Dit is het dagelijkse commentaar van NRC. Het bevat
meningen, interpretaties en keuzes. Ze worden geschreven door een groep
redacteuren
, geselecteerd door de hoofdredacteur. In de commentaren laat NRC zien waar het voor staat. Commentaren bieden de lezer een
handvat, een invalshoek, het is ‘eerste hulp’ bij het nieuws van de dag.

Tien jaar geleden werd in Parijs de toekomst ontworpen. Dat zei Simon Stiell, het hoofd van het klimaatbureau van de Verenigde Naties, maandag aan het begin van COP30, de klimaattop in de Braziliaanse Amazone-stad Belém. Het was een verwijzing naar het optimisme van het Parijsakkoord uit 2015, waarin de wereld gezamenlijk vastlegde de opwarming van de aarde als het even kan te beperken tot 1,5 graden Celsius.

Nu die toekomst al een tijdje bezig is, ziet ze er minder rooskleurig uit dan destijds werd gehoopt. Het einde van de fossiele economie, die in Parijs werd aangekondigd, laat nog op zich wachten. De uitstoot van broeikasgassen is alleen maar blijven stijgen en de gevolgen daarvan worden op veel plekken gevoeld.

Jamaica werd pas nog getroffen door een orkaan die miljarden aan schade heeft veroorzaakt. De reservoirs, die de Iraanse hoofdstad Teheran van drinkwater moeten voorzien, zijn leeg na jaren van extreme droogte. De autoriteiten overwegen om grote delen van de stad te evacueren.

Zeker, zonder de Parijse afspraken zou de situatie nog veel ernstiger zijn. Met het beleid dat sinds het akkoord is ingezet, is al ruim één graad aan opwarming voorkomen. Dat is pure winst, maar ook onvoldoende.

De rapporten die jaarlijks in de aanloop naar een klimaattop verschijnen laten niets aan duidelijkheid te wensen over: er is sprake van een emissiekloof, een implementatiekloof, een adaptatiekloof en een financieringskloof. Zelfs Simon Stiell, voor wie klimaatoptimisme deel uitmaakt van zijn takenpakket, erkent dat. We gaan de anderhalve graad niet halen, zei hij maandag. Ook al zagen de meeste experts dat al van verre aankomen, niet eerder werd het zo expliciet op een klimaattop gezegd.

Klagen heeft geen zin, zei Stiell ook. „We kunnen en moeten de temperatuur na een tijdelijke overschrijding terugbrengen tot 1,5 graden Celsius.” En nú, op de dertigste Conference of the Parties (COP) in Belém, is het moment om daarmee een begin te maken. Met acties „in de reële economie”, voegde Stiell er voor de zekerheid aan toe.

Of dat ook gaat gebeuren, is helaas de vraag. De Verenigde Staten, historisch gezien de grootste klimaatvervuiler, hebben onder president Trump alle klimaatbeleid de rug toegekeerd. China, veruit de grootste vervuiler van dit moment, heeft slechts bescheiden reductieplannen bij de VN ingeleverd. Europa, vanouds de mondiale aanjager van ambitieus klimaatbeleid, wist op het nippertje de lidstaten achter een gezamenlijk  doel voor 2035 te krijgen, maar pas nadat het was afgezwakt.

In Belém staat niet één groot thema op het programma. Toch noemde de Braziliaanse president Lula da Silva deze klimaattop de „COP van de waarheid”. En hij heeft gelijk. Na de erkenning dat de anderhalve graad onvermijdelijk zal worden overschreden, is het de hoogste tijd om de blik eindelijk echt op de toekomst te richten. De wereld kan het zich domweg niet langer permitteren om afgeleid te worden door andere crises, hoe groot die ook zijn.

Na de erkenning dat de anderhalve graad onvermijdelijk zal worden overschreden, is het de hoogste tijd om de blik eindelijk echt op de toekomst te richten

Vaak wordt gezegd dat de  geopolitieke onrust het momentum voor klimaatbeleid heeft verdrongen. Maar dat is niet het hele verhaal. Minstens zo belangrijk is dat de tijd van snelle technologische oplossingen en quick wins voorbij is. De eerste 20 procent aan emissiereducties is een stuk gemakkelijker dan de laatste 20 procent. Een paar zonnepanelen op het dak leggen, een kolencentrale sluiten, iets minder vliegen en af en toe vegetarisch eten – het zijn belangrijke stappen, maar het is bij lange na niet genoeg.

Dat plaatst politici voor een immens dilemma. Terecht wezen verschillende klimaatexperts deze week in een interessant opiniestuk in NRC op het gevaar van klimaatverlamming en de noodzaak van „een nieuw narratief, één dat motiveert”. Negatieve frames zetten niet aan tot gedragsverandering of tot steun voor beleid, schreef hoogleraar gedrag en klimaat Esther Papies.

Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy (D66) heeft dat begrepen. Nadat het Europees Parlement donderdag instemde met een reductie van broeikasgassen met 90 procent in 2040, concludeerde hij: „We hebben gestemd voor schonere lucht voor onze kinderen, lagere energierekeningen voor gezinnen en meer investeringen in de technologieën die de toekomst van Europa zullen aandrijven.”

Natuurlijk heeft Gerbrandy gelijk, maar leg het maar eens uit aan de inwoners van Moerdijk, die deze week te horen hebben gekregen dat hun dorp moet plaatsmaken voor een essentieel knooppunt in het energienetwerk van de toekomst. Zonder elektrificatie van woningen en industrie komen die schone lucht en lagere energieprijzen helaas niet binnen bereik. „We vragen een enorm offer van onze inwoners”, zei burgemeester Moerkerke tegen Omroep Brabant.

We kunnen zulke offers voorkomen en, zoals de Amerikaanse president Donald Trump probeert te doen, de toekomst verder voor ons uitschuiven. De gevolgen van die keuze zullen enorm zijn – zo niet voor de huidige generaties, dan wel voor die na ons. Of we kunnen nu beginnen. In het besef dat de gevolgen van die keuze nauwelijks minder groot zullen zijn, maar wel perspectief bieden op een veiliger planeet. Het is mooi om daarvoor een nieuw narratief te hebben. Maar tegelijkertijd is het onontkoombaar om duidelijk te maken dat klimaatbeleid offers vraagt.

De 1,5-gradengrens zal worden overschreden, maar staat „juridisch, moreel en politiek nog steeds overeind”, schreven klimaatwetenschappers in de aanloop naar de top in Belém. „De grens dient nu als een wenkend perspectief” om de ambitie en actie van de wereld te sturen. Laten de onderhandelaars in Brazilië beseffen dat klimaatverandering niet wacht.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.