“Mijn oma vertelde me ooit dat een verre verwant van ons, Maria Walewska, de minnares van Napoleon was”

Lieve lezers,

Soms denk ik terug aan dat moment in B&B Vol Liefde waarop ik vertelde dat ik familie ben van niemand minder dan Napoleon Bonaparte. Ja, echt. Mensen lachen er vaak om, maar voor mij is het iets wat al sinds mijn kindertijd in mijn hoofd is blijven hangen. 

Mijn oma vertelde me ooit dat een verre verwant van ons, Maria Walewska, de minnares van Napoleon was. Zij hield van optreden, van parfum en van fijne crèmes. En eerlijk? Ik herken mezelf daar zo in. Alsof het ergens in de familiegeschiedenis al geschreven stond.

Niemand in mijn familie heeft het er nog over, maar ik wel. Misschien omdat ik altijd al heb geloofd dat geschiedenis, energie en familiebanden doorwerken op manieren die we niet meteen begrijpen. Het idee dat ik verwant ben aan iemand die geschiedenis heeft geschreven, voelt soms als een klein geheim.

Het geloof

En dan is er nog iets wat niet veel mensen over mij weten: ik ben katholiek. Niet een beetje katholiek, nee, het is de basis van mijn dag. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. 

In B&B Vol Liefde had ik het in de eerste dagen enorm moeilijk om mezelf open te stellen. Alles was nieuw, alles was spannend. Ik voelde me anders dan de rest. Toen heb ik gebeden. Gewoon, vanuit mijn hart. En ineens kwam er rust. Alsof iemand zei: “Sylwia, laat het los. Wees jezelf.” Vanaf dat moment kon ik alles veel beter aan.

En ja, dan komt Illya. Mijn nuchtere, Franse ridder met zijn kasteel. Toen ik hem voor het eerst zag, vielen de puzzelstukken op hun plek. Een groot deel van mijn familie woont in Frankrijk. Met mijn geloof en mijn oma’s verhalen voelde alles ineens logisch. Alsof ik thuiskwam in een verhaal dat ik nooit helemaal had gekend.

Andere planeet

Illya zelf? Die dacht in het begin: van welke planeet komt deze vrouw? Hij snapte helemaal niks van mijn rituelen. Als ik een kaarsje aanstak of even wilde bidden, keek hij alsof hij zojuist een alien had ontmoet. Maar nu, beetje bij beetje, begint hij het te waarderen. Hij zegt niet dat hij gelooft wat ik geloof, maar hij vindt het wel leuk. Soms zelfs mooi. En ik denk dat dat genoeg is.

Ik probeer hem soms subtiel aan het denken te zetten. Dan zeg ik: “Schatje, jij hebt een kasteel. Je werkt hard natuurlijk, maar denk je nou echt dat dat soort dingen zomaar op je pad komen? Denk je niet dat er iets groters meekijkt?” Hij antwoordt dan: “Als jij dat denkt, is het goed.” Typisch Illya. Heel lief en heel nuchter. En toch zie ik hem langzaam openen. 

Als we door de stad wandelen en ik een vogel zie overvliegen, dan groet ik die vogel. Ik zeg: “Dankjewel dat je naar mij toe kwam.” En weet je wat? Ik schaam me daar geen seconde voor. Waarom zou ik? De wereld is veel mooier als je dankbaar kijkt.

Verre familie ontmoeten

Misschien komt het door mijn geloof, misschien door mijn oma’s verhalen of misschien gewoon door wie ik ben: iemand die overal betekenis in ziet. In een vogel. In een geur. In een ontmoeting. In een Frans kasteel dat aanvoelde als thuiskomen. En ooit, ik zeg het eerlijk, hoop ik dat ik mijn verre familie mag ontmoeten. 

De Franse tante, de verre neef, misschien zelfs iemand die nog iets weet over Maria Walewska. Want hoe leuk zou het zijn om dat mysterieuze familieverhaal eindelijk helemaal rond te maken?

Tot de volgende,

Sylwia