ESAImpressie van de Sentinel-6b, in de ruimte gebracht door een falcon-raket

NOS Nieuws•vandaag, 06:29

Een satelliet die vanuit de ruimte de stijging van de zeespiegel gaat meten, is gelanceerd vanaf een legerbasis in de Amerikaanse staat Californië. De sonde kan bijna de hele oceaan in de gaten houden. Dat is een belangrijke aanvulling voor meetstations op aarde, die vooral aan de kust liggen.

Sentinel-6B, zoals de satelliet heet, is een samenwerking tussen Europa en de Verenigde Staten. Het gevaarte is bijna 6 meter lang, weegt ruim 1100 kilo en werd gelanceerd op een raket van SpaceX, het ruimtevaartbedrijf van multimiljardair Elon Musk.

Vijf jaar geleden werd al een tweelingzusje gelanceerd: de Sentinel6/Michael Freilich. Samen garanderen ze dat wetenschappers ten minste tot het begin van de jaren 30 van deze eeuw continu meetgegevens hebben. Dat is belangrijk omdat veranderingen in de zeespiegel beter zichtbaar worden op de lange termijn.

Opwarming en smelten

Klimaatverandering leidt ertoe dat de zeespiegel stijgt. Zo neemt de oceaan het grootste deel van de extra warmte op die de planeet vasthoudt. Daardoor zet het water uit en stijgt de zeespiegel. Ook komt er extra water in de oceaan door het smelten van ijskappen en gletsjers. Metingen laten zien dat die stijging versnelt.

Die stijging gaat niet overal even snel en kan verschillen van jaar tot jaar. Dat heeft te maken met variaties in het klimaat, zoals het verschijnsel El Nino. Ook stormen, zeestroming, beweging van het land, de zwaartekracht van ijskappen en nog veel meer zaken hebben hier invloed op.

Langlopende samenwerking

Technisch is het ingewikkeld de zeespiegel te meten vanuit de ruimte. Eerst stuurt een radar aan boord van Sentinel-6B signalen naar de aarde. Met de teruggekaatste signalen kan de satelliet bepalen hoe hoog de zee staat en hoe hoog de golven zijn.

Allerlei zaken beïnvloeden die signalen, zoals de luchtvochtigheid en de temperatuur van de atmosfeer. Daarom zijn er andere instrumenten aan boord die ook dat continu meten. Wetenschappers kunnen hier vervolgens rekening mee houden. Uiteindelijk kunnen ze zo het zeeniveau op circa 2,5 centimeter nauwkeurig meten.

Al sinds het begin van de jaren 90 houden wetenschappers de zeespiegel continu met satellieten in de gaten. Daarvoor gebeurde dat op en af, door Amerikaanse satellieten.

Aanvankelijk waren de metingen vanaf 1992 een Frans-Amerikaanse samenwerking. Inmiddels werken meer Europese organisaties mee, zoals ruimtevaartorganisatie ESA en EUMETSAT, de organisatie die verantwoordelijk is voor weersatellieten. De Europese Commissie betaalt mee aan de missie.

Scheepvaart en weersvoorspelling

Naast de gegevens van satellieten zijn er op aarde meetstations die de zeespiegel al veel langer in de gaten houden. Ook langs de Nederlandse kust staan daarvoor meetstations. Lange tijd steeg de zeespiegel hier heel gelijkmatig, maar in 2022 concludeerde het KNMI dat ook voor onze kust de stijging versnelt.

De data van Sentinel-6B zijn ook bruikbaar voor andere doelen. Zo kan het worden gebruikt om zeestromingen in kaart te brengen en weersvoorspellingen te verbeteren. Ook kunnen ze volgens NASA nuttig zijn om de scheepvaart veiliger te maken en orkanen beter te voorspellen.