EPADe plek van waaruit oliegigant Petrobras de olie uit de stad Coari transporteert

NOS Nieuws•vandaag, 19:03

  • Nina Jurna

    correspondent Latijns-Amerika

  • Nina Jurna

    correspondent Latijns-Amerika

Oliewinning in het Amazonegebied of bescherming van dit grootste tropische regenwoud? Voor Brazilië is het een duivels dilemma, zeker nu grote oliereserves zijn gevonden op zee, relatief dicht bij de monding van de noordelijke Amazonerivier.

In de aanloop naar de VN-klimaattop in Belém kreeg het nationale oliebedrijf Petrobras toestemming voor proefboringen in dit gebied, waar naar schatting 10 miljard vaten olie kunnen liggen. Een omstreden besluit, dat opmerkelijk genoeg wordt gesteund door de Braziliaanse president Lula da Silva.

Hoewel Lula zich als voorvechter van de Amazone profileert en zich ook inzet voor het teruggeven van land aan de inheemse bevolking, is het geld dat Brazilië met oliewinning kan verdienen belangrijk. Niet alleen voor de economische groei en voor de strijd tegen armoede, zegt Lula, maar ook voor de energietransitie. De hoop is dat Brazilië dankzij deze nieuwe olievondsten kan opklimmen van de negende grootste olieproducent ter wereld naar plek vier.

Terminal midden in de natuur

Toch is oliewinning in de Amazone niet nieuw. Al eind jaren 90 begon Petrobras met olieactiviteiten in de regio Urucu, een gebied ongeveer 600 kilometer van Manaus, in de deelstaat Amazonas. Dagelijks worden uit dit olieveld ongeveer 40.000 vaten olie gehaald en 11 miljoen kubieke meter gas.

In Urucu vaar je met een bootje binnen een half uur vanuit het stadje Coari naar het gebied waar de olie via pijpleidingen naartoe wordt getransporteerd. Tussen de uitgestrekte jungle en de brede Coari-rivier waar dolfijnen op vissen jagen en bijzondere vogelsoorten zijn te spotten, doemt plots een enorme terminal op.

Voor milieuactivist Nonato Carvalho is oliewinning in strijd met de groene agenda die de Braziliaanse regering zelf zegt na te streven. “We horen steeds dat ze voor 70 à 80 procent biodiesel willen gaan inzetten en duurzame groene energie willen. Maar waarom wordt er dan nog steeds naar nieuwe olievelden gezocht?”

Hoeveel moeite is het voor het oliebedrijf om ons wat brandstof te schenken?

Marinho Silva Santos, inwoner van het Amazonegebied

De inwoners van het gebied, een mengeling van mensen in kleine nederzettingen en inheemsen in officieel erkende en gedemarqueerde gebieden, ervaren vooral de lasten van het olieconcern in hun omgeving. Na een vaartocht van vier uur komen de dorpjes Chapada en Novo Esperanca in zicht. Hier wonen acht tot negen families en er staat een kerk.

“Er is totaal geen contact tussen de bewoners en het oliebedrijf”, zegt Marinho Silva Santos, die met zijn gezin naast de kerk woont. Aan de rijkdommen van olie en gas, die onder de grond van hun woonplek via pijpleidingen naar de terminal lopen, hebben zij niets. “Brandstof is heel duur voor ons omdat we zo ver van de stad wonen. Hoeveel moeite is het voor het oliebedrijf om ons wat brandstof te schenken?”, vraagt hij zich af. “Ze halen genoeg uit deze regio.”

Iets verderop, in een drijvend huisje aan de rivier, woont Maria de Nazaré. De grote olieschepen die hier langsvaren laten vaak een spoor van vernieling achter, ziet ze. “Ze houden geen rekening met onze bootjes en drijvende huisjes. Ze minderen hun snelheid niet en botsen er dan tegenop.” Het komt volgens haar ook vaak voor dat afval gedumpt wordt in de rivier. Vissen gaan dood en de rivier wordt steeds smeriger, klaagt ze.

NOS/Nina JurnaMaria de Nazaré

Olie is een grote oorzaak van de klimaatverandering. In de Amazone is dat goed zichtbaar, want het wordt er steeds heter en droger. “We hebben vorig jaar grote problemen gehad doordat de rivier bijna droog stond”, zegt dorpsleider Josué Silva Santos terwijl hij naar het water in de rivier tuurt. Dat water staat ook nu nog steeds vier tot vijf meter lager dan zou moeten. “Normaal gesproken varen we binnen een dag naar Coari, dat het dichtstbijzijnde stadje is. Maar toen het zo extreem droog was deden we er drie dagen over en bleef de motor van de boot steeds vastzitten.”

Hoewel Petrobras niet reageert op herhaalde verzoeken van NOS voor een interview en slechts informatie stuurt over herstelactiviteiten in de jungle, zoals het planten van meer bomen, hoopt dorpsleider Silva Santos nog steeds om tafel te kunnen met het olieconcern. “Toen de olieactiviteiten hier begonnen dertig jaar geleden was het een andere tijd. De generatie van nu is bewuster en heeft meer te maken met de problemen die ermee gepaard gaan”, zegt hij. “We zullen het gesprek met elkaar moeten aangaan.”