Nederlanders kochten in het eerste half jaar 4166 huizen in Spanje. Dat is bijna 19 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee naderen Nederlanders de Duitse kopers, die in het eerste halfjaar 4756 keer toeslagen. Britten zitten daar nog net duizend huizen boven.
Melissa (29) en Stef (30) verkochten hun huis met overwaarde en emigreerden naar Indonesië: ’Opa komt ook deze kant op’
Bij Nederlandse kopers is vooral de regio Murcia in trek, met 15,2 procent van de aankopen. Daarna komen de regio’s Valencia (14,9 procent) en Andalusië (11,8 procent), blijkt uit cijfers van de Spaanse organisatie voor het notariaat. Nederlanders geven volgens de notarissen gemiddeld 2574 euro per vierkante meter uit.
Vorig jaar kochten Nederlanders in Spanje 7447 huizen. Met het huidige verkooptempo, waarbij Nederlanders na Portugezen de grootste sprong vertonen, koerst het aantal dit jaar af op ruim 9000 woningen. Dat zijn er dan ruim driemaal meer dan in 2019, toen de teller uitkwam op 2869. Na een dip in het coronajaar 2020, toen reizen en aankopen lastig was, ging het jaarlijks opwaarts.
Box 3
De verkoopwoede wordt niet alleen door het goede Spaanse klimaat gevoed, klinkt al langer uit de makelaarsbranche. Er wordt ook geïnvesteerd door Nederlanders die eerder in eigen land huurwoningen hadden, maar die verkochten vanwege de nieuwe strenge huurwetten en belastingverhogingen. Volgens het Nederlandse Kadasters werden alleen al vorig jaar per saldo 40.000 huurwoningen verkocht.
Ook de verhoogde Nederlandse belasting op vakantiewoningen maakt een stap over de grens aantrekkelijk. Particulieren betalen in Nederland in box 3 netto ongeveer 2,1 procent belasting over de waarde van een vakantiewoning. Dat tarief gaat naar verwachting volgend jaar omhoog naar circa 2,8 procent. Kortom: een vakantiewoning van 400.000 gaat dan bijna 1000 euro per maand aan belasting kosten. Over vakantiehuizen in het buitenland betaalt men echter alleen lokaal belasting, die meestal veel lager uitvalt.