•
Vandaag
•
leestijd 3 minuten
•
1213 keer bekeken
•
bewaren
Is het mogelijk de waarde van een persoon in geld uit te drukken? Ten tijde van de slavernij had men er geen moeite mee. Prijzen zijn op grote schaal overgeleverd maar die zeggen weinig als je niet weet wat je voor zo´n bedrag nog meer kan kopen. Wel zien we een bepaalde constante: de koopsom voor een levende mens in goede gezondheid is in veel periodes ongeveer gelijk aan een dikke drie jaar loon voor een arbeider. Je hebt daarbij uitschieters naar boven en naar beneden. Dat heeft te maken met de bijzonder kenmerken of vaardigheden van de persoon die op de markt wordt gebracht.
In 301 na Christus voerde de Romeinse keizer Diocletianus een brede prijsstop in teneinde de inflatie te beteugelen. Net zoals sommige politici nu weer bepleiten. Daar kwam natuurlijk niet veel van terecht maar toch geeft zijn edict een indicatie. De maximumprijs voor mannen werd bepaald op 30.000 denarii en voor vrouwen op 25.000. Het dagloon van een werkman stelde de keizer op 75 denarii. Voor een slaaf betaalde je dus evenveel als 1200 dagen loon voor een vrije ambachtsman. Dat is drie jaar en 105 dagen.
Om je vrij te kopen in het Suriname van de achttiende eeuw had je duizend tot vijftienhonderd gulden nodig, schrijft Ellen Neslo in een interessant artikel over sociale stijging in Paramaribo. De daglonen voor werklieden schommelden in die tijd rond de gulden. Ook hier komen we uit op drie tot vier jaar werken.
Nu echter heeft de Europese Unie een nieuwe standaard gezet, althans voor asielzoekers. Hun waarde is bepaald op €20.000 negatief. Vergelijk het met de zomerse zonnenstroom waar de panelenbezitter ook op toe moet leggen om het aan het net te mogen leveren.
Een land dat zijn eigen quota aan asielzoekers niet wil vullen, kan ze tegen betaling van €20.000 euro per persoon overdoen aan een lidstaat die ze wél op wil nemen. Vrijdagavond legde minister Van Weel in Café Kockelmann uit dat Nederland van deze mogelijkheid ruim gebruik zou maken om de asielstroom in te dammen.
Twintigduizend euri de neus, want het is wel passend om even het taalgebruik aan te passen bij de geest van deze maatregel, die blijkbaar voortkomt uit 2000 jaar joods-christelijke beschaving. Dat geld gaat niet naar de asielzoekers zelf uiteraard maar naar het ontvangende land. Als daar ministers met hersens zitten, incasseren ze die €20.000 om de asielzoekers vervolgens zo snel mogelijk aan het werk te krijgen. Op ons vergrijzend continent zal dat niet zo moeilijk zijn. Dan dragen ze meteen bij aan de economische groei. Bovendien betalen ze belasting. En je hebt er als land nog geldtoe voor gekregen ook. Wat een geweldige business case.
Helaas is deze vorm van rationeel denken overal in Europa steeds dunner gezaaid, vooral in overheidskringen. Ze zullen die €20.000 wel besteden aan zaken als sobere opvang, extra grensbewaking of andere onproductieve activiteiten.
Ondertussen blijft de gedachte knagen, dat de waarde van een asielzoeker officieel wordt geschat op minus twintigduizend euro. Je bent als vluchteling geen schip maar een mens van bijleg. Je bent minder dan niets waard. We zijn sinds Diocletianus qua beschavingsniveau minder opgeschoten dan we in onze verwatenheid denken.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten open blijven. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: komt er een nieuwe beurscrisis an?

