie-uitgaven en navenant groeiende militaire ambities zowel politiek als maatschappij voor scherpe keuzes plaatsen. Hoever moet de militaire invloed gaan? In hoeverre gaan de stijgende defensie-uitgaven ten koste van basisvoorzieningen als de zorg? spreken inmiddels van „een sluipende militarisering van de hele samenleving”.

De Global Militarisation Index kan helpen om een geïnformeerd debat te voeren over de vraag waar je met je samenleving naartoe wilt. In hoeverre wil je de verzorgingsstaat ten koste laten gaan van de enorme groei aan militaire uitgaven?

Marc von Boemcken
hoofd onderzoek bij het Bonn International Center for Conflict Studies

Marc von Boemcken is een Duitse wetenschapper die deze ‘militarisering’ onderzoekt. „Jullie zijn niet het enige land waar een behoorlijk defensiedebat ontbreekt”, vertelt hij via een Teams-verbinding. „Ook bij de campagne voor de Bondsdagverkiezingen, begin dit jaar, was defensie geen prominent onderwerp.” Wel is de Duitse politiek inmiddels steeds meer in discussie over herinvoering van de militaire dienstplicht.

Von Boemcken is hoofd onderzoek bij het Bonn International Center for Conflict Studies (BICC); eerder was hij reservist bij de Bundeswehr (Duitse krijgsmacht). Bij het BICC houdt hij sinds 2009 met andere wetenschappers een database bij. Die wordt zowel door media en wetenschappers als door de Duitse en Amerikaanse overheid geregeld geraadpleegd. 

Lees ook

‘Defensie moet burgers beter informeren over de milieueffecten van haar uitbreidingen’

Een oefening van defensie op het Artillerie Schietkamp in 't Harde.

Tanks

De database wordt gevoed met cijfers van het Stockholm Peace Research Institute (SIPRI) en laat zien hoeveel landen uitgeven aan militairen en hun wapenarsenaal. De Duitse wetenschappers relateren die vervolgens aan het bruto nationaal product en de uitgaven voor de volksgezondheid. Ook de hoeveelheid militairen, de hoeveelheid zorgpersoneel en de omvang van de bevolking worden met elkaar vergeleken. Er is nog een derde categorie: de hoeveelheid zware wapens (tanks, raketsystemen) waarover een land beschikt. 

Op basis hiervan ontwikkelden de Duitse wetenschappers de zogeheten Global Militarisation Index (GMI), over de verhouding tussen overheidsinvesteringen in de militaire en civiele sector. Hoe meer wapens, defensie-uitgaven en militairen ten opzichte van uitgaven voor zorg en de hoeveelheid zorgpersoneel, hoe hoger de plek op de GMI-ranglijst. „Zulke cijfers kunnen helpen om een geïnformeerd debat te voeren over de vraag waar je met je samenleving naartoe wilt”, aldus Von Boemcken. „Bijvoorbeeld: ?” Voor Nederland stijgen die van de huidige 21 miljard euro naar 38 miljard in 2030. Extra belastingen en bijlenen op de internationale kapitaalmarkt (met bijbehorende rentelast) bieden volgens de Duitse expert onvoldoende soelaas.

De weigering van GroenLinks-PvdA om zich te committeren aan omvangrijke investeringen in de krijgsmacht op de lange termijn om ruimte te houden voor de financiering van de almaar stijgende zorgkosten, vindt Von Boemcken een goed voorbeeld van een stellingname die tot meer bewustzijn kan leiden. VVD, CDA en D66 leverden kritiek op de keuze; de partij van – toen nog – politiek leider Frans Timmermans zou daarmee niet voluit voor de veiligheid van het land kiezen. 

Kaalslag

Zoals de vlag er nu bij hangt, zegt de Duitse onderzoeker, gaat het Westen de krachtmeting met Rusland over defensie-uitgaven met gemak winnen. „Nu al geven de Europese landen opgeteld meer dan drie keer zoveel uit aan bewapening dan Rusland.” Waarom dan nog risico lopen dat er in het Westen flink moet worden bezuinigd op voorzieningen in onderwijs, zorg of sociale zekerheid? „Het zijn bij uitstek populisten die electoraal profiteren van die dan dreigt. Diezelfde populisten leunen tegen Rusland aan, zoals in Duitsland de AfD. Het kan dus straks goed zo zijn dat het Westen de strijd met Rusland militair wint, maar politiek verliest.”

Slogans over militarisering worden door uiteenlopende partijen wel erg gemakkelijk in de mond genomen, zegt Von Boemcken. „Het begrip heeft meestal een simpele, negatieve lading. Die willen wij met ons project juist vermijden. Enige mate van militarisering kan juist goed zijn. Landen die weinig uitgeven aan defensie en geen behoorlijke krijgsmacht hebben, lopen het risico de speelbal te worden van externe krachten of intern geweld dat niet beteugeld kan worden.” Als voorbeelden noemt hij landen zoals Papoea-Nieuw-Guinea, dat sterk onder invloed staat van Indonesië, en Haïti, dat wordt geteisterd door bendeoorlogen. 

Kiezers zouden de ontzaglijke verspilling binnen de huidige Europese defensie-industrie niet moeten accepteren

Marc von Boemcken
hoofd onderzoek bij het Bonn International Center for Conflict Studies

Collega’s van Von Boemcken bij het BICC in Bonn probeerden het begrip militarisering nog meer inhoud te geven en de invloed van militairen op bestuur en samenleving ook kwalitatief te meten. Ze wogen factoren als: Is er een militaire dienstplicht? Hoeveel politici en bestuurders van een land hebben een militaire achtergrond, zoals in Nederland staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie, BBB)? In welke landen staan leden van de krijgsmacht (deels) boven de wet? (impunity). Eist de krijgsmacht grondstoffen en delen van het productieapparaat voor zich op?

„Een hele lijst”, zegt Von Boemcken, „en dan gaat het nog niet eens over militaire invloed op zaken als onderwijs en ruimtelijke ordening.” De informatie over de ‘multidimensionele graden van militarisering‘ werd echter bijgehouden tot 2020, en is volgens de Duitse wetenschapper daarom minder bruikbaar voor het huidige debat. 

Marc von Boemcken: „Kiezers zouden de ontzaglijke verspilling binnen de huidige Europese defensie-industrie niet moeten accepteren.”

Marc von Boemcken: „Kiezers zouden de ontzaglijke verspilling binnen de huidige Europese defensie-industrie niet moeten accepteren.”

Foto Bonn International Centre for Conflict Studies

Zoom in

Fregatten

De getalsmatige vergelijking van uitgaven voor defensie met de uitgaven voor zorg (de GMI) is simpeler en recenter; ze loopt tot en met 2024. Nederland bezette daarin, net als Duitsland, een „gezonde middenpositie”, zoals de politicoloog het noemt. Zowel in 2023 als in 2024 eindigde ons land op plaats 86, dit op een totaal van 149 landen. Daarmee bevond het zich tussen Guinee en El Salvador. Landen als Oekraïne en Israël voeren de GMI-lijst al enige jaren aan. Onderaan staan eerder genoemde landen als Papoea-Nieuw-Guinea en Haïti. Duitsland, Von Boemckens thuisland, stond in 2024 op plek 94, tussen Bolivia en Nicaragua.

Gezien de hoge militaire uitgaven die gepland staan (van 21 miljard naar 38 miljard euro over vijf jaar), zal de middenklassering voor Nederland en Duitsland geen stand houden, verwacht de defensie-expert uit Bonn. Dat maakt een volwassen debat over de groei van de defensiesector in zijn ogen des te noodzakelijker.

Waar zou dat debat over moeten gaan? Von Boemcken noemt twee onderwerpen. „Kiezers zouden de ontzaglijke verspilling binnen de huidige Europese defensie-industrie niet moeten accepteren. Waarom kan Europa niet maken, zoals de VS dat kan, in plaats van veel verschillende? Dezelfde Europese versplintering geldt voor de bouw van fregatten of jachtvliegtuigen. Dit getuigt van een schokkende inefficiëntie. Die kun je echt niet meer aan de belastingbetaler verkopen die de rekening van defensie moet betalen.” 

Ten tweede wordt bij het afschrikkingsdenken veel te veel op één hoop gegooid. „Militairen en politici zeggen nu steeds dat de afschrikking op orde moet zijn om vrede te behouden. Daarover worden ze zelden kritisch bevraagd. Wat is daarvoor per se nodig, wat minder?” Je hebt, zegt Von Boemcken, enerzijds massieve afschrikking met onder meer een kernwapenarsenaal om alle steden in Rusland plat te kunnen gooien. „Dat kunnen we nu al.” Anderzijds heb je ook een goed uitgeruste, beweeglijke NAVO-krijgsmacht nodig die snel kan reageren als Rusland iets onderneemt tegen bijvoorbeeld de Baltische staten.

„Ook dat kan afschrikwekkend werken, maar is aanzienlijk minder offensief van aard dan die nucleaire raketmacht. Laten we vooral op die defensieve afschrikking de nadruk leggen en kritisch kijken wat daarvoor nodig is. Dan zou kunnen blijken dat defensie veel minder geld nodig heeft dan de grote sommen die onze toekomst gaan bepalen.”

Lees ook

‘Nederlanders overwegend voor defensie-uitbreidingen, ook in eigen leefomgeving’

Nederlanders hebben weinig problemen met kazernes in de eigen leefomgeving, maar zijn veel vaker tegenstanders van oefengebieden voor explosieven in de eigen buurt.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.