Bekijk artikel in krant

Bennie Jolink & Gerard Menting: Sprekken. Muziek, het boerenleven en levenskunst: dé biografie van Bennie Jolink. Nijgh & Van Ditmar, 320 blz. €24,99

Ze verbeelden allebei, ieder in zijn eigen rang, het imago van een onverwoestbaar rock-’n-roll-bestaan. De een veranderde de popmuziek in de wereld, de ander deed dat, bescheidener, in de Achterhoek en de provincie (en vooruit, ook in Nederland). Hij was daarbij schatplichtig aan de ander, een van zijn grote voorbeelden, sinds hij in 1964 als achttienjarige It’s All Over Now hoorde (met die gitaarriff van die ander) en begreep dat het afgelopen was met het gezag van dorp en dominee. Beiden hebben een heel eigen idioom – ze zitten niet verlegen om straffe uitspraken – en hebben hun levensverhaal laten optekenen door een ghostwriter. Keith Richards met zijn herinneringen in Life, en Bennie Jolink in een vertelde autobiografie.

In beide levensbeschrijvingen maakt de onverslijtbare popheld plaats voor een onderhoudend prater op leeftijd die snapt dat er meer is dan seks, drugs en rock-’n-roll, de heilige drie-eenheid die ze hebben weten te overleven. Richards beschrijft hoe het was om als band steeds naar het fragiele achterwerk van een als een kikker springende Mick Jagger te moeten kijken, maar neemt ons ook mee naar het Good Old England en Londen van zijn jeugd, vol standsbesef, smog en armoede. Jolink wijdt uit over de avonturen van zijn band. Tegelijkertijd beschrijft hij evenzo de samenleving van zijn latere en jonge jaren, waarin allerlei moeilijk plaatsbare figuren rondliepen: mannen in veel te grote, half versleten maatpakken die het in de maatschappij net niet haalden – het waren dat soort pakken waar Normaal zich in presenteerde, als zonderling bandje dat ondertussen wel de brave kleding van de oude lui droeg, zij op enigszins onaangepaste wijze. 

En juist aan de uitgebreidere verhalen, zowel over de band als de wereld eromheen ontleent dit boek – net als dat van Richards – zijn betekenis. We lezen over het gat in de heg bij Jolinks ouderlijk huis dat maar niet wilde dichtgroeien, zelfs niet nadat de dronken veldwachter, die er iedere week in kieperde, al jaren dood was; over het „gigantisch smerige” Heineken, waar „je heel veel van moet drinken omdat het dan het snelst went”; en over de meester van de vierde klas die „over het vertellen over de Tachtigjarige Oorlog bijna net zo lang deed als die oorlog duurde”. Het wordt allemaal gepresenteerd op z’n Jolinks met gevoel voor het nut van narratieve overdrijving en voor wat zijn vader ooit „vernuftige onzin” noemde (het hoogst haalbare volgens deze, in het dagelijks leven huisschilder).

Stelletje zandkinkels

Alle bekende wapenfeiten van Normaal komen voorbij: het aha-moment toen de band op Hemelvaartsdag in Lochem in 1975 voor het eerst voor een groot publiek in het Achterhoeks zong (en ze een glimp opvingen van wat hun dialect-revolte op zang en muziek teweeg kon brengen); de eerste single bij het vaderlandse rock-icoon Peter Koelewijn die het stelletje zandkinkels in het ABN wilde laten zingen; de rel bij het optreden bij Toppop, waar een gebroken kleedkamerspiegel en een paar kapotte lampjes hen het imago van woestelingen verschafte, en uiteraard de ontdekking van de boer als minderheid en als symbool voor het oosterse – en naar algauw bleek het provinciewijde – onbehagen in de westerse superioriteitsaanspraken.

Natuurlijk wordt ook het verhaal van Jolink zelf verteld. Van zijn ervaringen op de kunstacademie (de AKI) in Enschede, waar ze hem toevertrouwen dat hij wel kan tekenen, maar dat ze hem dat wel zullen afleren, tot en met zijn korte verblijf in Amsterdam. Hij is er even een gevierd ontwerper, totdat, naar zijn zeggen, de alternatieve goegemeente begrijpt dat hij „maar een boertje is” en op een goede dag zijn moeder hem ophaalt in de Volkswagen Kever van de familie.

Niet veel later zal hij met anderen Normaal oprichten en vindt hij zijn platteland en zijn platteland hem. Het is tekenend voor de hoofdpersoon. Bij tegenslag, door hem vaak geïnterpreteerd als tegenwerking, drijft hij zichzelf compromisloos de andere kant op. „Ik ben maar een eenvoudige boerenlul”, zingt hij alsof hij met terugwerkende kracht wraak neemt op de elite die hem niet moest. „Je moet het precies andersom doen” dan iedereen verwacht, realiseert hij zich op een gegeven moment, en vervolgens begrijpt hij dat hij dat inzicht in de loop der tijd „misschien wat overgecultiveerd heeft”. Het blijkt de sleutel tot zijn leven en zijn persoon.

Bennie Jolink in 2019.

Bennie Jolink in 2019.

Foto Paul Bergen/ANP

Zoom in

Of het nou om de motorrijders gaat of om de boeren, hij geeft zich voor driehonderd procent en voedt als zodanig het misverstand dat hij, de artiest en zijn publiek volledig samenvallen, alsof zanger en gehoor één zijn en met één stem spreken. Tegelijkertijd probeert hij herhaaldelijk te ontkomen aan de knellende omarming van zijn volgelingen. Als de boerenstand denkt in hem de patroonheilige voor altijd te hebben, roept hij: „Hoe stom kun je zijn!”, wanneer boeren ondanks de stikstofproblemen maar mest blijven uitrijden. Het gevolg is dat hij Farmers Defence Force aan zijn deur krijgt.

En zo zijn er wel meer momenten waarop hij afstand neemt van de Bennie die niet van hemzelf is, maar van anderen. Er zit, zo blijkt uit deze biografie, systeem in het innerlijk behang van Bennie Jolink. Op overdrijving volgt ontnuchtering. Het is alsof hij zich los moet maken van zijn extreme solidariteit met de zelfgekozen verliezers en uitgesproken meningen om te voorkomen dat hij publiek bezit wordt van de ‘zijnen’. Jolink zijn, verraadt dit openhartige boek, is een hard vak.

Lees ook

Hé Mick, hoor eens wat ik heb geflikt

Keith Richards in 2010. Foto PG    Rolling Stones guitarist Keith Richards poses at an undisclosed location in this undated photo released to the press on Oct. 26, 2010. Richard wrote "Life." Photographer: Deborah Feingold/Little, Brown and Company via Bloomberg   EDITOR'S NOTE: NO SALES. EDITORIAL USE WITH PREVIEW/REVIEW OF BOOK ONLY.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.